woensdag 5 februari 2014

Karel de Grote, beschermheer van de christenheid

(Gelezen In Tertio Van 22 Januari 2014)

Uit een tekst van Emmanuel Van Lierde

Karel de Grote overleed op 28 januari 814 in Aken. Die keizerstad viert die 1200ste verjaardag, maar ook bij ons blijft de Frankische keizer tot de verbaalding spreken. Hervormer en heilige, visionair en wrede heerser, grondlegger van het schoolwezen en vader van Europa: Karel de Grote kent vele gezichten.

Cultuurhistoricus Raoul Bauer verdiepte zich drie jaar lang in de legendarische figuur en schreef er een rijkelijk geïllustreerd boek over.

Eenheid in verscheidenheid

De cultuurhistoricus tracht Karels bestuursstijl te begrijpen en te verklaren. “In Karels bestuur stond de eenheid in verscheidenheid voorop. Allereerst was het christendom een niet te onderschatten bindmiddel in zijn rijk. Een door God gezalfde keizer moest wel zien dat zijn onderdanen die godsdienst aanhingen. Daarom streed hij zo hardnekkig tegen de Saksen. Maar naast een eenheidsvormende basis liet hij tegelijk veel autonomie toe. Zo bleef er respect voor de regionale wetgeving. Die wordt op schrift gesteld, maar wel aangevuld met een ‘nationaal’ addendum: de verscheidenheid mag niet ten koste gaan van de eenheid. Daarbij hamerde hij op het belang van grammaticaal juist opgestelde teksten zodat iedereen ze op dezelfde wijze kon interpreteren en er geen misverstanden mogelijk waren. Correcte taal en kennis waren voor hem de basis van goed bestuur en daar danken we meteen de Karolingische renaissance aan. En dan durven sommigen nog te spreken over duistere middeleeuwen”, merkt Bauer fijntjes op.

Familieman

Dat Karel de Grote zo’n belang hechtte aan het woord, hangt samen met zijn bekommernis om de Bijbel. “Kloosterlingen mochten geen gebrekkige talenkennis hebben want dan zouden ze ook Gods woord fout begrijpen. Daarom moedigde hij scholing aan en indien nodig werden vertalingen in de volkstaal toegevoegd aan Latijnse teksten. Hij sprak zelf Latijn, maar het schrijven ging hem moeilijker af. Vergeten we vooral niet dat hij zich omringd had met de crème de la crème van geleerden uit die tijd zoals Alcuinus van York die instond voor de Akense domschool en namens Karel meerdere kloosters beheerde”, legt Bauer uit.

In zijn boek besteedt hij ruim aandacht aan de koning als familieman. Karel de Grote overleefde vier echtgenotes en had daarnaast concubines die toen Friedelfrauen werden genoemd. Hij verwekte 11 echtelijke en 8 buitenechtelijke kinderen. “Wat mij daarbij opvalt, is de tolerante kijk in die tijd op seksualiteit, lichamelijkheid, het huwelijk en de relatie tussen man en vrouw. In het vroege christendom vind je bij de eerste aanzetten tot het kloosterleven een negatieve kijk tegenover seksualiteit en huwelijk. Hetzelfde gebeurt grotendeels na Karel de Grote en dat vooral onder invloed van de monniken. In die Karolingische periode evenwel, toen seculiere geestelijken en bisschoppen de hoofdrolspelers in de kerk waren, stond de hemelpoort ook voor leken en gehuwden open”, besluit Bauer.

Tot zover Emmanuel Van Lierde en Raoul Bauer.

C.L.

Boek van Raoul Bauer, Karel de Grote. Een keizer op de grens tussen twee werelden, Davidsfonds/Wbooks, Leuven, 272 blz., 62,50 €. Bestellen kan via www.tertio.be