woensdag 29 januari 2014

Lichtmis 2014

Het feest van 2 februari heeft een dubbele naam. Meestal spreken we over “Onze-Lieve-Vrouw-Lichtmis” of kortweg “Lichtmis”. De liturgische naam van het feest luidt: “Opdracht van de Heer in de tempel”. Daarbij ligt de klemtoon op het gebeuren met Jezus. Zoals alle eerstgeboren zonen wordt Jezus volgens de voorschriften van de Wet naar de tempel gebracht en aan God opgedragen.

We vieren dit feest op zondag 2 februari 2014, om 10 u, in de kerk van Korbeek-Dijle.

2 februari is ook een dag van tradities. Zo is Lichtmis een bijzonder feest van de KU Leuven. Professoren en studenten trekken er dan naar de Sint-Pieterskerk om er de Sedes Sapientiae, de ‘stoel der wijsheid’ te vereren.

Volgens de overlevering brachten de engelen in de 12de eeuw een klein O.L.V.-beeldje naar de Sint-Pieterskerk. Omdat het te klein was om in de processie meegedragen te worden, lieten de magisters het in de 15de eeuw door een groter vervangen, dat vereerd werd onder de naam Sedes Sapientiae. In 1635 redde het beeldje de stad van een Franse en Hollandse belegering en werd daarom ook “O.L.V. van Belegering” genoemd.
Iedereen is van harte welkom in onze Lichtmisviering!

De Korbeekse KVLV-bestuursploeg

Burgemeesters Van Korbeek-Dijle Tussen 1800 En 1976 – deel 25

Geschiedenis van Korbeek-Dijle op basis van de gemeenteraadsverslagen vanaf 1836

Vervolg van 8. Engelbert De Greef

De gemeenteraad eveneens bijeengekomen op 5.4.1915 keurt de aansluiting bij de maatschappij “De bevoorrading van Leuven” en de lening van 3.000 fr goed. Maar er wordt voorlopig slechts 360 fr gestort voor de aandelen van de maatschappij en de overige 2.640 fr zullen gebruikt worden tot onderstand van de noodlijdenden en andere dwingende benodigdheden.

Op 7.4.1915 behandelt de gemeenteraad een brief van het hospitaal van Sint-Jans-Molenbeek aan Jan Baptist Lauwens (Poezze) hem verzoekende de onderhoudskosten te betalen van zijn dochter Marie Pauline (°1892) en haar kind. Jan Baptist verklaart deze kosten niet te kunnen betalen.

“Overwegende dat J.B. Lauwens eigenaar is van 4 huizen en 2ha 56a 75ca land en een boerderij van zekere belangrijkheid uitoefent” besluit de gemeenteraad geen tussenkomst te verlenen en de wet strikt toe te passen in geval van weigering om te betalen.

Op 1.7.1915 stemt de gemeenteraad voor een opvolgster van onderwijzeres Philomena Bruynseels (zuster Basilia), ontslaggeefster. Juffrouw Maria Louisa Livens (zuster Rachilda), gediplomeerde onderwijzeres, bekomt 6 stemmen op 6 en wordt aangesteld. Zij zal de gemengde klas bij de meisjesschool leiden. De raad bepaalt haar jaarwedde op 1.100 fr en de vergoeding voor woonst op 150 fr.

Op dezelfde zitting wordt de begroting van het onderwijs voor 1915 opgesteld:

1° voor de jongensschool: 2.919 fr

2° voor de meisjesschool: 4.342 fr

Totaal: 7.261 fr

Het aandeel van de gemeente is 2.067,67 fr. Het alles berekend volgens de nieuwe schoolwet van 19.5.1914.

In de onderwijsbegroting van 1916 zal dat worden:

1° voor de jongensschool: 2.919 fr

2° voor de meisjesschool: 3.999 fr

Totaal: 6.918 fr

Het aandeel van de gemeente bedraagt nu 1.751 fr.

In de onderwijsbegroting van 1917 zal het worden:

1° voor de jogensschool: 3.005 fr

2° voor de meisjesschool: 4.091 fr

Totaal: 7.096 fr

In de onderwijsbegroting van 1918 zal het worden:

1° voor de jongensschool: 3.019 fr

2° voor de meisjesschool: 4.191 fr

Totaal: 7.210 fr

Het aandeel van de gemeente bedraagt dan: 2.218 fr.

In de onderwijsbegroting van 1919 wordt het:

1° voor de jongensschool: 3.119 fr

2° voor de meisjesschool: 3.791 fr

Totaal: 6.910 fr

In zitting van 10.10.1915 voorziet de gemeenteraad in de begroting van 1916 een som van 1.491,71 fr “voor het inrichten van het elektrisch licht” (straatverlichting).

