donderdag 29 januari 2015

Gebed van de week: Kind van God

Telkens weer, God,

gaat bij een doopsel

de hemel open.

Een welbeminde zoon of dochter

sluit Gij in uw armen,

kind van God.

Die mens vertrouwt Gij toe

aan het leven

om zijn eigen weg te gaan.

Vrij.

Kwetsbaar.

Eigenzinnig.

Een leven lang

blijft Gij op zoek

naar een antwoord,

een teken van wederzijdse liefde.

Als een Vader

kijkt Gij uit

naar elk moment

waarop uw liefde zichtbaar wordt.

Keer op keer

mogen wij ons naar U keren.

En,

ondanks alles,

blijven wij uw kinderen.

Uit het boek Onderweg van Wies Merckx

woensdag 28 januari 2015

Lichtmis 2015

Donker…

De dagen worden alsmaar korter en het blijft langer donker. Het is koud en de mensen blijven graag binnen, knus in de warmte…

Licht…

In het hoge noorden wordt in december het feest van het licht met veel luister gevierd. Er is in deze maand amper daglicht in Scandinavië, hooguit een uur of drie, vier per dag…

Heel veel mensen voelen zich in die periode wat down, een beetje donker in hun hart. Want ze verlangen ernaar, naar dat licht.

Ze weten immers dat het komt! Vanaf eind december lengen de dagen immers alweer, heel voorzichtig en bijna onmerkbaar… en ze wachten…

Ook wij wachten…

Net zoals Maria vol verwachting uitkeek naar de geboorte van haar zoon.

Op zondag 1 februari 2015 vieren we

MARIA LICHTMIS

of

DE OPDRACHT VAN DE HEER IN DE TEMPEL

Met dit feest wordt de kerstperiode afgesloten.
Want Maria betrad, volgens de Joodse wet, 40 dagen na haar bevalling, voor het eerst terug de tempel.

En daar worden ze herkend door de oude Simeon en de hoogbejaarde Hanna, mensen die nog slechts leven van de verwachting. En die in spanning aan het wachten waren op het Licht van de wereld.

Met deze ontmoeting is de cirkel rond. Want Jezus werd eerst nog gezien door de eenvoudige mensen (de herders) en de zoekende mensen (de wijzen).

Willen jullie ook het Licht ontmoeten?

Kom dan met ons meevieren!

We verwachten jullie om 10 uur in de kerk van Korbeek-Dijle. Het is er knus, warm en vol licht!!!

Iedereen is van harte welkom!!!

Tweede Wereldoorlog - deel 20

Balans van de oorlog

Op 10.5.1945 verbleven er in Korbeek-Dijle 781 personen waarvan 10 vluchtelingen (samen 194 gezinnen, gemiddeld iets meer dan 4 personen per gezin).

Het aantal woningen getroffen sedert 10.5.1940 door oorlogsfeiten beliep 52; 40 hiervan waren volledig hersteld op 10.5.1945 en 12 gedeeltelijk.

In een ander document (van 15.3.1945) is sprake van 1 totaal vernielde hoeve vóór 4.9.1944 en 75 gedeeltelijk vernielde hoeven vóór 4.9.1944. Na 4.9.1944 werd geen enkele meer vernield.

Op 30.5.1945 beliep het aantal paarden door oorlogsfeiten gedood 4, en het aantal paarden regelmatig opgeëist door de Duitse overheid sedert mei 1940: 20 landbouwpaarden, geen nijverheidspaarden.

Na de bevrijding en na de oorlog

Op 2.7.1945 werd aangeboden Duitse krijgsgevangenen ter beschikking te stellen van de landbouw. Landbouwers die verlangden één of meer Duitse krijgsgevangenen als landbouwarbeiders aan te werven moesten zich aangeven bij hun gemeentebestuur. De algemene richtlijnen in dit verband waren:

- voeding en onderdak bezorgen op de hoeve

- per dag een bedrag van 50 fr in speciën betalen aan een centraal organisme

- een zeker toezicht uitoefenen (aangevuld door plaatselijke politie en rijkswacht) ten einde ontvluchtingen te voorkomen.

Zelfs tot een heel eind na de oorlog waren er nog altijd bevoorradingsproblemen.

Een omzendbrief van de arrondissementscommissaris van 12.9.1944 bevat “onderrichtingen inzake opeischingen en verhuringen mij door de officieren der zending voor de Burgerlijke Zaken der Geallieerde Legers voor de provincie Brabant ter hand gesteld”.

