woensdag 28 december 2016

Gelezen In Tertio Van 14 December 2016

Werkers tussen hemel en aarde

Uit een tekst van Sabine Alexander

Ze zingen als er blijdschap is en wenen als er droefheid heerst. Ze staan mee aan onze wieg en begeleiden ons naar het paradijs. Ze zijn geduldig, begripvol en hebben vleugels. Alleen over hun geslacht tast men nog steeds in het duister. Engelen bewegen zich tussen hemel en aarde, tussen de besognes van stervelingen en de bovennatuurlijke sferen. Ze waarschuwen en beschermen, ze zegenen en troosten en brengen het goddelijke binnen handbereik. Geen wonder dat ze van alle hemelse wezens de moderne mens het dierbaarst zijn. Ze waken over steden en treuren op graven. Ze bevolken koepels als wervelende wolken. Vrolijk bengelen ze in de kerstboom. Hun aanwezigheid is soms zo reëel dat we geloven ze met eigen ogen gezien te hebben. Op het wereldwijde web wemelt het van engelen die verlichting, bescherming en troost bieden.

Hoe engelen vleugels kregen en andere metamorfoses

Engelen zagen er niet altijd uit als bevallige gevleugelden die tussen hemel en aarde wieken om zich met mensen in te laten. Hoe kwamen ze trouwens aan hun vleugels? Al duiken engelen geregeld op in Bijbelse verhalen, over hun verschijningsvorm tasten we in het duister. Theologen beraadden zich over hun wezen en gedaante, maar aarzelden hierover uitspraken te doen. Voor kunstenaars was dat geen beletsel om die hemelse wezens naargelang de geest van de tijd gestalte te geven.

Als jongemannen in tuniek, zonder vleugels en zonder aureool, zo werden engelen in de vroegste christelijke schilderingen en reliëfs weergegeven. In die voorstellingen dook ook de Romeinse zegegodin Victoria geregeld op. Vleugels waren handig voor wezens die, zoals in de Openbaring van Joannes beschreven, hoog aan de hemel vliegen. Dus verschoven Victoria’s vleugels geleidelijk naar de figuur van de engel zodra het christendom een staatsgodsdienst was en heidense motieven zonder risico verchristelijkt konden worden. Victoria droeg ook haar haarband aan de engel over, maar niet haar vrouwelijkheid, want angelus is mannelijk en werd in sommige geschriften beschreven als een “mooie jongeling”.

Terwijl de engel zich in die eerste eeuwen steviger in het christendom nestelde en zijn uiterlijk vaste vorm kreeg, verschenen ook uiteenzettingen over zijn plaats in de hemel. Het meest invloedrijke werk hierover is wellicht De hemelse rangorde van Pseudo-Dionysius de Areopagiet (5de eeuw). Negen engelenkoren scharen zich in concentrische cirkels rond Gods troon, met als hoogste in de hiërarchie de serafijnen, met zes vleugels en roodgloeiend van het goddelijke licht, gevolgd door de cherubijnen, tronen, vorstendommen, machten, krachten, heerschappijen, aartsengelen en engelen. Alleen deze laatsten en de aartsengelen Gabriël, Michaël en Raphaël staan in contact met de mensen.

Phil Bosmans spreekt tot ons: Zalig nieuwjaar, lieve mensen!

ZALIG

die een beetje wijzer worden en anders gaan leven.

Zij komen met minder als mens veel verder.

ZALIG

die van de auto wat meer naar de fiets gaan,

van de supermarkten wat meer

naar de winkel in de straat.

Zij zullen weer mensen ontmoeten.

ZALIG

die hun ruzies hebben ingepakt

en elke dag opnieuw beginnen.

Zij krijgen een goed geheugen,

een geheugen dat vergeten kan.

ZALIG

die tijd hebben voor dingen

die geen geld opbrengen

en genieten kunnen

van al wat niet betaalbaar is.

Zij proeven al een stukje paradijs.

Een beetje goed weer,

veel moed en veel meer humor!

En laat de lepel in de rijstpap staan!

Laat ons een beetje gelukkig zijn!

Op de meest eenvoudige wijze

een beetje gelukkig zijn!

