woensdag 12 februari 2014

Burgemeesters Van Korbeek-Dijle Tussen 1800 En 1976 – deel 27

Vervolg van 8. Engelbert De Greef

Op 30.11.1917 beslist de gemeenteraad deel te nemen aan de instelling van een samenwerkende Maatschappij te Leuven tot het bekomen van steenkolen, om de voorafgaandelijke betaling te verzekeren van de kolen bestemd voor de inwoners.

De inschrijving van elke gemeente werd bepaald op 3 fr per inwoner. Korbeek-Dijle had 841 inwoners.

De raad besluit: Korbeek-Dijle zal inschrijven voor 2.550 fr en zal 20 % (510 fr) storten op het ogenblik van het tekenen van de akte. Schepen De Bontridder krijgt volmacht om de gemeente te vertegenwoordigen bij de instellingsakte van de Maatschappij.

Op 27.1.1918 keurt de gemeenteraad de rekening van 1916 goed. In de gewone dienst ziet die er als volgt uit: Ontvangsten: 10.680,58 fr

Uitgaven: 8.394,61

Overschot: 2.285,97

In dezelfde zitting bespreekt de raad de begroting van 1918:

-In de buitengewone dienst wordt een som van 2.000 fr voorafgenomen op de gewone dienst voor het inrichten van de elektrische verlichting

-In de gewone dienst wordt een som van 1.500 fr nodig geacht voor kosten veroorzaakt door het verblijf van bezettingstroepen.

Op 14.4.1918 keurt de raad een nieuwe lening goed van 4.500 fr bij het Gemeentekrediet, tussen nu en het einde van de oorlog, die nodig is:

- voor de jaarwedden en lonen van de bedienden en werklieden: 4.000 fr

- voor de voeding onzer medeburgers: 500

4.500

(50 inwoners zullen van deze fondsen genieten)

Benoeming van een persoon om de bijwerken te verrichten veroorzaakt door de oorlog

Op 26.5.1918 stelt de raad hiertoe aan: Ernest De Greef. Zijn loon zal bij iedere werkzaamheid door de raad besproken en naar verdienste vastgesteld worden.

Ernest De Greef (1896-1954), zoon van burgemeester Engelbert De Greef, was 8 dagen eerder getrouwd met Pauline Verstappen (Plin van den Boos). Ernest en Pauline zijn de grootouders van Ann De Greef (°1967), dierenactiviste van GAIA.

Op 11.8.1918 keurt de gemeenteraad een bijslag van 200 fr goed als duurtebijslag voor elk schoolhoofd: van de jongensschool, meester Mignon, en van de meisjesschool, zuster Josepha (Mathilde Draulans).

In de begroting van 1919 wordt nog een gezamenlijke duurtebijslag aan de gemeentebedienden voorzien van 1.000 fr, opgelegd door de hogere overheid.

In dezelfde zitting bespreekt de raad een brief van de Präsident der Zivilverwaltung für die Provinz Brabant in Brüssel van 1.8.1918 (Zivilverwaltung = burgerlijk bestuur) betreffende het heffen van belastingen voor het jaar 1919. De beraadslaging wordt uitgesteld tot einde september. En waarschijnlijk afgesteld na de wapenstilstand van 11.11.1918.

Op 3.11.1918 benoemt de raad een opvolgster van Mathilde Draulans (zuster Josepha), die haar ontslag heeft gegeven. Met 7 stemmen op 7 wordt Maria Bruynseels (zuster Armella), gediplomeerde onderwijzeres, verkozen en aangesteld. Aangezien zij reeds 10 jaren dienst telt (buiten Korbeek-Dijle) bepaalt de raad haar jaarwedde op 1.400 fr plus 300 fr als vergoeding van woonst plus 100 fr als vergoeding van bestuur.