De bijlage is in het Engels gesteld en klinkt al even gebiedend als de Duitse onderrichtingen tijdens de Duitse bezetting. Verder zegt de omzendbrief: “Inzake ravitailleering, heb ik de eer er den nadruk op te leggen dat U al uw gezag moet tewerkstellen om de voedselvoorziening te verzekeren. Derhalve zult U onmiddellijk aan de landbouwers leveringsbevelen laten geworden met betrekking tot de levering van broodgranen, aardappelen en vleesch.”

Hij vraagt ook een lijst van de Engelse of Amerikaanse staatsonderdanen die, wegens oorlogsfeiten, op het grondgebied uwer gemeente gesneuveld zijn en begraven liggen.

Op 5.6.1945 schrijft de arrondissementscommissaris aan de burgemeester: Er wordt nog steeds aangedrongen om van de landbouwers de levering te bekomen van een zo groot mogelijke hoeveelheid aardappelen speciaal met het oog op de bevoorrading onzer teruggekeerde krijgsgevangenen.

Uit een brief van de Procureur des Konings aan o.a. de burgemeesters van 23.1.1945:

“De economische toestand van het land is thans angstwekkend, vooral wegens schaarste aan brandstoffen. Het is van belang dat de talrijke diefstallen van kolen die in de stations, opslagplaatsen, werven en lossingskaaien gepleegd worden, bizonder krachtig beteugeld worden. In de gevallen waarin het uit uw onderzoek niet mocht blijken dat de op heterdaad van diefstal of van poging tot diefstal van kolen betrapte persoon gehandeld heeft om aan de zijnen een minimum brandstof te bezorgen, ’t is te zeggen gedreven door dringenden nood, zult u de overtreders te mijner beschikking stellen zonder vooraf mijn ambt om raad te moeten vragen.”

Op 7.12.1950 schrijft de gemeente aan de arrondissementscommissaris dat er in november in Korbeek-Dijle 8 volledig werklozen waren en 2 gedeeltelijk werklozen. Rekening houdend met het feit dat Korbeek-Dijle toen ongeveer 750 inwoners telde en vooral uit zelfstandige landbouwers bestond, lijkt mij dat de tewerkstelling toen toch nog niet op haar best was.

Bij Koninklijk Besluit van 22.3.1951 werd de arrondissementscommissaris van Leuven, dhr J. de Néeff, tot Gouverneur van de Provincie Brabant benoemd. Zijn opvolger in Leuven was dhr Victor Vercruysse, dr. In de Rechten, licentiaat in het Notariaat en licentiaat in Wijsbegeerte en Letteren.

Herstel van oorlogsschade en grove herstellingen aan de overdekte speelplaats der jongensschool

Op 24.8.1951 meldt dhr Vercruysse aan de burgemeester: ”Ik heb de tussenkomst van dhr Provinciegouverneur ingeroepen om uw gemeenteschool zo spoedig mogelijk van een nieuwe overdekte speelplaats te voorzien. Bij schrijven van 22.8.1951 laat deze hoge ambtenaar mij weten dat hij, op dezelfde dag, bij de Heer Minister van Openbare Werken, Hoofdbestuur van de Stedebouw, aangedrongen heeft ten einde een spoedig gevolg aan deze zaak te zien voorbehouden.”

Maar zo vlot ging het allemaal niet. Meer dan twee jaar later, op 25.9.1953, schrijft dhr Vercruysse dat de Minister van Openbare Werken hem, via de Provinciegouverneur, medegedeeld heeft dat “het verzoek van de burgemeester om een principiële belofte van Staatstussenkomst voor onderhavige werken, te gepasten tijde zal onderzocht worden.”

woensdag 21 januari 2015

Gelezen in Tertio van 7 januari 2015

1.Bevrijdingstheologie

Uit een artikel van Emmanuel Van Lierde

Onder de vorige pontificaten werden bewegingen als Opus Dei ingezet om de bevrijdingstheologie aan banden te leggen. Nu er een Latijns-Amerikaanse paus is aangetreden, lijkt de wind gekeerd. Getuigen uit Peru zien de eerste kiemen van nieuwe tijden voor kerk, theologie en katholieke universiteiten.

In katholieke milieus doet Peru denken aan Gustavo Gutiérrez, de dominicaan die wordt aangezien als de stichter van de bevrijdingstheologie.

Zijn in 1971 uitgegeven boek Theologie van de bevrijding blijft lezenswaardig. Het laatste hoofdstuk vormt de essentie. Daarin wijst hij erop dat solidariteit meer is dan liefdadigheid. Er zijn onrechtvaardige situaties die structurele oorzaken hebben en daar moet iets aan gebeuren. Er is effectief verzet nodig om die structuren om te buigen. Die kijk heeft politieke consequenties.