Uit het boek Kijk naar de zon! samengesteld door Peter Ausloos

woensdag 21 december 2016

Gelezen In Tertio Van 7 December 2016

1 . Cardiosclerose

Uit het STANDPUNT van Geert De Kerpel

Het springt in het oog hoe velen onder ons zich blijven inzetten voor hun minderbedeelde medemensen. Belangeloos, ver weg van camera’s of andere aandacht, maken zij het verschil. Zij zijn de echte progressieven. Want zij gaan in tegen de heersende mantra’s over eigenbelang, eigen volk, materieel succes, dat wie niet meekan dat vooral aan zichzelf te wijten heeft en onze sociale zekerheid meer dan volstaat voor elke burger. Zij belichamen het echte advents- en kerstverhaal, dat zo afsteekt tegen de commercieel opgejaagde winterpret en opgeklopte holle kerststresssfeer die steeds vroeger op ons wordt afgevuurd. Zij zijn de echte hoop in de lange bange dagen van schrikbarend veel medeburgers. Zij zijn diegenen die Lode Aerts, de nieuwe bisschop van Brugge, ongetwijfeld op het oog had toen hij op zijn van enthousiasme zinderende wijding, afgelopen zondag, opriep dat we niemand zouden achterlaten. Ze zijn de vaandeldragers van “een revolutie van tederheid in deze wereld die lijdt aan cardiosclerose” waar paus Franciscus zozeer een lans voor breekt in het exclusieve interview met hem dat Tertio vandaag publiceert.

2 . “Revolutie van tederheid bezweert cardiosclerose”

Uit het interview van Emmanuel Van Lierde en Geert De Kerpel met paus Franciscus

Franciscus beklemtoonde in dat vraaggesprek weer opvallend sterk de grote nood aan tederheid in een wereld die lijdt aan hardvochtigheid, of in zijn woorden: aan “cardiosclerose”.

Midden augustus schreef Tertio een interviewverzoek naar paus Franciscus, vergezeld van een aanbevelingsbrief van Gents bisschop Luc Van Looy. Een maand later al liet aartsbisschop Angelo Becciu, substituut van het Staatssecretariaat, ons weten dat de paus het verzoek wel degelijk genegen was en er naar een datum werd gezocht. Na wat wachten kregen we het verlossende bericht : “of donderdag 16 november om 16.30 uur ons paste om naar Rome te komen, en of we het gesprek effectief in het Spaans, Franciscus’ moedertaal, konden voeren?” Er was een half uur in de agenda van de paus voorzien. Uiteindelijk zou het gesprek van de paus met Emmanuel Van Lierde, Geert De Kerpel en bisschop Luc Van Looy 40 minuten duren.

Belgische federale politici bestuderen in nasleep van de terroristische aanslagen in Parijs en Brussel een mogelijke aanpassing van de grondwet zodat er een striktere scheiding tussen kerk en staat kan komen. Hoe dient de kerk om te gaan met die neiging om religie achter de voordeur te bannen?

“Het is een erfenis van de vrijmetselarij die vindt dat elke religieuze uiting maar een subcultuur is. Dat brengt me bij het verschil tussen: een antigodsdienstig laïcisme en een neutrale laïciteit. Er bestaat een gezonde laïciteit: bijvoorbeeld de neutraliteit van een staat. Neutraliteit van de staat is één zaak, een andere is het laïcisme. Dat sluit de deuren voor de transcendentie: met name dat er meer is tussen hemel en aarde, en vooral de blik naar God toe. En die openheid op het transcendente maakt deel uit van de condition humaine. Het is deel van het mens-zijn. Ik heb het hier niet over godsdienst, maar over de algemene openheid op wat ons overstijgt. Een cultuur of een politiek systeem die die openheid niet respecteren, doen afbreuk aan de mens, snoeien in zijn bestaan. Bondig gezegd: ze respecteren de mens niet. Dat is ongeveer wat ik ervan denk. Dus, de dwang om uitingen van transcendentie terug te dringen in de sacristie, is een onterechte uitzuivering. Het strookt niet met de menselijke natuur want een goed deel van het leven wordt gekenmerkt door die openheid.”

Terrorisme en oorlogen teisteren onze wereld. Sommigen zoeken de oorzaak daarvan in de verschillen tussen de godsdiensten. Hoe kijkt u aan tegen dat religieus gekleurde geweld?

