woensdag 18 februari 2015

Gelezen In Tertio Van 4 Februari 2015

1.Verbied draagmoederschap

Uit een artikel van Michel Ghins, filosoof en voorzitter van Actie voor het Gezin vzw

Zoals in Zweden en Noorwegen zou draagmoederschap in ons land verboden moeten worden. Dat vindt filosoof Michel Ghins. Draagmoederschap staat opnieuw in de actualiteit door de hernieuwde discussies in de Senaat na de vrijspraak van een koppel dat vijf jaar geleden 12.800 euro had betaald aan een draagmoeder. Het parket ging in beroep. Het spreekt van “commercieel draagmoederschap” en van “mensonterende behandeling” van het kind.

Voorstanders van draagmoederschap wijzen erop dat niemand het recht heeft iemand te verbieden zijn of haar kinderwens te vervullen, zolang de vrijheid van anderen niet wordt aangetast. Tegenstanders denken – in vol begrip van en respect voor de kinderwens en de moeilijke aanvaarding van steriliteit – dat draagmoederschap niet alleen een bron van groot leed kan zijn voor de draagmoeder, maar ook voor het kind. Bovendien commercialiseert het de mens en doet het gevaar ontstaan dat we onszelf niet meer als mensen maar als dingen gaan zien.

“Buik verhuren”

In België wordt draagmoederschap niet wettelijk toegestaan, maar ook niet expliciet verboden: het wordt enkel getolereerd. De voorstanders van legalisering vragen dat de wettelijke omkadering erg strikt gebeurt en wijzen, terecht, op het gevaar van exploitatie van arme vrouwen die “hun buik zullen verhuren”.

Steriliteit

Zou het niet veel beter zijn in plaats van draagmoederschap toe te staan, het onderzoek naar oorzaken en behandelingen van steriliteit te intensifiëren, alsook biologisch steriele koppels te begeleiden, zodat ze zich zo zouden kunnen openstellen voor andere mooie vormen van vruchtbaarheid?

2.”Ik ga mijn geloof voort verdiepen”

Uit een artikel van Boudewijn Vanpeteghem

“Een apostel van de media zijn, zoals sommigen me noemen, is onvoldoende voor mij. Ik ga van mijn pensionering gebruikmaken om mijn geloof voort te verdiepen. De standpunten die ik schrijf, meer naar mijn leven vertalen. Ik had het geluk in mijn werk te doen wat mijn leven zin geeft. Dat valt niet weg.” Tertio sprak met hoofdredacteur Bert Claerhout van Kerk & leven naar aanleiding van het nakende einde van zijn journalistieke loopbaan.

Bert Claerhout valt te beschouwen als de peetvader van de religiejournalistiek van de jongste decennia. De uitgelezen persoon om het te hebben over de toekomst van het genre, over de kerk en het geloof, over Franciscus en Johan Bonny. Hij is bezorgd over de religieuze journalistiek en neemt geen blad voor de mond.

Hoe bent u in de religieuze journalistiek verzeild geraakt?

“Geloof heeft altijd een plaats in mijn leven gehad en dat werd het belangrijkste. Niet dat ik uit een streng katholiek milieu kom, maar ik ben altijd met religie bezig geweest. Leerkrachten in het middelbaar onderwijs deden me in geloof groeien en ik las veel. Ten tijde van mijn sociologiestudies in Leuven associeerde ik geloof vooral met sociaal engagement; we hadden een vak ‘sociale leer van de kerk’. In Leuven waren het de nadagen van Mei ’68 en voor mij een periode van kritische bevraging van het geloof. Ik heb altijd een brede maatschappelijke interesse gehad en religie past daarin.”

Paus Franciscus?

“Het is alsof Franciscus in een tank zit en voorop rijdt op weg naar verandering. Daarbij moet hij af en toe achterom kijken en zich vergewissen dat de infanterie blijft volgen. Anders wordt hij een roepende in de woestijn. Van zwart meteen wit maken en omgekeerd, is het beste recept voor mislukking. Toch dient het gezegd dat de paus al vrij ver ging; hij krijgt behoorlijk wat tegenstand in Rome en elders.”

Wat bedoelt u wanneer u zegt dat de kerk opnieuw een gemeenschap moet worden?

“Vanuit mijn brede maatschappelijke interesse kom ik veel mensen tegen; ik leef heus niet uitsluitend in een klerikaal milieu. Velen vertellen me het geloof en de Blijde Boodschap heel mooi te vinden, maar niet te kunnen meegaan met de kerk als instituut. Al is er daar sinds Franciscus een kentering in te ontwaren omdat hij zelf aspecten van het functioneren van de kerk in vraag stelt. Pas op, die nieuwe goodwill betekent niet dat opnieuw meer mensen naar de mis gaan. Wanneer een voetbalploeg slecht speelt en de supporters wegblijven, kan het in het elftal opnemen van twee nieuwe spelers volstaan om de fans opnieuw naar het stadion te doen komen. Zo werkt het niet in de kerk. De paus is geen artiest die met zijn liedjes mensen terug naar de kerk lokt. Wel maakt hij het geloof plausibeler in de maatschappij en hij geeft de mensen het gevoel dat de kerk ernstig bezig is.”

“Geloven is overigens moeilijker dan de mis bijwonen alleen. Het is een proces van verinnerlijking, van aan jezelf werken, waar je dagelijks mee bezig bent. Het is toelaten, met pijn en inspanningen, dat God in je leven komt, en dat uitstralen. Geloven is vooral een relatie aangaan met God, die liefde is. Dat beleef je in gemeenschap met mensen: thuis, op het werk, in de parochie en in de beweging vorm je kerk. Kerk-zijn is met andere mensen bezig zijn vanuit de inspiratie in uzelf.”

Tot zover Boudewijn Vanpeteghem en Bert Claerhout.