2.Verrassende kardinaalskeuzes

Uit een artikel van Emmanuel Van Lierde

Paus Franciscus maakte zondag (4 januari 2015) de namen bekend van twintig nieuwe kardinalen. Zijn keuzes waren nog verrassender dan bij zijn eerste kardinaalscreatie een jaar geleden. “Hij trekt zijn vernieuwing van de kerk door tot in het kardinaalsambt en maakt duidelijk dat er geen recht op kardinaalshoed bestaat”, stelt Radio Vaticaan. “Kardinaal zijn is niet langer een volgende bevordering na aartsbisschop en hangt niet langer samen met het historische belang van een aartsbisdom.” Dat de oude tradities niet meer gelden, blijkt uit het feit dat geen van de kanshebbers uit de VS of van zetels als Venetië en Turijn tussen de namen prijken. Ook maar één Curiemedewerker dit keer: Dominique Mamberti, de nieuwe prefect van de Apostolische Signatuur.

Paus Franciscus kiest voor een verdere internationalisering en zoekt zijn kandidaten “in de periferie”, aan de uiteinden van de wereld of in vervolgde gebieden. Drie landen krijgen voor het eerst een kardinaal: Myanmar, de Kaapverdische eilanden en het koninkrijk Tonga. Verder zijn er twee Aziaten, drie Latijns-Amerikanen, een Nieuw-Zeelander en een Ethiopiër. Een teken van solidariteit met mensen in de periferie, is de keuze voor de Italiaanse aartsbisschop van Agrigento in wiens bisdom het eiland Lampedusa ligt. Francesco Montenegro is een voorspreker van de bootvluchtelingen. De andere Italiaan is Edoardo Menichelli van Anconca die door de paus eerder was uitgenodigd op de bisschoppensynode en die in Italië de gezinscommissie van de bisschoppen leidt.

Vanaf de kardinaalscreatie op 14 februari zullen 31 van de 125 stemgerechtigde kardinalen benoemd zijn door de huidige paus. 58 komen er uit Europa – dat is voortaan minder dan de helft - , 20 uit Latijns-Amerika, 15 uit Afrika, 15 uit Noord-Amerika, 14 uit Azië en 3 uit Oceanië.

3.”Christenen vormen attractieve minderheid in Verre Oosten”

Uit een artikel van Jan De Volder

“Deze paus ziet in dat het Aziatische continent van kapitaal belang is voor de toekomst van de wereld. En van het christendom”, zegt pater Bernardo Cervellera, directeur van het in Rome gevestigde katholieke persagentschap Asianews. “De globalisering die het aangezicht van de aarde in sneltempo verandert, kun je daar het beste zien.”

Creatieve minderheid

Op de Filipijnen en Oost-Timor na, de twee enige Aziatische landen waar christenen in de meerderheid zijn, vormen de christenen overal een kleine minderheid op dat continent. In landen als Zuid-Korea en Vietnam vormen ze meer dan 10 procent, maar in zowat alle andere landen blijft hun aandeel beperkt, vaak tot minder dan 3 procent van de bevolking. “Dat neemt niet weg dat het om dynamische minderheden gaat, die doorgaans attractief zijn”, merkt Bernardo Cervellera op. “Neem nu India: onder de priesters, religieuzen en katholieke leken zijn er veel briljante mensen. Door het kwaliteitsvolle onderwijs, waar ze bekend voor zijn, oefenen ze een sterke aantrekkingskracht uit op niet-katholieken. De elites vertrouwen hun kinderen aan katholieke scholen toe, en men probeert het educatieve model van die scholen te evenaren.”

Attractiviteit in periferie

Tegelijk richt de katholieke kerk zich niet alleen op de elites, maar ook op de uitgestotenen, de armen, de vreemdelingen; zij die in deze ongelijke samenlevingen nar de rand worden verdreven en door de globalisering nog verder worden gemarginaliseerd. In Vlaanderen is bijvoorbeeld het werk van zuster Jeanne De Vos met het vrouwelijke huispersoneel in India goed bekend. ”Ook dat maakt de christenen anders dan de traditionele godsdiensten, en dus attractief”, zegt Cervellera. “Deze kerken vertonen een grote missionaire dynamiek: ze groeien door de band genomen met 4 à 5 procent per jaar.”

Fundamentalisme

Op Sri Lanka hebben christenen, maar ook moslims, almaar meer te lijden onder het groeiende boeddhistische fundamentalisme. Ook elders staan de christenen bloot aan vervolgingen: in de totalitaire regimes van China en Noord-Korea maakt de alom aanwezige staatscontrole godsdienstvrijheid tot een lachertje. In India groeit het Hindoefundamentalisme, in Pakistan het moslimfundamentalisme, in Myanmar (Birma) het boeddhistische fundamentalisme.