“Sommige opinieteksten vinden inderdaad dat godsdienst de oorzaak is van geweld. Maar geen enkele godsdienst als dusdanig kan oorlog aanmoedigen, want in dat geval zou die en god van vernietiging, een god van haat, verkondigen. Je kunt geen oorlog voeren in naam van God of in naam van een godsdienst. Oorlog voeren is altijd slecht. Zo denken alle godsdienster erover. En bijgevolg hebben terrorisme en oorlog niets met godsdienst te maken. Zulke geweldplegers vervormen hun godsdiensten om hun daden te rechtvaardigen. Zo is het.”

Tijdens de gezinssynode van 2015 gaf u uw kijk op de kerk van de toekomst, een meer synodale kerk. Tegelijk moedigt u iedereen in de kerk aan die weg van vernieuwing op te gaan. Daarmee lijkt u opnieuw aan te sluiten bij het Tweede Vaticaans Concilie en wenst u de inzichten van die kerkvergadering te realiseren. Wat beoogt u ten gronde?

“De ‘synodale kerk’… Als ik die uitdrukking in de mond neem, wat bedoel ik dan? De kerk wordt geboren uit vele gemeenschappen, ontluikt aan de basis, in de groep; wordt geboren uit het doopsel en vormt zich rond de bisschop die haar samenroept en versterkt. De bisschop is de opvolger van de apostelen. Dat is de kerk.”

“Maar in de hele wereld zijn er vele bisschoppen en kerkgemeenschappen, en er is Petrus. Dan zijn er twee opties: of er is een piramidale kerk waar wat Petrus zegt wat wet is. Of je hebt een synodale kerk, waar Petrus nog altijd Petrus is, maar waarbij hij de kerkgemeenschappen begeleidt en helpt groeien, naar hen luistert en zelfs van hen leert. Hij brengt harmonie en onderscheiding in wat vanuit de basis van de kerk komt en koppelt ook naar hen terug.”

“De meest verrijkende ervaring die we van zo’n kerk opdeden, was tijdens de twee jongste synoden. Daar werd geluisterd naar alle bisschoppen uit de hele wereld en door de enquêtes en de voorbereidingen naar de hele wereldkerk: in alle bisdommen werd daar stevig aan gewerkt. Al dat materiaal kwam tot ons en werd bediscussieerd. Dat proces herhaalde zich bij de tweede synode, om de arbeid van de eerste te vervolledigen.”

“De rijkdom aan nuances is opmerkelijk. Dat is eigen aan de kerk. Het is eenheid in verscheidenheid. Dat is synodaliteit. Het komt niet van boven naar beneden, het is echt luisteren naar de kerkgemeenschappen, daar een harmonie in zoeken, onderscheiden.”

Hoe kijkt u aan tegen de media?

“De media dragen een grote verantwoordelijkheid. Vandaag hebben ze de mogelijkheid om meningen te vormen. Ze kunnen goede en slechte opinies de wereld in sturen. De media bouwen de samenleving op. Het is hun opdracht opbouwend te zijn, om informatie uit te wisselen, om te verbroederen, om te doen nadenken, om op te voeden. Dat alles is positief. Natuurlijk is het zo, omdat we allemaal zondaars zijn, dat de media laag kunnen vallen en schade aanrichten. Ook de media kennen verleidingen. Ze kunnen zich laten gebruiken voor kwaadsprekerij en zwartmakerij, vooral wat betreft de politieke wereld. Eenieder heeft recht op een goede naam, maar de media willen problemen met justitie of familiale problemen uit het verleden aan het licht brengen en dat kan mensen schaden. Misschien heeft iemand er al voor betaald door in de gevangenis te zitten of een boete te betalen voor het misdrijf. Dan heeft men het recht niet meer iemand op zijn verleden te blijven vastpinnen.”

“En iets wat eigenlijk veel schade kan berokkenen in de media is desinformatie. Dat wil zeggen, in een of andere situatie slechts een deel van de waarheid vertellen. Neen, dat is desinformatie! Want jullie, televisiekijkers, krijgen maar halve waarheden te zien en zo kun je geen correct oordeel vormen over de hele waarheid. Desinformatie is waarschijnlijk de grootste schade die de media kunnen aanrichten want zo sturen ze de meningen in een bepaalde richting door een deel van de waarheid te verbergen.”

Twee groepen gaan u bijzonder ter harte: de jongeren en de priesters.

