woensdag 26 maart 2014

Gard Van Uit Guatemala – Deel 1

De man die op de trapladder de ramen schildert knikt ‘ja’. Hier wonen de zusters Annonciaden in Jocotán (Guatemala), de zusters die al jarenlang door de WOS gesteund worden. Een stalen klopper roept een Vlaamse zuster naar de deur en zij staat verwonderd dat ik er al ben, net voor het middaguur. Ik had mijn vertrek vanmorgen onverwacht met een uur vervroegd. Zuster Paula Switten komt aangesloft, want ze loopt met een stok sinds ze onlangs een zwaar ongeval gehad heeft.

Slechts twee weken eerder besefte ik dat mijn reis dwars door hun dorp loopt. Met enige snelle, soms onvolledige e-mails is de afspraak gemaakt. Nu aanvaardt de zuster de geschenken en de brieven die ik heb meegebracht, maar opent ze niet, want de algemene overste is niet thuis. Dan komt aarzelend het probleem naar boven: ze zijn er niet op voorzien dat er twee mannen meer (ook de lokale chauffeur is verwelkomd) aan tafel zullen verschijnen. Hun gastvrijheid haalt het echter en ze besluiten te delen wat er is. Oswaldo en ik aanvaarden dankbaar.

Aan tafel komen de verhalen boven. Welke zusters zij en ik uit Korbeek-Dijle kennen (Bertha Michiels) of gekend hebben (onder andere Simone Maginelle). Zo komen we bij de vrijwilligers en het werk van de WOS terecht met de hilarische anekdote dat zuster Paula een dame verwacht had.

Dan vraag ik naar hun werk in één van de drie parochies van het dorp Jocotán. In deze wijk, El Calvario, leven vijf tot zesduizend mensen en de zusters helpen er mee met de priesters om het geloof uit te breiden en te verdiepen.

- Neen, van de vele nieuwe protestants kerkjes hebben we geen last, want de katholieke gemeenschap hangt stevig aan mekaar.

- Ja er is grote armoede, vooral bij weduwen met kinderen. Daarvoor hebben we een steunwerk.

Ik had inderdaad al gemerkt dat deze streek straatarm is. De bergen zijn ruw, er is nergens landbouwgrond, evenmin industrie. De gezinnen zijn groot met gewoonlijk ergens tussen de vijf en tien kinderen. De jonge mannen verlaten zo snel mogelijk de streek om elders enige broodwinning te vinden.

- In de maand januari hebben we honderd dopelingen ingeschreven; in februari honderd en een.

- Bij het Vormsel (om de twee jaar) waren vierhonderd vormelingen.

- In de andere wijk hebben wij een school voor lager onderwijs en de drie eerste jaren middelbaar.

Met enige terechte trots vertellen ze de cijfers. Verder wijst zuster Paula naar de wekelijkse gebedsstonde rond het Evangelie. Daar komen vele mensen, ook jonge meisjes, op af. Van daaruit …

De Annonciaden kwamen net vijftig jaren geleden in Jocotán toe. Wat begon met vier zusters, die vastbesloten waren om geen lokale zusters op te leiden, is nu uitgegroeid tot drie gemeenschappen met samen negentwintig zusters, waarvan slechts vier oudere Vlaamsen overblijven. Gods wegen zijn niet alleen ondoorgrondelijk, ze zijn ook en vooral vruchtbaar. Dit huis is het hoofdhuis van de orde in Guatemala.

Zuster Marie-Paule vertrouwt me nog wat belangrijke correspondentie toe om in België te posten, ook al zal dat pas over twee weken zijn. De gewone post doet er immers minimum vier weken over.

Muchissimas gracias por su visitá. Veel dank voor het hartelijk onthaal. Voor zuster Paula misschien tot op het diner van de WOS, want zij moet even naar België voor een oogoperatie. Die hebben immers al 83 jaren dienst gedaan.

(Tot zover Gard Vermeulen)