woensdag 30 december 2015

Gelezen In Tertio Van 16 December 2015

1.Op 14 december koos het consultorencollege van het bisdom Brugge vicaris-generaal Koen Vanhoutte tot diocesane administrator van het bisdom nu de bisschopszetel met de aanstelling van Jozef De Kesel tot aartsbisschop van Mechelen-Brussel vacant is. Hij bestuurt het bisdom in afwachting dat de paus een nieuwe bisschop benoemt. (Geert De Kerpel)

2.“De politieke leiders moeten beseffen dat wij de mondiale impact van religie niet ongestraft kunnen negeren in een wereld waarin vertegenwoordigers van alle religieuze tradities als nooit tevoren migreren en met elkaar in contact komen.” Dat benadrukt John Kerry, de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken. “Ons buitenlands beleid moet religie op een veel genuanceerder manier benaderen.”
3.Hoop doet leven
In onze christelijke leefwereld wordt veel gehamerd op geloof en liefde. Terecht. Maar wat met de hoop, dat kleine, buitengewone zusje?

Frans dichter, schrijver en essayist Charles Péguy (1873-1914) heeft ruim honderd jaar terug een zowel poëtisch treffende als theologisch accurate meditatie rond hoop gehouden in L’espérance. De tekst behelst een vergelijking tussen geloof, liefde en hoop, waarbij die laatste term beschreven is als een klein meisje naast twee imposantere zussen. Al blijkt die schijnbaar kleinste deugd uiteindelijk de grootste. Een sleutelfragment, vertaald door wijlen jezuïet Frans Van Bladel:

Geloof en liefde zijn als vrouwen.
Hoop is een heel klein meisje van niks.

Zij stapt op tussen de twee vrouwen
en iedereen denkt: die vrouwen houden
haar bij de hand,
die wijzen de weg.
Maar daarvan heb ik meer verstand,
zegt God, ik zeg:
het is dat kleine meisje hoop
dat al wat tussen mensen leeft
hun heen en weer geloop
licht en richting geeft.
Want het is dat kleine meisje hoop
-je ziet het zwak zijn, bang zijn, beven,
je denkt soms dat het zo onooglijk is-
het is dat kleine meisje hoop
dat de mensen zien laat, zien soms even,
wat in het leven mogelijk is.
(Uit het dossier Vooruitgang op tekst van Joris Delporte)

4.Katholieken en moslims verbroederen rond geboortedagen Jezus en Mohammed
(Een artikel van Joris Delporte)

Kerstmis en Mawlid an-Nabi - de herdenking van Mohammeds geboortedag – vallen dit jaar uitzonderlijk tijdens dezelfde week. Negen katholieke en islamitische organisaties ontmoeten elkaar daarom op zondag 27 december in de Brusselse zaal Amaryllis Event. “Deze gelegenheid doet zich in de eerstvolgende drieëndertig jaar niet meer voor”, onderstrepen alle initiatiefnemers in hun gezamenlijke aankondiging. “Voor ons het sein om een signaal van vrede uit te sturen, tegen alle gewelddadige confrontaties in die zich zowel hier als buiten de landsgrenzen voordoen.”
Ernstig dialoogproject
“Ons ontmoetingsmoment is voor een goed begrip geen viering. Evenmin koesteren we de ambitie om Jezus en Mohammed uitvoerig te vergelijken. Aan de basis van ernstige ontmoetingen tussen burgers met uiteenlopende geloofsachtergronden ligt immers het besef dat sommige elementen ons verenigen maar tal van verschilpunten overeind blijven”, duidt Jan Van Eycken. Voor deze priester en drijvende kracht achter het initiatief Interreligieuze Dialoog van de kerk in Brussel (IDkB) is kennismaking vanuit wederzijds respect prioritair. “Concreet confronteren we daartoe leden van beide gemeenschappen met elkaars liederen, gebeden en schriftteksten. Getuigenissen over historische ontmoetingen tussen christenen en moslims wijzen bijkomende paden voor verbroedering aan.”
Licht van de wereld
Mawlid an-Nabi is sinds het einde van de dertiende eeuw ingeburgerd binnen de Noord-Afrikaanse regio. Opvallend in gedichten en liederen over het feest zijn talloze omschrijvingen van Mohammed als een “licht dat de wereld verlicht”, nauwelijks afwijkend van het Licht dat voor christenen met Jezus is geboren. Of hoe geloofsthema’s soms zo gelijk lopen als de religieuze kalenders dit jaar.
5.Verleiding van overvloed
(Uit een artikel van Sabine Alexander)