Op 31.10.1915 geeft de raad een eeuwigdurende grafconcessie aan mevrouw Jespers Catherine, handelaarster in Elsene, van 3,6442 m2 op het kerkhof van de gemeente om als begraafplaats te dienen voor de leden van haar familie tegen betaling van 59,47 fr aan de gemeente en een gelijke som aan het Bureel van Weldadigheid.

De familie Jespers heeft een eerder korte maar blijkbaar wel sterke band gehad met Korbeek-Dijle. Een familielid van de concessieaanvraagster, Johanna Amelia Jespers, kwam als 50-jarige weduwe van uit Herent in 1915 in Korbeek-Dijle wonen. Zij had het beroep van “eigenares”, haar overleden man noemde Victor Perdieus en zij had een zoon en twee dochters van respectievelijk 25, 20 en 18 jaar. Zij betrokken het kasteel van Korbeek-Dijle waarin gewezen burgemeester Joseph Honnorez gewoond had tot aan zijn dood in 1912 en diens nicht tot aan haar dood in 1913. De Jespers’en waren de nieuwe eigenaars van het kasteel. Het gezin Perdieus-Jespers had nog een huis op de Waversesteenweg nr. 255 in Elsene waarnaar de zoon vertrok in 1916 en de moeder met de twee dochters in 1921. Zij hebben dus amper zes jaar in Korbeek-Dijle gewoond. En toch was de familie Jespers in 1920 de schenkster van een vlag aan de Fanfare Sint-Cecilia, vlag die enkele jaren terug mooi werd gerestaureerd en als een relikwie wordt bewaard.

Op 19.12.1915 – het was toen oorlog - behandelt de gemeenteraad een brief van de Procureur des Konings aangaande de goede inrichting van de gerechtelijke politie in de gemeente. Het gaat over het opmaken van het volgende politiereglement:

Art. 1. Het verkeer, bij nachte, op de openbare wegen en velden, zonder wettige redenen, of zonder voorafgaande toelating van de Burgemeester of van de schepen met de politie gelast, is streng verboden van 10 u ’s avonds tot 5 u ’s morgens.
Art. 2. Ten einde het personeel der gerechtelijke politie onzer gemeente te versterken, zal er een wacht ingericht worden, die dag en nacht zal rondgaan, om alzo de gerustheid der inwoners te verzekeren.

Art. 3. De overtredingen van bovengemelde schikkingen zullen gestraft worden volgens de wetten van lokale politie.

Na een certificaat van geestesziekte afgeleverd door dokter Cappuyns beslist het college op 31.1.1916 Joseph Vandenplas (1869-1931), landbouwer, vrijgezel, zoon van Petrus Josephus Vandenplas en Maria Philomena Cammaerts, te doen plaatsen in het verzorgingstehuis Sint-Amadeus in Mortsel.

Een dochter van Petrus Josephus Vandenplas en Maria Philomena Cammaerts, Seraphina Vandenplas, trouwde met Frederik De Greef (Frei va Lienes). Zij waren de ouders van Victor De Greef (Torre Paal).

(wordt vervolgd)

Cyriel Letellier

Gebed van de week: Sterke vrouw

Ze zijn er

met velen

en overal,

sterke vrouwen,

die ons voorgaan

in wat ons samenbrengt

en leven geeft,

in eigen kring

en ver daarbuiten.

Geef hen hun rechtmatige plaats, Heer,

en ademruimte

in onze grote kerkgemeenschap.

Zij zullen

-in navolging van Jezus uw Zoon-

ons dichter bij elkaar brengen

en bij U.

Uit het boek Onderweg van Wies Merckx

woensdag 22 januari 2014

Burgemeesters Van Korbeek-Dijle Tussen 1800 En 1976 – deel 24

Geschiedenis van Korbeek-Dijle op basis van de gemeenteraadsverslagen vanaf 1836

Vervolg van 8. Engelbert De Greef

Kosteloos onderwijs

Schooljaar 1911-1912: 174 kinderen (95 jongens en 79 meisjes)

Schooljaar 1912-1913: 171 kinderen (94 jongens en 77 meisjes)

Schooljaar 1913-1914: 176 kinderen (69 in de jongensschool en 107 in de meisjesschool; in deze 107 zitten ook een aantal jongens van de gemengde klas) (zie verder: aanstelling zuster Basilia op 29.9.1913

Kermis

Op 17.12.1911 beslist de gemeenteraad de dag van de kermis die jaarlijks op de tweede kerstdag plaats heeft, te verplaatsen naar de zondag vóór 25 december. Indien Kerstmis op een maandag valt zal de kermis plaats hebben op zondag 17 december. De verplaatsing gebeurt vooral op vraag van de herbergiers.