“Mijn boodschap aan de jongeren is: wees niet bang, wees niet beschaamd over uw geloof, kom ervoor uit, en wees ook niet bang nieuwe wegen op te zoeken. Maak u geen zorgen: zoek de zin van het leven. Aan de jongeren geef ik twee adviezen mee: zoek nieuwe horizonten op en verspeel uw leven als twintiger niet aan oppervlakkigheden. Kijk vooruit en werk aan uw menselijke roeping.”

“En voor de priesters, een wat salesiaans antwoord (lacht en knipoogt naar bisschop en salesiaan Luc Van Looy). Wat nu zo meteen vanuit mijn hart opborrelt: herinner je dat je een moeder hebt die van je houdt. Hou niet op je moeder lief te hebben… de maagd Maria. Ten tweede: laat je bekijken door Jezus. Ten derde: zoek in je broeders het lijdende lichaam van Jezus. Het is daar dat je Jezus ontmoet. Wees niet beschaamd als priester om lief en mild te zijn. Heb het vergoten bloed van Jezus lief. We hebben nood aan een revolutie van tederheid in deze wereld die lijdt aan cardiosclerose.”

3 . “Liever godvrezende echtgenoot dan immorele priester”

Uit een tekst van Joris Delporte

De jurist, geleerde, staatsman en polemist Thomas More was in tegenstelling tot zijn vriend Desiderius Erasmus geen priester. Die Nederlander gaf daarvoor de volgende verklaring in een narratieve miniatuur: “Hij was liever een godvrezende echtgenoot dan een immorele priester.” “Een oordeel waarin Christus’ woorden doorklinken: ‘het is beter te trouwen dan te branden’ (1 Korintiërs 7, 9, nvdr)”, verduidelijkt Jan Papy (classicus en hoogleraar aan de KU Leuven). “Tegelijk koestert More een veeleer hooggestemd huwelijksideaal. De echtgemeenschap vormt voor hem een ontmoeting van zowel harten als geesten. Conform zijn zedelijke en intellectuele opvoedingsprincipes voor meisjes meent hij dat ideale echtelieden eveneens interessante gesprekspartners blijken.”

Huwelijk is heilig

“Dergelijke denkbeelden tekenen vanzelfsprekend vooreerst de mens achter het literaire fenomeen”, besluit de classicus. “Wel blijkt zijn geloof in de heiligheid van het huwelijk uit de doodstraf voor overspelige ‘Utopianen’. De partnerkeuze verloopt vooraf in alle vrijheid waarna ze evenwel een definitief karakter krijgt.”

Phil Bosmans spreekt tot ons: Wereld van de business

Ik werd bijzonder getroffen door een brief van

een Bond zonder Naam-promotor. Hij schrijft hoe

belangrijk en actueel de boodschap van BzN is, in het

snel evoluerende bedrijfsleven, waar de menselijke

verhoudingen steeds harder worden. Ook in zijn

bankinstelling worden mensen afgedankt. Hijzelf mag

voorlopig blijven, omdat men hem nog nodig heeft en

gebruiken kan. ‘De mensen worden opgejaagd,’ schrijft

hij, ‘en zijn ongerust over de toekomst. Alles wat nog

telt is geld, rendement, productiviteit en drukken van de

kosten. Daarbij worden de menselijke aspecten gewoon

over het hoofd gezien.’ Hij vindt dat de filosofie van BzN

een goede houvast is in zulke wereld en een efficiënt

middel tegen die giftige sfeer van ontmenselijking.

Een nieuwe jonge manager is soms wel heel bekwaam,

maar mist heel dikwijls elk menselijk aanvoelen. Onze

promotor kreeg te horen dat hij toch niet zomaar voor

iedereen vriendelijk moest zijn en moest gereedstaan,

omdat hij medewerker van Bond zonder Naam is. Hij

moest maar eens een boek lezen over economische

wetmatigheden. Dit alles bewijst nogmaals dat de

waarde ‘mens’ gedevalueerd is beneden alle geld- en

beurswaarden, en dat BzN met de waarden die hij

verdedigt meer dan nodig is in deze harde wereld van de

business. We zijn blij en dankbaar met zulke brieven, en

het geeft ons moed om verder te gaan.