Porselein, lakwerk, zijde en tal van andere Aziatische luxeproducten vonden in de zeventiende eeuw hun weg naar de Hollandse interieurs. De Amsterdammers lieten hun ingetogenheid varen en geraakten verslingerd aan deze exotica. In de tentoonstelling Azië > Amsterdam brengt het Rijksmuseum de fraaiste voorbeelden van die huiselijke schatten bijeen en illustreert het hun invloed in de Republiek en de rest van Europa.
De welvaart die de Nederlandse handel in de zeventiende eeuw genereerde, vertaalde zich in een Gouden Eeuw. De Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) was er een van de gangmakers van. Ze ontstond in 1602, toen zes mekaar beconcurrerende handelsmaatschappijen zich aaneensloten en het monopolie verwierven op alle Nederlandse commerciële scheepvaart op Azië.
De kernactiviteit van de VOC was de specerijenhandel. Die was in de zestiende eeuw in handen van de Portugezen, maar werd door de Nederlanders overgenomen. Behalve peper, nootmuskaat, foelie, kruidnagel, kardemon en kaneel brachten ze in het ruim van hun schepen ook luxegoederen mee terug naar huis.
Calvinistische preken en morele bezwaren weerhielden de Nederlanders er niet van royaal geld te spenderen aan kleding en juwelen, meubilair en kunst. Werd nog een mate van soberheid betracht in de gevels van de huizen aan de Gouden Bocht, dan gold die niet meer binnenskamers.
Migranten
In enkele decennia was de Republiek uitgegroeid van een door strijd uitgeput gewest tot een machtige handelsnatie die er zich niet voor schaamde haar voorspoed tentoon te spreiden. Amsterdam voelde zich het centrum van een wereldrijk en capituleerde graag voor weelde en exotische smaak. Volgens Jan Van Campen, conservator Aziatische exportkunst van het Rijksmuseum en curator van de tentoonstelling, speelden de Zuidelijke Nederlanders hierin een cruciale rol. Massaal weken ze in de zestiende eeuw uit naar het Noorden, op de vlucht voor oorlog en godsdienstrepressie. Tussen 1580 en 1600 groeide de bevolking van Amsterdam van 30.000 naar 50.000 inwoners en dat dikte met het vorderen van de eeuw nog voort aan. Onder de migranten bevonden zich veel welgestelde en ambitieuze kooplui uit Antwerpen die over heel wat expertise beschikten en in het noorden hun activiteiten voortzetten. Zij waren gewend hun rijkdom zonder schroom te etaleren en verfraaiden ook in hun nieuwe thuisland hun interieur met pronkstukken en schilderijen. Hun voorliefde voor Italiaans majolica (grof en bros soort keramiek) wisselden ze in voor het vlotter verkrijgbaar Chinees porselein, Japans lakwerk of parelmoer. De Amsterdammers volgden hun voorbeeld.
Imitatie
De enorme groei en economische ontwikkeling van de stad had in de zeventiende eeuw een belangrijke middenklasse doen ontstaan die geïnteresseerd was in betaalbare luxe. Dus zorgde de VOC voor de aanvoer van een brede waaier van producten, terwijl men te lande naarstig zocht naar goedkope alternatieven. Delfts blauw is daar het mooiste voorbeeld van. Deze succesrijke imitatie van het bijzonder gewilde blauw-wit Chinees porselein vond snel zijn weg naar vele huiskamers, terwijl de meest verfijnde originelen voorbehouden bleven voor de gefortuneerde elite.

Phil Bosmans spreekt tot ons: Multicultureel

Ik heb altijd geloofd in een multiculturele samenleving.
En ik geloof er nog in. We moeten in de eerste plaats
multicultureel gaan denken en leven. De ander
aanvaarden zoals hij of zij is.
Natuurlijk moeten we onze eigen cultuur niet
verloochenen. Maar tegelijk moeten we open staan
voor andere culturen. Naar hen luisteren. Van hen leren.
Weet je wat een goede slogan zou zijn voor de Bond
zonder Naam? ‘Witte mensen, gekleurde mensen,
allemaal mensen.’ Dat ligt helemaal in de lijn van mijn
visie op de multiculturele samenleving.