Bureel van Weldadigheid

Begin 1918 moet het Bureel van Weldadigheid volgende samenstelling hebben gehad:

-Meulemans Guillaume, benoemd op 30.1.1902; hij zal overlijden op 15.8.1918

-De Coster Josephus, benoemd op 29.1.1903

-Vanderseypen Franciscus, benoemd op 23.2.1904

-Neefs Guillaume, benoemd op 14.1.1906 in de plaats van Jan Baptist Jorge; hij zal overlijden op 20.1.1918

-Mommaerts Jozef, waarschijnlijk benoemd in de plaats van Henricus Van Ermen, overleden op 29.12.1911

Op 8.12.1918 benoemt de gemeenteraad twee nieuwe leden van het Bureel van Weldadigheid ter vervanging van Guillaume Neefs en Guillaume Meulemans, beiden overleden. De gemeenteraadsleden Mommens Guillaume en Buekenhout Désiré, die niet aanwezig zijn op de raad, bekomen elk 5 stemmen op 5 en worden benoemd.

Het Bureel van Weldadigheid is dan als volgt samengesteld:

-De Coster Josephus, benoemd op 29.1.1903

-Vanderseypen Franciscus, benoemd op 23.2.1904

-Mommaerts Jozef, benoemd op ?

-Mommens Guillaume, benoemd op 8.12.1918

-Buekenhout Désiré, benoemd op 8.12.1918

Eveneens in de zitting van 8.12.1918 beslist de gemeenteraad de onderhoudskosten van Engelbert De Greef (den Tie), die als wees was opgenomen bij zijn tante Marie Vermeulen (Merie va Reike), weduwe van Désiré Fagot (Reike Mandus), niet meer te betalen, omdat hij 17 jaar oud is en te Heverlee woont sinds 13.3.1914.

Aan de aanvraag om vrijstelling van militie door Frans Van Geel (°1894) (Swouj va Jef va Geel), landbouwer, wordt door de gemeenteraad op 23.2.1919 gunstig gevolg gegeven, gezien het stuk van 30.3.1914 van de arrondissementscommissaris waarbij deze aan Frans Van Geel laat weten dat de militieraad zijn vrijstelling als eerste opgeroepene heeft aangenomen. Frans Van Geel zal later trouwen met Bertha Sterckx (Bertha van den Achterlap) en een boerderij gaan uitbaten in Wanlin in de provincie Namen.

Eveneens op 23.2.1919 brengt de gemeenteraad de wedde van meester Mignon, op zijn vraag,:

-vanaf 1.1.1918 op 2.800 fr + 100 fr voor bestuur der school

-vanaf 1.1.1919 op 2.900 fr + 100 fr voor bestuur der school.

De begroting van 1919, opgesteld op 23.2.1919, sluit in de gewone dienst met een tekort van 3.976,13 fr, als gevolg van het tekort van de rekening 1917: 4.214,06 fr. Er zijn nog ontvangsten te boeken die door de oorlog niet allemaal geïncasseerd zijn. Na deze ontvangsten zal de balans ongeveer in evenwicht zijn.

In de buitengewone dienst kan slechts 1.197,17 fr voorzien worden voor de elektrische verlichting omdat men door de duurte ingevolge de oorlog over geen grotere som beschikt. Men berust er in dat “dit licht dees jaar niet zal ingesteld worden”.

In zitting van 27.5.1919 beslist de gemeenteraad het bestek van Renette en Cie uit Leuven van 28.250 fr voor een nieuwe brug over de Dijle in gewapend beton ter goedkeuring voor te leggen aan de hogere overheid.

Burgemeester Engelbert De Greef overlijdt op 14.7.1919.

Op 20.7.1919 komt de raad bijeen onder voorzitterschap van schepen Jozef Mommaerts. Deze wordt, als oudste schepen, eenparig als dienstdoende burgemeester aangesteld.

Op dezelfde zitting wordt de ontslagaanvraag van gemeentesecretaris Frans Cappuyns (bijna 92 jaar!), en zijn pensioenaanvraag met ingang van 1.8.1919, aanvaard. Minder dan één jaar later zal Frans Cappuyns, op 3.6.1920, te Leuven overlijden.

Met eenparigheid van stemmen wordt Jozef De Greef als tijdelijke gemeentesecretaris aangesteld.

Jozef De Greef (1893-1965) was de oudste zoon van de overleden burgemeester Engelbert De Greef. Hij was oud-strijder van de voorbije oorlog.

(wordt vervolgd)