Uit het boek Kijk naar de zon! samengesteld door Peter Ausloos

zondag 18 december 2016

Gelezen In Tertio Van 30 November 2016

Wij zijn goed in vernielen

Uit een column van de Nederlandse journalist Pieter van Os

Precies 450 jaar geleden raasden beeldenstormers over de Lage Landen, in navolging van protestanten in Münster, Zürich en Kopenhagen. Vooral het deel dat nu in België ligt – en zelfs in Frankrijk – was de sigaar. Zo bleef er weinig over van de tientallen kerken en kloosters van Gent. En de beeldenstormers gingen duchtig te werk: op 22 augustus 1566 belandde maar liefst de complete bibliotheek van het Gentse dominicanenklooster Het Pand in de Leie. De argumenten die ze hierbij hanteerden, lijken sterk op die van de iconoclasten die in de afgelopen maanden de antieke steden Nimrud en Palmyra hebben verwoest. Opnieuw gaat het om het beeldverbod; weg met de afgoderij. Nooit meer dansen rond het gouden kalf. En ja, opnieuw gaat het natuurlijk ook over onvrede met de gevestigde machten.

Trots op beeldenstorm

Die vergelijking valt niet bij iedereen in goede aarde, heb ik inmiddels geleerd. Maar in navolging van talloze wetenschappers hoop ik iets van waarde, werkelijkheid en waarheid te vinden in de vergelijking tussen de calvinistische beeldenstormers van toen en de islamitische iconoclasten van nu. Dus schreef ik erover. Dat bereikte enkele middelbare scholen uit Amersfoort. Ze vroegen mij per mail hoe het nu toch kan dat een jihadist uit Timboektoe onlangs door het internationale Strafhof was veroordeeld voor iets “waar wij in Nederland toch best trots op zijn”. De leerlingen verruimden mijn blik, want ik had nooit bedacht dat “wij in Nederland” trots zijn op de beeldenstorm, per slot van rekening de vernietiging van honderden kerken en religieuze kunstwerken. Maar dat kan natuurlijk wel. De beeldenstorm was reden voor Philips II om in te grijpen; hij stuurde de genadeloze hertog van Alva,

waarna de opstand uitgroeide tot een burgeroorlog en zelfs een onafhankelijkheidsstrijd, die leidde tot de Republiek die wij in Nederland nog altijd vieren op school en in het Rijksmuseum.

Die trots laat ook zien dat de onvoorwaardelijke veroordeling van de iconoclasten in het Midden-Oosten en in Mali te ondoordacht is. Of te makkelijk. Simpeler gezegd: wij staan niet zo ver van die barbaren af als we wel zouden willen. Dat beeldenstormers niet “middeleeuws” zijn , zoals journalisten ze graag noemen in nieuwsberichten over de vernielingen van IS. Ze zijn “vroegmodern”. Het duurde ook lang voor calvinisten in de Lage Landen ophielden met het slopen van kerken – dat ging door tot 1648. In Engeland stopte de massale kunstsloop pas in 1688.

Voortdurend slopen

Maar die tussenliggende eeuwen dan? Wel, voortdurend werd kunst vernield, door “ons”. Opnieuw katholieke godshuizen tijdens de Franse Revolutie, in de Spaanse republiek en na de Oktoberevolutie in Rusland. Tot diep in de jaren dertig gebruikten Sovjets trouwens iconen voor het maken van fruitkratjes. Voorts moest alles kapot dat oud en mooi was in de Chinese Culturele Revolutie en gingen duizenden synagogen in Oost-Europa in vlammen op toen de Wehrmacht passeerde.

Geen bescherming

Inmiddels is de reconstructie van het oude centrum van Warschau zelf weer uitgeroepen tot cultureel erfgoed, erkend door UNESCO. Wat die erkenning betekent? Weinig, vrees ik. Wellicht alleen dat nieuwe vijanden juist dat centrum opnieuw als eerste zullen vernielen. Moedwillig. Want de wil tot kunstvernieling is nooit ver weg.

Phil Bosmans spreekt tot ons: Kerstmis: een goddelijk gebeuren voor vandaag!

Kerstmis is veel meer dan het vieren van een gebeuren

ergens ver weg in de tijd. Kerstmis is ook niet wat je

te zien krijgt, wekenlang in drukke winkelstraten van

grote steden. Duizenden lichtjes en kerstbomen vol

klinkende bollen. Je valt over de kerstmannetjes in

schitterende etalages. Alles roept op om te kopen en

te consumeren. Een feeërieke sprookjeswereld, maar een

schijnwereld.