Uit het boek Kijk naar de zon! samengesteld door Peter Ausloos

De Sint-Hubertus-Vereering te Leefdaal–deel 4

door Paul Leynen

DE FEESTDAG VAN DEN H.HUBERTUS
Den 3 November van ieder jaar en den Zondag daaropvolgend kende Leefdaal een groote toeloop van bedevaarders. Op den feestdag begon de eerste mis te 7 uur, waarna de broodwijding. Te 8, 9 en 11 u 30 werden nog missen gelezen en te 10 uur de hoogmis gezongen. Het lof had ’s namiddags te 3 uur plaats. Tijdens de godsdienstige plechtigheden weergalmde jachthoorngeschal onder het kerkgewelf. De pastoor en onderpastoor van Leefdaal konden dan aan de taak niet voldoen en daarom werden zij door de pastoors uit de naburige parochies geholpen, of, konden zij niet uit rede van hun parochieplichten, door priesters uit Leuven. Een vreemde predikant kwam er ook voor de gelegenheid. Deze priesters hoorden de biecht der talrijke pelgrims.
De plechtigheden werden nog opgeluisterd door de zang en de muziek waarvoor de kosters uit de omliggende parochies zorgden. Een tijdlang gaf de kerk van Vossem gewaad en ornamenten in bruikleen. De volkstoeloop ter gelegenheid der Sint-Hubertusfeesten lokte kramers, volkszangers, foorlieden naar Leefdaal en gaf aldus oorsprong aan de kermis die heden nog trouw wordt gevierd zooals weleer.
(wordt vervolgd)

woensdag 23 december 2015

De Sint-Hubertus-Vereering te Leefdaal–deel 3

door Paul Leynen

DEVOTIE TOT SINT HUBERTUS TE LEEFDAAL
Te Leefdaal klimt de vereering van Sint Hubertus ver op in het verdeden. Heeft de heilige bisschop er, volgens een overlevering, de kerk niet komen toewijden aan zijn voorganger? Is hij er waarschijnlijk niet meermaals voorbijgereisd als hij zich langs het Voerdal naar Tervuren begaf, zooals bij zijn laatste tocht?
Over die devotie hebben wij, dankzij de welwillende toelating van den E.H. De Schutter, pastoor van Leefdaal, uit het plaatselijk archief der pastorij een reeks interessante gegevens kunnen opdelven. De rijkste bron is voorzeker de verzameling der rekeningen van pastoor en kerkmeesters uit de 16e, 17e en 18e eeuwen, meer bepaald de aanteekeningen aangaande de Sint Hubertus-offers en de Sint Hubertus-lasten. Enkele andere stukken, zooals aflaatbrieven, brieven van echtverklaring der relikwies, enz., leverden aanvullende inlichtingen, alsmede de inhoud van het register der Sint-Hubertus-broederschap.
DE BROEDERSCHAP

Men moet aannemen dat in het begin der XVIe eeuw de bijzondere vereering van Sint Hubertus in de kerk van Leefdaal reeds vast was ingeburgerd. Toen bloeide er een Broederschap van Sint Hubertus. Haar leden, zoowel mannen als vrouwen, werden de verdiensten deelachtig der missen op 3 November en op elken Donderdag in de kerk opgedragen alsmede van den zieledienst met vigiliën ’s daags na Sinter-Huibrechts feest. De wekelijksche mis, in de XVIIe eeuw door het luiden der groote klok aangekondigd, werd in 1646 van den Donderdag op den Dinsdag verschoven. De rede was de instelling alsdan eener plechtige mis ter intentie der nieuw gestichte broederschap van het H. Sacrament. De wekelijksche Sint Hubertus-mis, over honderd jaren nog steeds in eer, wordt thans niet meer gecelebreerd. De Broederschap echter bestaat nog.
Volgens de standregels der broederschap, zooals zij te Leefdaal in 1638 werden uitgevaardigd, moesten de leden hun patroon met ijver vereeren en door milde offers bijdragen tot het onderhoud en den luister der wekelijksche Sint Hubertus-mis; meer bepaald was van hen een zilveren offerpenning verwacht op den feestdag van den patroon, ten einde de devotie te bevorderen. Daarbij waren zij nog gehouden te bidden opdat hun medebroeders en –zusters naar ziel en lichaam zouden welvaren en opdat zij van razende ziekten zouden bevrijd blijven of genezen worden.
In de 17e eeuw kwam de broederschap, samen met de devotie tot den patroon, tot een grooteren opbloei te Leefdaal. Tusschen de jaren 1639 en 1679 werden er bij de drie duizend zes honderd leden in opgenomen, waartusschen men aanzienlijke families met hun knechten en meiden, en geheele kloostergemeenten aantrof.

