woensdag 13 januari 2016

Phil Bosmans spreekt tot ons: Bij een uitvaart

De verrijzenis van Jezus is een teken van hoop aan
de horizon, voor allen die geloven. In de schaduw van
dit teken zijn we bij een begrafenis samen rond het altaar,
als kleine, zwakke en machteloze mensen. We komen met pijn
in het hart iemand afgeven, die ons bijzonder dierbaar
was en die we graag nog lang bij ons hadden willen
houden. Dit zijn dagen van verdriet, waarin het lijden
torenhoog boven ons uitstijgt. We staan voor het
grote mysterie van lijden en sterven. We hebben zo’n
onbegrijpelijke God, die op zo’n vreemde wijze met ons
omgaat en waarvan we toch geloven dat hij van ons
houdt. We voelen ons een beetje als die leerlingen van
Emmaüs: ontgoocheld en terneergeslagen.
Week 2016-02 -De leerlingen van Emmaüs0001
We weten geen raad met lijden en dood. We zullen
allen over-lijden, dat wil zeggen over lijden de dood
ingaan. De dood is de eeuwige spelbreker, die elk
genotsgevoel aantast, iedere zekerheid aanvreet,
en het orgaan dichtschroeft, waarmee onze
bestaansvreugde wordt ingeademd. De angst voor de
dood grenst rakelings aan de vreugde om het leven.
Door het geloof in de verrijzenis krijgt het sterven een
verbazingwekkende, nieuwe dimensie.
Alle angst en onzekerheid heeft uiteindelijk te maken
met de ‘leegte’ rond God. Als God bestaat is Hij de
grond van alles. Als God niet bestaat wordt alles
zinloos, en verzinken we in het absurde, in het niets.
Het geheim van leven en dood hangt samen met
het mysterie van God. Maar we leven in een maat-
schappij, waarin het Godsprobleem niet langer aan
bod komt. ‘Niet-geloven’ is voor veel mensen de
meest praktische levenshouding geworden. Er is een
soort Godsverduistering, een verduistering in het
denken en het spreken over God. God is een vreemd
licht. Hij doorkruist en ontreddert onze moderne
denksystemen. Leven en sterven, God en mens zijn
werkelijkheden, waar ook de wetenschap geen raad
mee weet. Men zwijgt dan maar. De dood wordt
doodgezwegen. Als de begrafenisstoet voorbij is,
stroomt het verkeer snel door.
We zijn allen Emmaüsgangers onderweg, bedrukt
en ontgoocheld over de dood van een vriend. We
zijn eigenlijk een leven lang onderweg en dragen
alle vragen zonder antwoord mee in ons hart. Tot
we op zekere dag Jezus ontmoeten, die zegt: ‘Klein-
gelovige, waarom zijt ge zo traag van hart?’ Hij begint
te vertellen en gaat een eind mee op onze levensweg.
Dan gaan we stilaan met ons hart dingen verstaan, die
we met ons verstand niet verklaren kunnen. Dan zullen
we zeggen: ‘Blijf bij ons, het wordt avond.’ En Hij zal
blijven in de eucharistie, in het breken van het brood.
En we zullen weten dat Jezus ‘de levende’ is, dat Hij
verrezen is, en dat wij allen kinderen zijn van het licht,
kinderen van de dag, dat wij niet behoren aan nacht en
duisternis.

Uit het boek Kijk naar de zon! samengesteld door Peter Ausloos