Dat ook traditioneel zachtaardige oosterse godsdiensten als het boeddhisme in het hindoeïsme gewelddadiger worden, ziet Cervellera als een reactie op de moderniteit. Deze godsdiensten zien met lede ogen aan hoe de globalisering en de verstedelijking de levenswijze van de mensen ingrijpend veranderen. Zij proberen hun verminderde invloed op de bevolking te compenseren door wie niet is als zij te bestrijden.

Protestanten en katholieken

Nog meer dan de katholieke kerk hebben protestantse en pentecostaalse kerkgemeenschappen de wind in de zeilen. In China claimen ze al met honderd miljoen te zijn. Hoewel dat cijfer wellicht nog overdreven is, groeien ze inderdaad sterk. “Heel veel Chinezen voelen zich aangetrokken tot het christendom: ze zijn de levensstijl die alleen op materiële vooruitgang is gericht moe.”

Bij protestantse kerken bewondert pater Cervellera de missionaire ijver. “Van hun dynamiek en offerbereidheid kunnen katholieken nog iets leren.” Maar van hun methodes is hij toch niet altijd overtuigd. “Hun aanpak is vaak te direct en te confronterend. Hun verkondiging gaat gepaard met vernietiging van de lokale cultuur, bijvoorbeeld door publieke verbrandingen van beelden die verband houden met plaatselijke tradities. Dat zet ook kwaad bloed. Om attractief te zijn moeten christenen vooral menselijk blijven.”

Chinees-Vaticaanse relaties

Dat paus Franciscus de aandacht trekt van de Chinese machthebbers, media en bevolking, moge duidelijk zijn. Geregeld verschijnen er stukken die positief over hem berichten. “Dat komt vooral omdat het ongezien is dat een man met zo’n positie er zo’n eenvoud op nahoudt en zich zo nadrukkelijk inlaat met arme, zieke, gehandicapte mensen. Dat is een treffend getuigenis, overal ter wereld, en dus ook in China”, verduidelijkt Bernardo Cervellera. Een en ander gaat gepaard met vriendelijkheden tussen de Heilige Stoel en Peking, bijvoorbeeld toen paus Franciscus bij het overvliegen van het Chinese luchtruim richting Zuid-Korea een boodschap stuurde naar president Xi Jinping. Maar of dat binnen afzienbare tijd zal leiden tot een akkoord over de kerk-staatverhouding, zoals Global Times en verscheidene andere media de laatste tijd berichten? Pater Cervellera heeft zijn twijfels. “Over bisschopsbenoemingen is er al langer een modus vivendi, maar zowel Rome als de Chinese autoriteiten eisen het laatste woord op. Ook het functioneren van de Patriottische Katholieke Vereniging blijft problematisch: eigenlijk moet die de kwalificatie ‘katholiek’ laten vallen, want de facto is het orgaan alleen maar een overheidsinstrument om de kerk te controleren en te domineren.”

Volgens waarnemers is er ongetwijfeld een strekking aan de top van de communistische partij die normalisering van de betrekkingen met de katholieke kerk genegen is. Maar evenzeer is er een strekking die er als de dood voor is. Zij vreest dat de normalisering het spreekwoordelijke gat in de dijk wordt, dat de hele Chinese machtsstructuur kan onderuithalen. Vaticaans staatssecretaris Pietro Parolin hield het onlangs op “een positieve fase met beloftevolle vooruitzichten”.

Tweede Wereldoorlog - deel 19

Na de schrappingen om allerlei redenen bleven er van de 207 namen op de lijst van de boerenwachters nog 166 over zodat ieder overblijvend lid van de Boerenwacht in het zomerschema ongeveer om de 10 dagen de wacht moest optrekken. Iedereen kreeg om de drie maanden een overzicht van de nachten waarop hij van wacht was.

De Boerenwacht moest ook optreden in de winter.

Het Plan voor de Winterwacht 1 oktober 1943 – 1 juni 1944 voorzag:

Opdracht: In hoofdzaak bewaken en beschermen der hofsteden en andere voedselopslagplaatsen in de landelijke gemeenten, tegen diefstal en brandgevaar.

Deelnemers: In principe alleen de boeren.