Phil Bosmans spreekt tot ons: Leven…

De uitgelatenheid in de discotheken wordt als een
uiting van vitalisme voorgesteld. Alsof vitalisme gelijk
staat met leven. Dancingbezoekers apen elkaar na. Hun
handelingen zijn de stuiptrekkingen van een stervende.
Ze verhullen de leegte. Ik heb medelijden met die
mensen. Ze leven tussen steen en beton. Ze zijn altijd
gehaast, jagen over de wegen en voeden zich met
junkfood.

Uit het boek Kijk naar de zon! samengesteld door Peter Ausloos

woensdag 16 december 2015

De Sint-Hubertus-Vereering te Leefdaal–deel 2

door Paul Leynen

ONTSTAAN EN ONTWIKKELING DER VEREERING TOT SINT HUBERTUS

Alras werd het lijk overgevoerd naar Luik, waar Hubertus den bisschoppelijken zetel had gevestigd, en aldaar in de Sint-Pieterskerk begraven. Het volk dat in zijn herder reeds lang een ware heilige had ontwaard, kwam hem op zijn graf vereeren en schreef vele mirakelen toe aan zijn tusschenkomst. Op den 3 November 743 werd het stoffelijk overschot van den heiligen gaaf en ongeschonden uit het graf genomen en tot openbare vereering uitgesteld. Het werd later (825) overgebracht naar het klooster van Andain in de Ardennen, waar de devotie zich ontwikkelde en toenam, groote toeloop van bedevaarders verwekkend. Van dien tijd werd er de H.Hubertus ook aanroepen als patroon der jagers.

Door de eeuwen heen werd de plaats aldus druk bezocht, zoodat zij uitgroeide tot een belangrijk centrum: de stad Saint-Hubert. In 1568 werd er de abdij door de Calvinisten vernield en het vereerd overblijfsel verdween in de ramp. Na enkele jaren kwamen nochtans relikwies van den H.Hubertus te voorschijn en werden met kerkelijke goedkeuring ter openbare vereering uitgesteld in sommige kerken als b.v. te Elewijt en te Leefdaal. Want niet alleen te Saint-Hubert, ook in vele steden en dorpen zoowel in Wallonië als in Brabant en Vlaanderen had zich de Sint Hubertusdevotie, in een min of meer breederen kring, gevestigd en verspreid.

Van in de XIVe en XVe eeuwen werden er overal broederschappen van Sint Hubertus gesticht, die er toe bijdroegen de vereering tot den patroon hoog te houden en uit te breiden. Bij de zeventig kerken zijn nu nog en sedert eeuwen in ons land aan den heiligen toegewijd.

Naar die kerken of kapellen, waar de heilige bijzonder werd aanroepen of waar hij zijn tusschenkomst door mirakelen had veropenbaard, stroomden de bedevaarders toe. Zij kwamen er om neuvenen te bidden, om er, bijzonder op 3 November feestdag van Sint Hubertus, gewijde broodjes, beeldjes, medailles, jachthoorntjes, enz. te verkrijgen tot vrijwaring van ziekten en kwalen*; buitenlieden kwamen er om hun dieren met den Sint-Hubertussleutel te laten branden, als verweer- of geneesmiddel tegen de razernij. Vermelden wij slechts voor Brabant volgende bedevaartsoorden tot Sint Hubertus: Brussel (O.-L.-V. van den Zavel en kapel van het godshuis der H.Drievuldigheid), Buizingen, Sint-Ulriks-kapel, Elewijt, Leefdaal, O.-L.-V.-Lombeek, Tervuren, Wakkerzeel**.

(wordt vervolgd)

*De man die in Leefdaal de Sint-Hubertusbroodjes uitdeelde op 3 november was door die activiteit algemeen gekend als “Broeëke”. Ludovicus Laes (Broeëke) (°Everberg 1869) was getrouwd met Elisabeth Janssens (°Leefdaal 1868). Broeëke en zijn vrouw woonden rechtover het gemeentehuis in Leefdaal. Broeëke heeft nog afstammelingen wonen in Leefdaal: een kleindochter, Angèle Laes (Angèle va Bère va Broeëke) en een achterkleinzoon, Roland Laes (kleinzoon van Jef va Broeëke).