Verkiezing zonder strijd van 7.10.1911

De open plaatsen van de overleden burgemeester Jan Francis Mommaerts en van Karel De Wit, die geen kandidaat meer was, moesten opgevuld worden. Schepen Jozef Mommaerts en raadsleden Jozef De Coster en Désiré Buekenhout bleven in het zadel. Engelbert De Greef en Guillaume Mommens moesten herkozen worden. Dat werden zij automatisch, samen met ancien Louis De Bontridder en nieuwkomer Jozef Van Geel, de enige kandidaten.

Jozef Van Geel (1860-1932), was de broer van Soeë en Fille Van Geel, en de vader van o.a. Aline, Fin, Jeanne en Kamiel Van Geel. Hij was landbouwer en ervaringsdeskundige op het gebied van veeziekten en kalfproblemen en stelde zijn kennis belangeloos ter beschikking van de boeren die op hem beroep deden.

Engelbert De Greef werd burgemeester herbenoemd bij K.B. van 31.12.1911.

Er moest ook een nieuwe schepen worden verkozen op de plaats die Guillaume Mommens tot nu toe innam. Dat gebeurde op 7.1.1912. Louis De Bontridder kreeg 5 van de 6 geldig uitgebrachte stemmen, en Jozef Van Geel 1 stem. De Bontridder werd dus schepen en legde de eed af.

De gemeenteraad zag er dan als volgt uit:

-De Greef Engelbert, burgemeester

-Mommaerts Jozef, schepen

-De Bontridder Louis, schepen

-Mommens Guillaume, raadslid

-De Coster Jozef, raadslid

-Buekenhout Désiré, raadslid

-Van Geel Jozef, raadslid

Op 19.10.1912 besliste de gemeenteraad een stuk grond van de gemeente te verkopen aan Theophiel Coeckelberghs, op diens vraag. Het stuk paalde aan Coeckelberghs’ eigendom en hij was bereid 12.000 fr per ha te betalen. Theophiel Coeckelberghs is de gewezen schepen, en landbouwer aan de Dijlebrug.

Op 20.4.1913 beslist de gemeenteraad de jaarwedde van onderwijzer Mignon, die 24 jaar dienst heeft, vanaf 1.1.1913 te verhogen van 1.900 fr tot 2.000 fr.

Op 22.6.1913 worden alle opcentiemen voor de jaren 1914 tot 1920 met 10 verhoogd. Zij worden dan:

80 opcentiemen op de grondbelasting

39 opcentiemen op de personele belasting

26 opcentiemen op het patentrecht

Benoeming van een gemeentehulponderwijzeres die in dienst moet komen op 1.10.1913.

Op 29.9.1913 bekomt Juffrouw Philomena Bruynseels (zuster Basilia), gediplomeerde onderwijzeres, 6 stemmen op 6 en zij wordt aangesteld. Zij krijgt de gemengde klas bij de meisjesschool onder haar vleugels, namelijk de kinderen, jongens en meisjes, van de lagere graad. De raad bepaalt haar jaarwedde op 1.000 fr.

Onderwijzeres zuster Josepha (Mathilde Draulans) krijgt een jaarwedde van 1.500 fr.

Zuster Josepha koopt weer banken aan, nu voor de tweede klas. De gemeenteraad erkent die als haar eigendom en zal hierop geen recht kunnen doen gelden.

Het college van 3.11.1914 - in augustus 1914 was de oorlog uitgebroken - vraagt aan de overheid 3.700 fr te mogen afhalen van de lopende rekening bij het Gemeentekrediet om de weddes van het personeel, en ook steun, te kunnen betalen. Het gaat om steun aan gezinnen wier huis is afgebrand en om een militaire vergoeding aan gezinnen met een gezinslid onder de wapens.

Op de gemeenteraad van dezelfde dag blijkt dat die 3.700 fr moet geleend worden. De raad voorziet nog dergelijke leningen en beslist deze aan te gaan naargelang de behoeften en voor de duur van de oorlog.