Voor de armen een ergernis omdat ze bij de uitstraling

van zoveel luxe en overvloed hun armoede nog

scherper voelen. Het is natuurlijk goed dat mensen

af en toe in feesten verstrooiing vinden voor hun

eenzaam en eentonig bestaan. Maar het is niet goed

als Kerstmis eindigt in een overvolle maag en op de

bodem van de fles. Dan is het geen Kerstmis, maar een

feest van de leegte.

Voor hen die geloven kunnen, is Kerstmis de viering van

een ongelooflijk gebeuren; is Kerstmis de doorbraak

van God op deze koude planeet, de geboorte ven het

christendom. Het christendom is de enige godsdienst,

waarin het Opperwezen zich openbaart als liefde. Wij

geloven in een God, die ‘Liefde’ is, die wil dat zijn liefde

zichtbaar, tastbaar en voelbaar wordt in de huizen

en de straten van de mensen. Dit is het mysterie van

de ‘Menswording’, dat God wilde mens worden in de

persoon van Jezus van Nazareth, om zijn liefde handen

en voeten te geven en de warmte van een mensenhart.

Kerstmis is een onzichtbaar goddelijk gebeuren dat

eigenlijk aan geen datum gebonden is, een gebeuren

dat moet voortduren. Want God wil ook vandaag zijn

liefde laten mens worden in mensen van vlees en

bloed, in ieder van ons. Kerstmis is een oproep naar alle

mensen toe om de liefde van God handen en voeten te

geven en de warmte van het eigen mensenhart.

Kerstmis is een oproep om alle geweld te weigeren

en om over alle wegen naar mensen te gaan, om met

zachte handen de wonden te helen en het woord

‘vrede’ te schrijven over de aarde.

Kerstmis is die fantastische poging om onze wereld

weer bewoonbaar en leefbaar te maken voor arme en

oh zo kwetsbare mensen, opdat nooit meer een kind

in de kou geboren zou worden, nooit meer een mens

alleen in de kou zou moeten sterven.

Kerstmis is het warm worden van onze koude planeet,

een stille doorbraak van een intense liefde, het groeien

van kleine oasen in de woestijn.

Kerstmis kan gebeuren op duizenden plaatsen. Ieder

dorp en elke stad kan Bethlehem heten en ieder hart

kan een kribbe zijn waarin de liefde ‘mens’ wordt

voor mensen van vandaag. Laat ons ‘mensen’ zijn,

doodgewone, goede, geweldloze mensen. Geen

robots. Geen ‘knopkensduwers’. Maar mensen met

een nieuw bewustzijn voor waarden die verloren

gingen in de sfeer van een alles opslorpende

consumptiemaatschappij.

Geen andere mensen, maar ‘veranderde’ mensen,

stiller, soberder, menselijker.

Uit het boek Kijk naar de zon! samengesteld door Peter Ausloos

woensdag 7 december 2016

Chiro KaDee viert Christus-Koning

Op zondag 20 november 2016 vierde de Korbeekse Chiro het feest van Christus-Koning met een eucharistieviering voorgegaan door pater Philip Debruyne. Op de foto met pater Philip achter het altaar ziet u links voor het altaar een veelkleurig kruis staan. Met de zegen van de priester zal dat kruis opgehangen worden in de nieuwe chirolokalen op de Wijngaardberg. Een mooie illustratie van het artikel in dit blad overgenomen uit TERTIO: “Echt pluralisme vraagt om meer identiteit”.

Vooraan in de kerk vernieuwden of deden voor de eerste maal dertien jongeren hun leidersbelofte.

Proficiat Chiro KaDee!

Week 2016-49 - 001Week 2016-49 - 003Week 2016-49 - 004Week 2016-49 - 005

Gelezen In Tertio Van 23 November 2016

1 . Uit het STANDPUNT van Joris Delporte:

Een groeiende groep werknemers zit opgebrand thuis, met een burn-out. Volgens arbeidsmarktspecialist Jan Denys werkt de managementstijl uitputting van brein en ziel mogelijk in de hand maar ontslaat de individuele arbeidskracht allerminst van zelfkritiek. Legt hij of zij de lat niet overdreven hoog? In een meritocratische samenleving valt de top dermate smal uit dat iemand soms beter genoegen neemt met een trapje lager.