**Ook Schaffen, waar mijn oom Henri Letellier kantonnier geweest is, heeft Sint-Hubertus als patroonheilige.

Phil Bosmans spreekt tot ons: Eenvoud

De eenvoud en het gewone leven, daar gaat het

om. Kijk eens. Het licht gaat aan een snelheid van

300.000 kilometer per seconde. Een lichtjaar, dat is

meer dan 9.400 miljard kilometer. En de doorsnee

van ons melkwegstelsel is 90.000 lichtjaren! Dus, wat

betekenen wij als mens op deze kleine planeet?

Je beseft dat beter als je ouder wordt: je hebt maar

een heel korte tijd om hier op de aarde te ‘parkeren’. En

dan zeg je: vinden de mensen er niks beter op dan

mekaar den duvel aan te doen, te ruziën, het leven

voor mekaar ondraaglijk te maken? Dat is toch zinloos.

Daarvoor leven wij niet.

Uit het boek Kijk naar de zon! samengesteld door Peter Ausloos

Chiro KaDee viert Christus-Koning

Op zondag 22 oktober 2015 was de Chiro van Korbeek-Dijle nadrukkelijk aanwezig in de woord- en communiedienst in de kerk om het feest van Christus-Koning in te zetten. Het is een gedisciplineerde groep die vlijtig meewerkte in de viering. Op het einde kwamen 12 jongens en meisjes naar voren om hun leidersbelofte te hernieuwen of voor de eerste maal af te leggen. Uiteindelijk kwamen ze nog allemaal naar voren, in twee groepen, links en rechts van het altaar, om uit volle borst een vreugdelied aan te heffen.

Week 2015-49 - Christus-Koning 2015 001Week 2015-49 - Christus-Koning 2015 005Week 2015-49 - Christus-Koning 2015 006

woensdag 9 december 2015

De Sint-Hubertus-Vereering te Leefdaal - deel 1

Onder deze titel publiceerde Paul Leynen uit Vossem in 1945 een boekje van 14 bladzijden over Sint-Hubertus, de tweede patroonheilige van Leefdaal. Ik heb dat boekje gevonden in de bibliotheek van de Heemkundige Kring van Huldenberg in het Huis Ter Dijle in Sint-Agatha-Rode. Ik wil het integraal publiceren in Kerk & leven in een achttal bijdragen en in de oorspronkelijke “oude” spelling. Daarna zal ik nog wat wetenswaardigheden putten over Sint-Hubertus uit de databank van Johan Morris.

De vereering van den H.Hubertus is wel een der oudste en populairste van ons land. Thans zooals weleer wordt die volksheilige met dankbaarheid en vertrouwen aanroepen als apostel onzer heidensche voorouders en als machtige wonderdoener die, in zijn leven en meer nog na zijn dood, zoovelen naar ziel en lichaam heeft geholpen; immers, hij is meer bijzonder de behoeder tegen de razernij gebleken.

LEVENSCHETS VAN DEN H.HUBERTUS

Omstreeks het jaar 655 geboren uit de hertogelijke familie van Aquitanië, kwam Hubertus na een woelige jeugd tot inkeer. Hij werd de vrome leerling van de H.Lambertus, bisschop van Maastricht, en tevens zijn ijverige medewerker in het bekeeringswerk. In 705 volgde hij Lambertus, na diens marteldood, op als bisschop en begaf zich denkelijk naar Rome om er de wijding te ontvangen. Hubertus oefende zijn apostolaat uit in alle streken van zijn bisdom dat toen de Ardennen en een groot deel van Brabant en der Kempen omsloot.

Oude schrijvers hebben van het vruchtbaar en godsvruchtig leven van den heiligen een verhaal nagelaten met fraaie legenden doorweven. Zij vertellen hoe Hubertus, toen reeds een bejaard man, zich de vingers erg kwetste waardoor hij aan etterwonden te lijden had; hoe hij desniettegenstaande zijn bisschoppelijke zending en zijn vele bedrijvigheden bleef doorzetten. Zoo antwoordde hij dan ook gunstig op het verzoek der inwoners, vermoedelijk van Heverlee, om hun kerk te komen wijden. Hij kwam er de plechtigheid voltrekken en predikte drie uren lang tot het volk. Zich daarna niet wel voelend, besloot hij zich naar Tervuren te begeven, waar, volgens alle waarschijnlijkheid, hij een landhoeve bezat. Met zijn gezellen vertrok hij langs de Voer stroomopwaarts op een vlot tot Leefdaal, werd hier door hevige koorts overvallen en kon met moeite te paard naar Tervuren geleid worden. Hier stierf Hubertus den 30 Mei 727 na zes dagen lang diepe pijn en vele kwellingen van den duivel te hebben doorstaan.