Op 2.12.1914 is het al zo ver: college en raad stellen vast slechts 1.000 fr subsidie te hebben ontvangen, hoewel er 3 fr per inwoner was beloofd (3 x 836 = 2.508) en beslissen een nieuwe lening aan te gaan bij het Gemeentekrediet van 1.500 fr om volgende kosten te dekken:

Lonen: 558 fr

Krijgsvergoedingsgelden aan families der krijgslieden: 550

Levensbehoeften aan noodlijdende medeburgers: 200

Toelage aan onvrijwillige werklozen: 200

1.508 fr

Plaatselijk Comiteit der schadeopnemers voor de schade veroorzaakt door de oorlog

Op 10.11.1914 stemt de raad de samenstelling van het Comiteit als volgt:

Secretaris: Mignon Charles, onderwijzer-landmeter

Meester-schrijnwerker: Meulemans Adolf (1862-1925) (Dolf “Verhoeven”, de vader van Zjuul va Dolf)

Meester-metser: Darche Prosper (1880-1959) (Mins van den Dars)

Landbouwer: Crabbé Jan

Lid van de gemeenteraad: Buekenhout Désiré

Het college van 11.2.1915 vraagt aan het “Comité National de Secours et d’Alimentation” (Nationaal Comiteit voor Hulp en Voeding) een steun van 6.400 fr om het hoofd te bieden aan dringende uitgaven: hulp aan families in nood doordat de oorlog hen hun kostwinners heeft ontnomen.

Op 28.3.1915 beslist de gemeenteraad aan te sluiten bij de Samenwerkende Maatschappij “De Bevoorrading van Leuven”. De gemeente zal inschrijven voor 9 aandelen van 200 fr en geeft graaf Jan de Merode volmacht om de gemeente bij de stichtingsakte te vertegenwoordigen.

De maatschappij zal de vereiste levensmiddelen en andere onmisbare benodigdheden aankopen en aan de deelnemende gemeenten doorverkopen.

Op 3.4.1915 beslist de raad, om de genoemde aandelen te kunnen betalen, een som van 1.800 fr te ontlenen bij rentenier Jozef Mommaerts van Korbeek-Dijle, aan 5 procent. Jozef Mommaerts (°Korb.D. 1860) is een zoon van Joannes Albertus Mommaerts. Deze laatste is een broer van Fluppes en Jan Cisses en de stamvader van de kantonniersdynastie.

Rentenier en grondeigenaar Jozef Mommaerts was dus een broer van de eerste kantonnier Mommaerts (Isidoor) en een kozijn van de overleden burgemeester Jan Francis Mommaerts en van schepen Jozef Mommaerts. Hij woonde toen, na een echtscheiding, met zijn tweede vrouw Amelia Caroline Gillebaert in de Stationsstraat in het huis met het ijzeren hek.

Op 5.4.1915 beslist het college echter 3.000 fr te ontlenen van Jozef Mommaerts in plaats van 1.800 fr en verbindt de gemeente zich hierop 5 procent intrest te betalen en de ontleende som aan de geldschieter terug te betalen drie maanden na het einde van de oorlog.

(wordt vervolgd)

Cyriel Letellier

Wafelenbak WOS

clip_image002

WOS

Werkgroep

Ontwikkelings-

Samenwerking

Tradities moeten in ere gehouden worden, … vooral als ze goed zijn. De wafels van de WOS zijn lekker, want ze zijn zelfgebakken met grootmoeders kwaliteit! En ze geven een kijk op de grote wereld! Met de opbrengst worden immers missio­narissen en ontwikkelingsprojecten gesteund in Congo, Rwanda, en Guatemala; ook het project van onze dorpsgenoot Valeer Neckebrouck in Nicaragua. Zulke jaarlijkse traditie moet alle kansen krijgen … En de prijs?
5.00 Euro voor een pak met zes wafels. Dat is een weggevertje!

In Korbeek-Dijle bieden we de wafels huis aan huis aan in de namiddag van zondag 2 februari 2014 en van zondag 9 februari 2014. We beginnen de eerste zondag in het centrum van het dorp en werken naar de buitenrand toe. We kunnen niet iedereen die ene zondag bedienen en de mensen in de buitenrand kunnen ons de tweede zondag verwachten. Ze moeten echter niet ongerust zijn. Ook dan worden de wafels weer vers gebakken!

Als U de wafels graag op een ander ogenblik hebt tussen 1 en 10 februari 2014 mag u bestellen zoals hieronder is vermeld.

Iedereen buiten Korbeek-Dijle
of wie er op een ander moment wil… kan bestellen!

We leveren ze dan in de week bij U thuis af. U kunt telefoneren of e-mailen naar Van Neck-Maginelle Maria 016 47 18 54 maria.maginelle@gmail.com of naar Vermeulen Gard 016 47 70 62 gard@telenet.be.