Verder:

- de patrouilles bestaan uit 4 man

- het aantal patrouilles per gemeente wordt vastgesteld in verhouding van 1 patrouille per 1.000 ha of onderdeel

- deze patrouilles gebeuren van de ene hofstede of opslagplaats naar de andere. Zij nemen elk uur een vaste post op een hofstede of aan een opslagplaats en dit gedurende een half uur, zodat de afwisseling een half uur vaste post, een half uur patrouilleren, regelmatig volgt

- duur der patrouilles: 3 uur, uit te voeren tussen 20 u en 6 u.

Ook deze winterwacht heeft zeker gefunctioneerd in Korbeek-Dijle.

Op 14 april 1944 kregen de burgemeesters een brief van Hoofdman Roodhooft dat de Zomeractie 1944 moest starten uiterlijk op 15 mei 1944. Over deze actie zitten geen concrete Korbeekse gegevens in het dossier.

Waarschijnlijk is daar niet veel meer van in huis gekomen omdat een geallieerde landing op het Europese vasteland in de lucht hing en zowel het passief als het actief verzet tegen de Duitsers toenam.

De boerenwachters waren trouwens nooit erg gemotiveerd. Wat kon het hen schelen dat het Verzet de koolzaadvelden in brand stak. Het koolzaad moest toch geleverd worden aan de Duitsers die er voor hen levensnoodzakelijke olie uit persten. Mijn vader vertelde dat er grappen werden uitgehaald, bijvoorbeeld: de ene ploeg ging in hinderlaag liggen en simuleerde een overval op een andere ploeg. Mijn schoonvader voorzag zich van warme kleding om onderweg op een verdekt plaatsje, in de berm van een holle weg of in een houtwal, wat vervangende nachtrust te nemen. Hij startte en beëindigde zijn patrouille wel samen met zijn ploeg.

Telling van de winterbezaaiingen en van het vee op 1 januari

1943 1944 1945 1946 1947 1948 1949

Wintertarwe (in ha en aren) 83.74 87.30 83.08 73.70 66.16 59.66 63.72

Rogge (in ha en aren) 93.73 75.45 72.23 69.11 60.36 54.88 64.21

Wintergerst (in ha en aren) 0.00 1.53 5.57 4.62 1.54 0.30 1.00

Winterkoolzaad (in ha en aren) 1.70 13.48 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00

Totaal der winterbezaaiingen 179.17 177.76 160.88 147.43 128.06 114.84 128.93

Paarden 104 104 105 102 100 106 107

Runderen 374 370 375 373 413 386 426

Schapen 24 24 9 24 25 6 8

Varkens 199 180 248 252 283 263 334

Geiten 35 57 55 46 31 17 21

Pluimvee 1161 1093 1230 1516 1712 1741 1982

Bijen (in korven + kasten) 1 + 1 1 + 1 1 + 1 1 + 1 0 + 2 0 + 2 0 + 0

Konijnen - 200 104 82 33 0 -

Commentaar

De winterbezaaiingen namen geleidelijk af. Waarschijnlijk ten voordele van zomergranen, aardappelen, suikerbieten en witloof.

Het koolzaad werd duidelijk alleen maar geteeld op bevel van de Duitse bezetter.

Het aantal paarden (daarin zijn de veulens begrepen) bleef praktisch gelijk.

Het aantal runderen (daarin zijn de kalveren begrepen) had zijn dieptepunt in 1944. Daaraan zijn de verplichte vleesleveringen tijdens de oorlog zeker niet vreemd. Pas in 1947 komt er een duidelijk herstel van de veestapel.

Het aantal varkens kende ook een dieptepunt in 1944, maar kende reeds een heropleving in 1945 en steeg dan geleidelijk verder.

Het aantal geiten heeft een tegengestelde trend: een hoogtepunt in 1944 en daarna een geleidelijke afbouw. Dit is te verklaren door de toenemende voedselschaarste en verarming van de bevolking tijdens de oorlog. Wie melk wilde hebben en zich geen koe meer kon permitteren schafte zich een geit aan. De geit was steeds de koe van de kleine man.

Het pluimvee had ook een dieptepunt in 1944, maar steeg daarna geleidelijk met een duidelijke sprong in 1949.

Bijen waren zeldzaam.

Konijnen waren te vergelijken met geiten. Bij gebrek aan beter trok men zijn plan met kleinvee. In 1943 en 1949 werden de konijnen niet geteld.

(wordt vervolgd)

Gebed van de week: Heilige grond

God,

Schepper van al wat is,

toon ons de heilige grond,

de tijd en de plaats

waar we mogen aarden

en waar het vuur brandend blijft.

Roep ons

om altijd weer de weg te gaan,

schroomvol en moedig.

Ontluik in ons

wat nog verscholen zit.

