woensdag 9 april 2014

Burgemeesters Van Korbeek-Dijle Tussen 1800 En 1976 – deel 35

Geschiedenis van Korbeek-Dijle op basis van de gemeenteraadsverslagen vanaf 1836

Vervolg van 10. Emiel Cappuyns

Op 4.10.1926 zal de raad een brief bespreken van de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen die een toelage van 6.000 fr vraagt aan de gemeente voor het inrichten van een uitbreiding naar Heverlee (Terbank) en naar Terhulpen van de autobusdienst Etterbeek-Oudergem-Overijse. De vraag wordt verworpen met 4 stemmen en 1 onthouding.

Op 11.7.1926 behandelt de raad een brief van de pastoor waarbij deze het gemeentebestuur “verplicht” herstellingswerken uit te voeren aan de buitenkant van kerk en pastorij. De raad besluit inlichtingen te vragen bij de Hogere Overheid om te weten of de gemeente verplicht is deze werken uit te doen voeren op haar kosten. Maar de pastoor wordt gewoon aan het lijntje gehouden. Op 22.10.1926 stuurt hij een nieuwe brief die de raad behandelt in zitting van 7.11.1926. De raad vraagt het college de pastoor te herinneren aan het schrijven van het college van 24.8.1925 (waarin het college vroeg naar begroting en rekening van de kerkfabriek van 1924!).

Maar de tragikomedie duurt voort: zie op 24.2.1927 onder het volgende door Emiel Cappuyns gegijzelde gemeentebestuur.

Op 7.11.1926 benoemt de gemeenteraad een lichtaansteker van de openbare verlichting. Karel Vandermueren, die het werk wil doen voor 70 fr per jaar, wordt met algemene stemmen aangenomen.

Emiel Cappuyns was burgemeester van 20.7.1921 tot 14.1.1927. Vermits hij ook nog een beroepsloopbaan had als bediende in Leuven was schepen Jan Baptist Vandezande afgevaardigd ambtenaar van de burgerlijke stand van maart 1922 tot eind 1926.

Dat Emiel Cappuyns een dominant politiek beest was staat buiten kijf. De oppositie was blijkbaar van oordeel niet te kunnen wegen op de beslissingen van de gemeenteraad en haar twee tenoren waren dan ook meer afwezig dan aanwezig op de zittingen van de raad. Tijdens de legislatuur van Emiel Cappuyns was hun aanwezigheidsbalans als volgt:

Louis De Bontridder: Jozef Mommaerts:

- 1921: 6 maal aanwezig op 10 zittingen - 1921: 5 maal aanwezig op 10 zittingen

- 1922: 5 op 17 - 1922: 4 op 17

- 1923: 3 op 12 - 1923: 2 op 12

- 1924: 0 op 13 - 1924: 4 op 13

- 1925: 4 op 12 - 1925: 7 op 12 (op 25.10.1925 was hij

schepen benoemd)

- 1926: 2 op 9 - 1926: 7 op 9

Totaal: 20 op 73 Totaal: 29 op 73

Oppositielid Jan Baptist Jorge, integendeel, was zelden afwezig.

11. Louis De Bontridder (°Korb.D.1868/+Korb.D.1935) Burgemeester 1927-1933

De aanloop tot de gemeenteraadsverkiezingen van 10.10.1926 gebeurde in een weinig fraaie sfeer van wederzijdse persoonlijke aanvallen, waarbij pastoor Lievens publiek partij koos tegen Cappuyns. De vete tussen Emiel Cappuyns en de pastoor was ontstaan toen de pastoor in 1919 de bijna 92-jarige koster Frans Cappuyns (een oom van Emiel), die erg verward begon te zijn, ontslagen had. Drie kosters Cappuyns na mekaar hadden samen 146 jaar lang het kostersambt uitgeoefend, waarvan Frans Cappuyns 70 jaar. Dat afscheid in mineur bleek dan ook moeilijk verteerbaar voor de familie Cappuyns.

De kandidatenlijsten zagen er als volgt uit:

Lijst nr.1 Lijst nr.2 Lijst nr.3

Vandezande Jan Baptist Cappuyns Emiel Jorge Jan Baptist

Mommaerts Jozef Berthels Louis

De Bontridder Louis Ruelens Frans

De Van Louis Vandermueren Jan Baptist***

Buekenhout Victor De Greef-Vandermueren****

Vermeulen*

Vlasselaer**

* waarschijnlijk (ook volgens René Bruggemans, de Garde, °1915) Jozef Vermeulen (1899-1978) (Jef Boer)

** waarschijnlijk (ook volgens René Bruggemans) Jozef Vlasselaer (1899-1933) (de vader van Frans, Torre en Rik Vlasselaer)

*** de Steet

**** waarschijnlijk Victor De Greef (Victoor van de Moeppe)

Twee medestanders van Cappuyns: Vandezande en De Van, waren overgelopen naar de groep Mommaerts, en twee medestanders van Jorge: Berthels en De Greef, trokken nu op met Cappuyns.

De in vetjes gedrukte namen zijn deze van de verkozen kandidaten.

Louis De Bontridder werd voorgedragen als burgemeester. Maar waarschijnlijk is bij de burgemeesterskeuze binnen de nieuwe meerderheid iets fout gelopen. Vermoedelijk (bijgetreden door René Bruggemans) had Jan Baptist Vandezande als lijsttrekker de ambitie om burgemeester te worden. Zijn ongenoegen over zijn niet-aanduiding tot kandidaat-burgemeester schemert al door bij de schepenverkiezing die volgt.

Op 5.1.1927 kwam de nieuwe gemeenteraad een eerste maal bijeen voor de schepenverkiezing en de eedaflegging der gemeenteraadsleden. Maar alleen Cappuyns, Berthels en Ruelens waren aanwezig. Een 2de zitting werd vastgesteld op 11.1.1927.

Op 11.1.1927 was de gemeenteraad voltallig.

De stemming voor de 1ste schepen levert volgend resultaat:

- Louis De Van: 3 stemmen

- 3 witte briefjes (waarschijnlijk van de 3 verkozenen van lijst nr.2)

- 1 nietige stem (waarschijnlijk van Jan Vandezande, ontevreden maar nog niet echt overgelopen)

Vermits Louis De Van geen meerderheid van stemmen behaalde, werd een tweede stemming gehouden. Deze gaf identiek hetzelfde resultaat. Dus hield men een derde (definitieve) stemming. Deze gaf als resultaat:

- Jozef Mommaerts: 2 stemmen

- 3 witte briefjes

- 2 nietige stemmen (was nu ook De Van ontevreden over de nieuwe strategie van lijst nr.1?)

Jozef Mommaerts wordt 1ste schepen verklaard. Maar dat krijgt nog een staartje. Zie verder zitting van 8.2.1927.

De stemming voor de 2de schepen geeft volgend resultaat:

- Louis De Van: 3 stemmen

- 3 witte briefjes

- 1 nietige stem

De tweede en de derde stemming geven identiek hetzelfde resultaat en Louis De Van wordt tot 2de schepen aangesteld.

Op 15.1.1927 wordt Louis De Bontridder officieel tot burgemeester benoemd.