Smakelijk, en bedankt voor uw steun,

De Werkgroep Ontwikkelings-Samenwerking

Gebed van de week: Cultuur

Jezus,

liefste der mensen,

is het ons aan te zien

in onze omgang met elkaar

dat wij uw leerlingen zijn?

Ons groeten,

ons luisteren en spreken,

ons herinneren,

ons treuren en feesten,

ons ‘er zijn’ voor mekaar,

en voor anderen.

Onze aandacht

voor wat leeft,

voor wat dreigt uit te vallen,

voor de dingen,

voor wat geweest is

en wat komt.

Onze huisstijl

mag warm zijn,

onthalend,

en zonder veel omhaal

teken van uw nabijheid

onder ons

en onder allen die hier komen.

Uit het boek Onderweg van Wies Merckx

woensdag 15 januari 2014

Oproep door de aangestelde verantwoordelijke van de parochie Sint-Bartholomeus te Korbeek-Dijle tot kandidaten voor het lidmaatschap van de kerkraad

vereenkomstig artikel 7 § 1 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, wordt aan alle belangstellenden meegedeeld dat er 3 vacatures zijn binnen de kerkraad van de kerkfabriek Sint-Bartholomeus te Korbeek-Dijle (gemeente Bertem).

Enkel de personen die beantwoorden aan de hierna volgende voorwaarden, komen in aanmerking om lid te zijn van de kerkraad:

1° rooms-katholiek zijn;

2° de volle leeftijd van 18 jaar hebben bereikt op het ogenblik van de verkiezing;

3° in de bevolkingsregisters ingeschreven zijn van de gemeente of van een van de gemeenten van de gebiedsomschrijving van de parochie (voor de parochie Sint-Bartholomeus Korbeek-Dijle betreft het de gemeente Bertem).

Uitsluitend schriftelijke kandidaturen komen in aanmerking. Zij moeten vóór 1 februari 2014 ingediend zijn bij:

Kerkfabriek Sint-Bartholomeus Korbeek-Dijle
ter attentie van Z.E.H. Deken Dirk DE GENDT

Jules Vandenbemptlaan 2

3001 HEVERLEE

De poststempel of de datum van ondertekening voor ontvangst geldt hierbij.

Kandidaturen dienen vergezeld te zijn van een kopie van de identiteitskaart (voor- en achterzijde of zo het om een elektronische identiteitskaart gaat, een afdruk ervan met adresgegevens), dit met het oog op de controle van de voorwaarden 2° en 3°.

Na 1 februari 2014 zullen de naam, voornaam en volledig adres van de kandidaten bekendgemaakt worden door uithanging in de parochiekerk van de parochie Sint-Bartholomeus te Korbeek-Dijle.

Opgemaakt op 31 december 2013 te Korbeek-Dijle,

Dirk DE GENDT,

door de bisschop aangestelde verantwoordelijke van de parochie Sint-Bartholomeus te Korbeek-Dijle (gemeente Bertem).

Burgemeesters Van Korbeek-Dijle Tussen 1800 En 1976 – deel 23

Vervolg van 7. Jan Francis Mommaerts

Evolutie van de bevolking

In de loop van de 19de eeuw (tussen 1800 en 1900) is de bevolking van Korbeek-Dijle verdubbeld (van ongeveer 400 naar ongeveer 800):

-1795: 366 inwoners

-1828: 440

-1840: 585

-1847: 601

-1881: 700

-1900: 745

-1907: 788

-1913: 836

-1917: 841

-1920: 843 (hoogtepunt van de jaren 1900)

-1927: 809

-1937: 761

-1947: 757

-1949: 753

-1961: 694

-1962: 688

-1967: 669 (laagtepunt van de jaren 1900)

-1969: 679

-1971: 683

-1973: 674

-2006: 819

-2008: 845

-2010: 851

-2012: 873

8. Engelbert De Greef (°Korb.D.1862/+Korb.D.1919) Burgemeester 1910-1919

Na het overlijden van burgemeester Jan Francis Mommaerts was Engelbert De Greef (den Ingel) eerst plaatsvervangend burgemeester en op 12.5.1910 werd hij officieel tot burgemeester benoemd.

Op 17.4.1910 en op 7.6.1910 behandelt de gemeenteraad een vraag van Frans De Greef (1872-1942) (Cis va Lienes, de vader van Rik en Lamme va Cis) tot het bekomen van een toelage voor het aanleggen van een aalput. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Landbouw geeft een toelage = 1/4 der uitgaven. De Provincie geeft niets, en de Gemeente moet een toelage van 1/8 geven.