Zo bloeit beetje bij beetje

uw hemel open

en wordt uw Rijk zichtbaar

in en rondom ons.

Uit het boek Onderweg van Wies Merckx

woensdag 14 januari 2015

Wafelenbak 2014 WOS

clip_image002

Tradities moeten in ere gehouden worden, … vooral als ze goed zijn. De wafels van de WOS zijn lekker, want ze zijn zelfgebakken met grootmoeders kwaliteit! En ze geven een kijk op de grote wereld! Met de opbrengst worden immers missionarissen en ontwikkelingsprojecten gesteund in Congo, Rwanda, en Guatemala; ook het project van onze dorpsgenoot Valeer Neckebrouck in Nicaragua. Zulke jaarlijkse traditie moet alle kansen krijgen … En de prijs?
5.00 Euro voor een pak met zes wafels. Dat is een weggevertje!

In Korbeek-Dijle bieden we de wafels huis aan huis aan in de namiddag van zondag 1 februari 2015 en van zondag 8 februari 2015. We beginnen de eerste zondag op de buitenrand van het dorp en werken naar het centrum toe. We kunnen niet iedereen die ene zondag bedienen en de mensen in het centrum kunnen ons de tweede zondag verwachten. Ze moeten echter niet ongerust zijn. Ook dan worden de wafels weer vers gebakken!

Als U de wafels graag op een ander ogenblik hebt tussen 31 januari en 9 februari 2015 mag u bestellen zoals hieronder is vermeld.

Iedereen buiten Korbeek-Dijle
of wie er op een ander moment wil… kan bestellen!

We leveren ze dan in de week bij U thuis af. U kunt telefoneren of e-mailen naar Van Neck-Maginelle Maria 016 47 18 54 maria.maginelle@gmail.com of naar Vermeulen Gard 016 47 70 62 gard@telenet.be.

Smakelijk, en bedankt voor uw steun,

De Werkgroep Ontwikkelings-Samenwerking

Tweede Wereldoorlog - deel 18

Op het terrein in Korbeek-Dijle leidde dit einde juni 1943 tot het aanstellen elke nacht van een speciale koolzaadwachtbrigade van 7 man plus twee gewone wachten van elk 3 man. Voor die gewone wachten waren er vier dienstregelingen:

- Wijk A dienst 1 van 22.30 u tot 3.30 u

- Wijk A dienst 2 van 1 u tot 6 u

- Wijk B dienst 1 van 22.30 u tot 3.30 u

- Wijk B dienst 2 van 1 u tot 6 u

Elke nacht werden de wijken A en B bediend en de diensten 1 en 2 verzekerd.

Bijvoorbeeld: wijk A dienst 1 zag er als volgt uit:

“Bijeenkomst Kapelleke Veeweide om 22.30 u. Vertrek langs de Veeweidestraat, langsheen de Dijle tot aan de Dijlebrug alwaar 1ste vaste Post, van 24 u tot 0.30 u. Langs de Statiestraat, Kostersberg, Nijvelsebaan, Klein Hollestraat, Groenenweg tot aan den Breedenweg, alwaar 2de vaste Post van 1.15 u tot 1.45 u. Langs Breedenweg, Blokkenstraat tot aan de Nijvelsebaan, woning van den Veldwachter, alwaar 3de vast Post van 2.30 u tot 2.45 u. Langs Nijvelsebaan, Bertemschevoetweg, Vloedgroebbe, Dries, Ormendaalstraat, Putstraat, Nijvelsebaan, Kapelleke, Veeweide, alwaar aankomst en einde van de wacht om 3.30 u.”

Op 3 juli 1943 deelde Militärverwaltungsinspektor Jarnke in opdracht van de Kreiscommandantur o.a. volgende schikkingen mee aan de burgemeesters:

- de patrouilles moeten bestaan uit 5 wachters voor hoogstens 50 ha bebouwd land

- voor ieder koolzaadveld moet een groep van 5 tot 6 wachters een bestendige wacht uitoefenen

- op ieder gemeentehuis moeten tussen 22 en 4 uur twee leiders aanwezig zijn, een voor de Feldgendarmerie en een voor de Rijkswacht om deze eventueel te begeleiden naar de bewaakte koolzaadvelden.

Vanaf 12 juli 1943 werd de Boerenwacht in Korbeek-Dijle dan ook als volgt georganiseerd: elke nacht 3 ploegen van 5 man plus 2 wachters op het gemeentehuis. Elke koolzaadwachtploeg moest een bepaald traject volgen met inachtname van een bepaald tijdschema, elk langs een twaalftal koolzaadvelden.