Naast een zeker collectief probleem van werkdruk speelt bij sommigen afhankelijkheid van de “werkdrug” mee. Deze specifieke verslaving is ooit begonnen met een gevoel van leegte. Denys verklaart veel stressklachten met het cliché “God is dood”. Bij gebrek aan een zingevingshorizon snellen werknemers naar een lege einder, steeds haastiger en almaar doellozer. Uit dit leven wensen ze alles te halen, om te beginnen professioneel. Ook thuis blijft het hollen geblazen. Deze cohorte combineert massaal het tweeverdienersmodel met opvoedtaken en liefst een druk sociaal leven met zijn online parallel universum. Weinig toevallig heeft de UCL zopas een onderzoek gepubliceerd over “parentele burn-out”, emotionele uitputting onder ouders. Het moge duidelijk zijn, de ver-teveel-ing is niet uitsluitend een HR-kwestie.

Volgens jezuïet en palliatief arts Marc Desmet start de genezing met een gewetensonderzoek. Weten waarom – of beter nog voor wie – je iets doet, helpt dat vervolgens evenwichtig te doen. Zodra de zinvolheid opnieuw gewaarborgd is, ontstaat extra mentale stevigheid om rechtop te blijven in de veeleisende professionele realiteit.

Uitgebalanceerd leven en werken vraagt ook de aanvaarding van onze eigen vermogens. Zoals ledigheid des duivels oorkussen is, schijnt het overdreven streven naar volheid dat evenzeer.

2 . “Echt pluralisme vraagt meer identiteit”

Uit een artikel van Bart Maddens, politicoloog en gewoon hoogleraar aan de KU Leuven.

Toen ik in de jaren tachtig student was aan de KU Leuven hing er in elke aula een kruisbeeld. Vandaag zijn die kruisbeelden in de meeste aula’s verdwenen. Bij mijn weten heeft de universiteit nooit een beslissing genomen om die weg te halen. Het is een spontaan en sluipend proces geweest. Bij elke renovatie van een aula vond men het niet meer nodig het kruisbeeld terug te hangen of te vervangen.

Secularisering

Wij waren die kruisbeelden al gewend van de klaslokalen in het secundair onderwijs. Ik vermoed dat er vandaag veel katholieke scholen zijn waar de kruisbeelden in de klas hetzelfde lot hebben ondergaan als aan de KU Leuven. Het vertoog rond de katholieke dialoogschool heeft als grote verdienste dat het die sluipende secularisering in de secundaire scholen problematiseert. Het biedt zowel een kader als een aanleiding om kwesties zoals de verdwijnende kruisbeelden aan te kaarten en bespreekbaar te maken. Het maakt het net iets gemakkelijker om uit de comfortzone te treden en tegen de stroom van de secularisering op te roeien.

Misschien zou het geen slecht idee zijn om dat concept door te trekken naar het hoger onderwijs. Zou de KU Leuven geen katholieke dialooguniversiteit kunnen zijn? Vijf jaar geleden werd er aan de universiteit een brede discussie gevoerd over de K. Die heeft tot niet veel meer geleid dan de knullige beslissing om de puntjes te schrappen in de naam “KU Leuven”. Dat was een compromis tussen de overgrote meerderheid die de K wou behouden, en een minderheid, waaronder de toenmalige rector, die de associatie met de katholieke kerk liever kwijt dan rijk was.

In een opiniestuk in De Standaard van 19 december 2011 hield de toenmalige decaan van de Faculteit Theologie en Religiewetenschappen, Lieven Boeve, een vurig pleidooi voor het behoud van de K. De tekst gaat over de universiteit, maar toch ziet men daarin al de contouren opdoemen van wat vijf jaar later het concept van de katholieke dialoogschool zou worden. “Echt pluralisme vraagt immers niet om minder, maar om meer identiteit”.

Phil Bosmans spreekt tot ons: Mijn lievelingskruiden

Wat mij heel goed doet, is te kunnen werken in mijn

kruidentuin achter het klooster. Ik heb er jammer

genoeg te weinig tijd voor. Voor het winter wordt,

verzamel ik de kruiden en doe ze in potten. Ik heb er

elk jaar veel te veel. Soms maak ik er wat thee van en

de kok van ons klooster gebruikt ze ook voor ons eten,

en verder geef ik er veel van weg. Ik doe echter ook

graag alleen maar een pot open om te ruiken. Wie zelf

kruiden heeft, weet hoe heerlijk de geuren zijn. Mijn

lievelingskruiden zijn: lavendel, tijm, rozemarijn, en

natuurlijk salie.

Uit het boek Kijk naar de zon! samengesteld door Peter Ausloos