(wordt vervolgd)

Cyriel Letellier

Gelezen In Tertio Van 25 November 2015

“Zonder langetermijnstrategie komen we er niet meer uit”

Uit een vraaggesprek van Benoit Lannoo met Rudi Vranckx.

U bent gevormd als historicus en hecht veel belang aan historisch inzicht over wat er wereldwijd gebeurt. Hoe is de opmars van het islamextremisme eigenlijk te verklaren?

Hoe je het ook draait of keert: de inval in Irak in 2003 is met voorsprong de grootste blunder uit de kwarteeuw dat ik de wereldgeschiedenis op de voet volg.

Nu zijn er wel meer oorlogen gevoerd op basis van propaganda, zoals de leugens over de massavernietigingswapens van Hoessein. Maar de fundamentele fout van de inval in Irak was dat er geen exit-strategie was: de Amerikanen en Britten wisten waar ze aan begonnen, maar hadden niet nagedacht hoe er ooit weer uit te komen.

Grondtroepen in Irak en Syrië kunnen nu eventueel een oplossing vormen, maar alleen als er ook wordt nagedacht over wat na de bommen komt. Hebben het Westen en de internationale gemeenschap, zo ze erin slagen IS op het terrein te verslaan, deze keer wel een totaaloplossing voor ogen en zullen ze nu wel aan nation building doen? Durven ze daarbij de oude koloniale grenzen van het Midden-Oosten te hertekenen om tot een nieuw evenwicht te komen? En is er in een gestabiliseerd Midden-Oosten plaats voor minderheden: christenen, Jezidi’s, Druzen, Koerden, moslimstromingen, noem maar op? Zoiets mogelijk maken vergt ongetwijfeld een aanhoudend engagement van twintig tot dertig jaar.

Is dat realistisch?

Als we dat niet doen blijft alleen chaos in het Midden-Oosten over. En die chaos is de voedingsbodem voor nog meer extremisme. Misschien hebben we met de aanslagen in Parijs wel een keerpunt bereikt, misschien dringt nu langzaam het besef door dat we er zonder langetermijnstrategie niet meer uitkomen. Want de ‘oorlog om de geesten’ is definitief naar het Westen overgesprongen.

Tot zover Benoit Lannoo en Rudi Vranckx.

Phil Bosmans spreekt tot ons: Paarden en mensen

Ooit lanceerde ik de gedachte: ‘De ander lijdt honger,

want jij hebt zijn deel’. Dat zette heel wat kwaad

bloed. Maar het is wel de waarheid. Ik heb met eigen

ogen gezien hoe in sommige ontwikkelingslanden de

paarden beter waren gehuisvest dan de mensen. De

paardenstallen waren uitgerust met airconditioning,

terwijl een vader zijn kind in een kartonnen doos

moest leggen.

Uit het boek Kijk naar de zon! samengesteld door Peter Ausloos

donderdag 3 december 2015

Gelezen In Tertio Van 18 November 2015

“Wij roepen iedereen op zich te verzetten tegen de logica van de terreur, door een ondubbelzinnig engagement voor de opbouw van het vredevol samenleven in vrijheid, dialoog en respect voor elkaar, als moslims, joden, christenen, andersgelovigen of niet-gelovige humanisten.” Dat staat in de gezamenlijke verklaring van vertegenwoordigers van de katholieken, orthodoxen, anglicanen, protestanten, joden, moslims en vrijzinnigen in België bij het drama in Parijs. (Boudewijn Vanpeteghem)

Phil Bosmans spreekt tot ons: De match van de vriendschap

Miljoenen kijken nu naar de voetbalmatch.

Ik hoor ’t tot op mijn kamer.

Wij spelen ‘de match van de vriendschap’,

zolang we leven.

Alles gaat zo vlug voorbij.

En toch, ik ben heel zeker:

Niets gaat voorbij van wat in liefde gedaan is.

Wat in liefde gedaan is,

blijft bloeien in eeuwigheid.

Dit is in zware dagen onze troost

en voor altijd onze vreugde!

Uit het boek Kijk naar de zon! samengesteld door Peter Ausloos