Bijvoorbeeld: van vrijdag 30 op zaterdag 31 juli 1943 waren volgende boerenwachters actief:

Groep 1:

- Van Kildonck Clement

- Poeckens Prosper

- Lava Jules

- Vanderstappen Willem

- Van Geel Jozef

Groep 2:

- Ruelens Jules

- Berthels Maurice

- Van Neck Jan Baptist

- Michiels Constant

- Bruggemans Jules

Groep 3:

- De Coster Jozef

- Van Campenhout Armand

- Crabbé Louis

- Bruggemans Jozef

- De Boet Frans

En van wacht op het gemeentehuis: Bruggemans Kamiel en De Wit Eugeen.

Eén van de ploegen van 5 man die opereerde tijdens de nacht van 2 op 3 augustus was:

- Van Neck Jozef

- Schoolmeesters Alfons

- Goossens Victor

- Monival Henri

- De Van Désiré

Zij kregen controle van de Rijkswacht van Leefdaal en een controlebewijs: “Gezien den 2.8.1943 om 23 uur. De Rijkswacht van Leefdaal get. Cooremans”

Dezelfde nacht kregen

- Vanderstappen Constant

- Creffier Frans

- Winnepenninckx Louis

- Letellier Leon

- Letellier Jozef

eveneens controle van de Rijkswacht van Leefdaal en een controlebewijs: “Gezien den 2.8.1943 om 23 u 40 min. De Rijkswacht van Leefdaal get. Cooremans”

Een andere groep kreeg controle van de Rijkswacht van Leefdaal op 12.8.1943 en als controlebewijs: “Gezien den 12.8.1943 om 2 u 20 min De Rijkswacht van Leefdaal get. a.i. wachtmeester Cooremans”

(wordt vervolgd)

Gebed van de week: Groot geloof

Geloven in iets

maakt je enthousiast

brengt je in beweging

verlegt je grenzen.

Geloven in iemand

is alles wat je hebt

alles wat je bent

in de weegschaal leggen

je riskeren voor haar of voor hem.

Geloven

doet je doen

wat je van een ander gek zou vinden

het maakt je geduldig

en ongeduldig tegelijkertijd.

Geloven

doet je gaan

jezelf vergeten

je leeft zoveel meer.

Heer,

prikkel mij

om in U te geloven

en te zijn

een mens naar uw beeld.

Uit het boek Onderweg van Wies Merckx

woensdag 7 januari 2015

Tweede Wereldoorlog - deel 17

Wie enigszins kon probeerde te ontsnappen aan de wachtplicht.

Voor Georges Buekenhout was er een brief van dokter J. Vonckx “dat het absoluut tegenaangewezen is dat hij ’s nachts boerenwacht doet.” (gedateerd: 5.6.43)

Voor Jozef Vleminckx een verklaring van prof. M. Appelmans dat hij in behandeling is in de dienst voor ooglijders van de Universiteitsklinieken te Leuven. (gedateerd: 21.7.1943)

Voor Prosper Poeckens een attest van de NMBS dat hij als seingever prestaties moest leveren, met wekelijkse afwisseling, van 6 tot 14 u, van 14 tot 22 u en van 22 tot 6 u.

Voor Louis Creffier, hulpelektricien, een brief van de RTT Leuven aan de burgemeester dat hij in het bezit is van een burgerlijk mobilisatieboekje “en derhalve geen deel moet nemen aan de boerenwacht”. (gedateerd 22.7.1943)

Voor Isidoor D’Hont, lasser-elektricien, een brief van de RTT dat betrokkene dient vrijgesteld van boerenwacht omdat hij in het bezit is van een burgerlijk mobilisatieboekje. (gedateerd: 27.7.1943)

Maar, op 29.7.1943 kwam er een brief van de Boerenwacht in Brussel (Nationale Landbouw- en Voedingscorporatie) dat aan de aanvragen tot vrijstelling van het personeel van de RTT geen gunstig gevolg kon verleend worden: “Het besluit van 5.3.1935 betreffende de opeisingen van houders van een burgerlijk mobilisatieboekje verliest zijn kracht daar het nu om opeisingen van de Duitse Overheid gaat.”

Het “Plan voor de Zomerwacht 1 juni – 1 november 1943” voorzag dat de boerenwachters mochten uitgerust worden met knuppels, matrakken en zelfs jachtgeweren. De burgemeester kon aangezocht worden één of meer jachtgeweren op de Kommandantur af te halen. De eventuele jachtgeweren waren dan voor de gemeenteoverste, de wijkoversten en patrouilleoversten. Ook nog:

“De bewapening met pistolen en revolvers geschiedt langs de Algemene Leiding naargelang van de noodzakelijkheid en de mogelijkheid.”