Op 11.12.1910 kiest de gemeenteraad een nieuwe schepen ter vervanging van Engelbert De Greef die burgemeester werd benoemd. Guillaume Mommens wordt verkozen met 6 stemmen op 6.

De raad ziet er dan als volgt uit:

-De Greef Engelbert, burgemeester

-Mommaerts Jozef, schepen

-Mommens Guillaume, schepen

-De Wit Karel, raadslid

-De Coster Jozef, raadslid

-Buekenhout Désiré, raadslid

Engelbert De Greef verdiende zijn brood als bediende in het hypotheekkantoor van Leuven. Door deze beroepsactiviteit was hij veel afwezig in Korbeek-Dijle en het was Jozef Mommaerts (Jef van Jan Cisses) die optrad als “schepen, afgevaardigd ambtenaar van de burgerlijke stand” van april 1910 tot eind 1919.

Veldwachter

Eveneens op 11.12.1910 beslist de gemeenteraad haar geldelijke bijdrage te leveren om de Provincie toe te laten aan de veldwachters een waterdichte overjas uit te delen.

Dooibarelen

Nog op 11.12.1910 gaat de gemeenteraad akkoord met een vraag van de gouverneur om een rode vlag te hijsen op de toren onmiddellijk na ontvangst van het telegram dat het sluiten der dooibarelen aankondigt; de opening der barelen zal aangekondigd worden door de wegneming van de vlag. Gekasseide wegen konden erg beschadigd worden door er met karren of wagens over te rijden bij de eerste dooi. Het sluiten van de dooibarelen betekende dat kasseiwegen niet mochten gebruikt worden voor “zwaar” verkeer.

Ruimingswerken aan de Beek

Op 18.6.1911 wijst de gemeenteraad de ruimingswerken aan de Beek toe aan Karel Ruelens (1857-1937), een van de drie ongehuwde broers van de Nezze en de Dizzer die nog samenwoonden in het ouderlijk huis naast de pastorij, voor de prijs van 60 fr, het laagste bod.

Ruimingswerken aan de Leibeek

Op 7.7.1912 werden die werken toegewezen aan Francis Vermeulen voor de som van 55 fr. Of Francis Vermeulen “den Boer” (1858-1917) was, of “den Baron” (1876-1968) blijft een open vraag.

Tien jaar later, in 1921, zal Karel Ruelens de Leibeek mogen ruimen voor 240 fr.

Eveneens op 18.6.1911 beslist de gemeenteraad geen periodische aanpassing toe te passen op de wedde van de gemeenteontvanger maar een eenmalige verhoging toe te kennen van 250 naar 275 fr per jaar.

Vreemd genoeg, waarschijnlijk onder druk van hogerhand, wordt de jaarwedde van de ontvanger op 25.8.1912 op 400 fr gebracht met terugwerkende kracht vanaf 1.1.1912.

Op 24.9.1911 voorziet de raad in de begroting van 1912 een som van 60 fr voor prijsuitdeling aan de leerlingen.

Voor de grote aanpassings- en herstellingswerken aan de weg tussen de baan Leuven-St.Jansberg en de Dijlebrug, die sinds de eerste bespreking ervan op de gemeenteraad van 29.6.1909 veel inkt hebben doen vloeien omwille van de financieringsproblemen, wordt Jan Crabbé op 24.9.1911, op zijn vraag, voorgesteld als toezichter, op voorwaarde dat hij aangenomen wordt door de provinciale architect. Jan Crabbé is in het bezit van een diploma van toezichter voor zulke werken.

Dat de financiering van die werken problemen stelde mag duidelijk zijn uit de grootte van de uitgaven die er voor opgenomen werden in de rekening van 1911, nl. 50.885,80 fr.

(wordt vervolgd)

Gebed Van De Week: Dat Is Straf

Jezus,

bij U mag ik zijn zoals ik ben.

Ik weet,

het loopt niet altijd even vlot,

ik kan best wel hoekig zijn.

En toch geeft U nooit op met mij,

ik krijg altijd weer een nieuwe kans.

O ja, soms kost het vrij veel moeite

om goed te maken wat ik heb verprutst.

Maar uw nabijheid geeft mij kracht,

uw Woord is mij tot steun.

Het doet zo deugd

als mensen luisteren en spreken

met evenveel geduld als Gij

en liefdevol wijzen

naar wat diep in mij aanwezig is.

Dan wordt ik warm van binnen

en groeit de zin

om ook zo goed te zijn!

Uit het boek Onderweg van Wies Merckx

woensdag 8 januari 2014

Kerstavond 2013

Week 2014-02 - Kerstmis 2013 (2)Week 2014-02 - Kerstmis 2013 (3)Week 2014-02 - Kerstmis 2013 (4)

Op kerstavond in Korbeek-Dijle zorgden pater Daniel Taillieu, het Kinderonthaal met de kinderen en de ouders, en de Sint-Stevensgilde voor een mooie kerstviering. Als slotgebed bad de priester:

God,

Zend ons op pad met het lichtje van vrede dat we hier vannacht hebben gevonden. Help ons om jouw lichtje uit te dragen naar iedereen.

Gebed Van De Week: Doe Maar Gewoon

God,

Gij hebt oog

voor wie niets heeft,

Gij slaat acht op wie

klein en verweesd

temidden van de massa staat.

Help ons

onze pretentie af te gooien,

onze zelfgenoegzaamheid opzij te zetten

en maak ons echt,

oprecht.

Want alles

wat wij het onze wanen,

is slechts bruikleen.

Haal de schelpen

van onze ogen

en open ons hart,

dankbaar

en vrijgevig.

Uit het boek Onderweg van Wies Merckx

Gelezen In Tertio Van 24 December 2013

‘Christendom zit in ieder van ons’

Uit een vraaggesprek van Jan De Volder met Luc Van der Kelen, oercommentator bij Het Laatste Nieuws.

Het ligt helemaal in de lijn van de column van Bert Claerhout in Kerk & leven van 4 december 2013.

“We zijn bezig onze beschaving weg te gooien. Ik versta dat niet. In die zin is de secularisatie wellicht te ver doorgeschoten. Als we zo voortgaan zijn onze kerken en musea binnen een halve eeuw betekenisloos geworden.” De verontwaardiging van vrijmetselaar Luc Van der Kelen klinkt bijzonder oprecht.

Is de secularisatie die zich sinds 1968 versneld doorzet, een goede zaak voor onze samenleving?

“Dat staat en kerk uit elkaar zijn gehaald, vind ik positief. Religiositeit en geloof beleef je persoonlijk, maar er is geen band met de staat. De afkalving van de kerk laat wel een leemte.

Ik stap graag kerken binnen. Je betreedt er een andere wereld. Als jongen ging ik iedere zondag naar de kerk en ik zag mijn klasgenoten en medestudenten een voor een afhaken. Op de duur waren we nog met twee en toen die andere ook wegbleef, hield het ook voor mij op. Ik was twintig. Maar later in het leven begin je weer na te denken. Noem mij geen atheïst. Ik ben een twijfelende zoeker, een christelijk agnost.”

Een christelijk agnost, wat is dat?

“Ik ben een zoekende mens die de waarden van het christendom respecteert, tracht toe te passen in zijn persoonlijk leven en ook door te geven. Maar ik weiger pasklare antwoorden. Overigens denk ik dat ook gelovigen, zelfs kerkleiders, wel eens twijfelen. Maar de Europese cultuur is doordrongen van de joods-christelijke erfenis. Als we in Europa iets gemeenschappelijks hebben, is het dat. Het is de basis van onze beschaving. Voor mijn part hadden we dat perfect in de proloog van de Europese grondwet kunnen schrijven. Als je je wortels wil beschrijven, lijkt me dat evident. Het christendom zit in ieder van ons. Ook in de Verlichting, die vanaf de 18de eeuw de mens meer centraal stelde. Die Europese cultuur, die is wel wat waard. Bekijk de moslimwereld; bekijk China. Dat zijn toch andere manieren van om te gaan met elkaar, met de aarde, de dieren. Wat wij hier in Europa hebben opgebouwd, wil ik onder geen beding prijsgeven. Het humanisme heeft daar enorm toe bijgedragen, zowel het christelijke als het vrijzinnige.”

In een opmerkelijke passage in uw memoires Koning Albert II en zijn vijf premiers beschrijft u operatie-Kelk als een vrijzinnige samenzwering.

“Dat was ook zo. Toen ik er in de krant kritische bedenkingen bij formuleerde, werd ik daarover aangesproken. ‘Nu hebben we ze eindelijk; ik moest niet in de weg gaan staan.’ Let wel, stel je geen groot complot voor dat ergens centraal werd bedacht. Veeleer gaat het om kleine complotten die ontstaan wanneer de gelegenheid zich aandient.”

Dat bevestigt het idee in katholieke kringen dat media, politiek, gerecht en andere spelers van de vrijmetselarij samenspannen. Zoals bijvoorbeeld met de euthanasie, die voor minderjarigen wordt opengesteld.