Het “Zomeractieplan 1944 15 mei – 15 oktober” voorzag daarenboven:

“Het is de plicht van elken burgemeester en gemeenteoverste de boeren zooveel mogelijk aan te raden zich een jachtwapen aan te schaffen in de vormen zooals vroeger door ons werden uiteengezet.

Duizenden hebben reeds onzen oproep beantwoord, maar tienmaal grooter is het getal van hen die nog twijfelen.

BELANGRIJKE OPMERKING: Het besluit nopens de bewapening der Boerenwacht voorziet dat de Boerenwachters mogen bewapend zijn met verdedigingswapens. Hiervan mag dan alleen gebruik worden gemaakt in geval van wettige zelfverdediging.”

De boerenwachters beschikten over een Nachtschein (machtiging tot nachtverkeer) en een controleboekje dat de patrouille op haar ronde moest meenemen. Hierin moesten dagelijks vermeld worden:

a) de namen van de van dienst zijnde boerenwachters

b) uur en plaats van de vier voorgeschreven hinderlagen

c) de gebeurlijke controles

d) de vaststellingen door de patrouille gedaan en het verslag van de trosoverste.

De eerste vermelding van een boerenwacht in Korbeek-Dijle betrof de periode van 4 tot 30.1.1943, maar zonder opgave van de namen van de boerenwachters. De eerste patrouille met opgave van namen was deze van zondag 28 op maandag 29.3.1943. Deze patrouille bestond uit:

- Vanderwegen Frans

- Wauters Constant

- Vandenplas August

- Vanderstappen Henri

Het waren alle vier inwoners van dezelfde straat (Ormendaal). Zo zou het ook verder lopen bij de samenstelling van de patrouilles: men koos ervoor buren samen op stap te sturen.

Tot mei 1943 bestonden de patrouilles van de boerenwacht uit 4 man.

De boerenwachters kregen ook als opdracht elke bijzondere waarneming zoals: het neerstorten van vliegtuigen, het neerkomen van valschermspringers, van op het grondgebied der gemeente gegeven lichtsignalen, het ronddolen van elke verdachte persoon, zonder uitstel en onmiddellijk, hetzij dag of nacht aan de gemeentelijke politie mede te delen.

Op 4 juni 1943 bezwoer het Hoofd van den Politionelen Dienst van de Nationale Landbouw- en Voedingscorporatie, Roodhooft, in een vriendelijke brief aan de gemeenteoversten van de Boerenwacht, er alles aan te doen om de naderende oogst te beschermen, met als eindparagraaf:

“Gemeenteoverste, volg thans met een voorbeeldige tucht elk ordewoord dat door uw Oversten wordt gegeven. Wij zullen moeten bewijzen dat er met ons af te rekenen valt… Wij rekenen op U, bouw Gij op ons. Met hartelijken groet!”

Maar op 10 juni 1943 sloeg Hoofdman Roodhooft, op last van de Kreiscommandantur, reeds een heel andere toon aan in zijn brief aan de burgemeesters en de gemeenteoversten van de Boerenwacht:

“In den laatsten tijd worden nachtelijke overvallen op koolzaadvelden menigvuldiger.

Ik verzoek de Boerenwacht in gansch het Arrondissement, deze velden in het bijzonder te bewaken.
Indien zulkdanige overvallen in de toekomst nog voorkomen en door de Boerenwachters niet verhinderd worden, zullen de dienstdoende Boerenwachters ten strengste gestraft worden, wegens hulpverlening bij het plegen van sabotagedaden.”

(wordt vervolgd)

Soep op de stoep

De opbrengst van “Soep op de stoep” in de kerk op zondag 21 december was 171,40 euro. Dat wordt helemaal aan Welzijnszorg bezorgd. Met een grote “dank u wel” aan de kandidaat-vormelingen en aan allen die meegewerkt hebben. Bedankt!

Gebed van de week: Midden onder mensen

Midden onder ons

wonen talloze mensen

die wij niet kennen:

niet hun zorgen,

niet hun pijn,

niet hun armoede,

zelfs niet hun rijkdom.

In uw leven, Heer,

bent U ons voorgegaan

om midden onder hen te wonen:

blinden en lammen,

doven en zieken,

bezetenen en bedriegers,

bedelaars en uitgestotenen,

weduwen en kinderen.

Midden onder hen

wonen wij,

uw volk.

Wees ons nabij, Heer,

en sterk ons.

Moedig ons aan

om midden onder hen te staan.

Uit het boek Onderweg van Wies Merckx