“Dat zijn netwerken die je inderdaad niet moet onderschatten. Ze bestaan. Als socialisten en liberalen elkaar ondanks hun ideologische tegenstellingen vinden, is de loge gewoonlijk niet ver weg. In het euthanasiedossier vind ik het ongelukkig dat er niet in wordt geslaagd een grotere consensus te vinden. Over fundamentele discussies als leven en dood vind ik niet dat het de ene ideologische groep tegen de andere moet zijn.”

Tot zover Jan De Volder en Luc Van der Kelen.

Burgemeesters Van Korbeek-Dijle Tussen 1800 En 1976 – deel 22

Vervolg van 7. Jan Francis Mommaerts

Bureel van Weldadigheid

Op 14.1.1906 wordt Guilielmus Neefs (1836-1918) (Lepper) met 5 stemmen op 5 benoemd tot lid van het Bureel van Weldadigheid ter vervanging van Jan Baptist Jorge (de Jei), aftredend lid.

Het Bureel van Weldadigheid is dan als volgt samengesteld:

Van Ermen Henricus

Meulemans Guillaume

De Coster Josephus

Vanderseypen Franciscus

Neefs Guillaume

Op 30.11.1909 zal de gemeenteraad de benoeming door het Bureel van Weldadigheid goedkeuren van dr. Cappuyns als dokter “van den Armen”, met 5 stemmen tegen 1. Dr. Ectors werd door het Bureel van Weldadigheid uit zijn ambt ontheven verklaard omdat hij zich in Terbank-Heverlee ging vestigen.

Naar aanleiding van het overlijden van Alfred Honnorez op 19.8.1906 beslist de raad op 9.10.1906 dat er in ’t vervolg voor elk overleden lid van de gemeenteraad een dienst om 8 u gecelebreerd zal worden op kosten van de gemeente.

Ingevolge een brief van de gouverneur wordt op 2.12.1906 de jaarwedde van meester Mignon, die 17 jaar dienst heeft, van 1400 op 1800 fr gebracht.

Op 31.1.1909 zal de gemeenteraad de jaarwedde van de meester, na 20 jaar dienst, op 1900 fr brengen.

Op 13.1.1907 kent de gemeenteraad een toelage toe van 10 fr aan de matigheidsbonden die in de scholen werden opgericht. Mogelijk waren dat actiegroepen tegen overmatig alcoholgebruik.

In de nasleep van de overstroming van 14.5.1906 stemt de gemeenteraad op 7.4.1907 45 fr als “tussenkomstdeel bij de toelagen van Staat en Provincie” voor gemelde overstroming.

Wegenwerken zijn nog steeds een hoofdbekommernis van de gemeente. In 1907 wordt hiervoor 6.000 fr geleend bij het Gemeentekrediet aan 4,25 % rente. Op 10.6.1907 keurt de raad een offerte goed van Louis De Bontridder (1847-1917) (Lewie van Jefkes, de vader van Jef van Lewie en de grootvader van Lewiekes), landbouwer op Heverlee-Dries, voor het vervoer van kasseien van het station van Oud-Heverlee naar verschillende werven: 20 fr per wagon van 10.000 kg voor het vervoer naar de weg op Bertem, ter plaatse “Hooge Paal” genoemd, en 15 fr per wagon van 10.000 kg voor het vervoer naar de Rhode straat en de Kleine Holle straat.

Op 27.12.1907 beslist de gemeenteraad een “vaderlandse vlag” aan te kopen voor de meisjesschool. De lichtjes vermolmde vlaggenmast die nu nog op de zolder van de vroegere zusterswoning ligt is waarschijnlijk toen aangekocht.

Op dezelfde zitting kent de raad een toelage van 30 fr toe aan Jozef Vander Elst (den Bels) als onderstand voor het verlies van zijn koe en twee varkens.

Gemeenteraadsverkiezingen van 20.10.1907

Naast de overleden Franciscus Berthels en Alfred Honnorez verdwijnt ook Jan Baptist De Greef uit de gemeenteraad.

Worden als gekozen uitgeroepen:

-Mommaerts Jozef: 159 stemmen

-De Coster Jozef: 156 stemmen

-Buekenhout Désiré: 146 stemmen

Jozef Mommaerts (1850-1931) (Jef van Jan Cisses) was de vader van Louis Mommaerts, de Pachter van Coeckelberghs.

Jozef De Coster (1851-1944) (Jef van Driskes) was de vader van Kamiel, Jan en Jefke van Driskes en van Mieke Driskes, en de grootvader van Celine van Driskes. In Leefdaal werd Kamiel van Driskes: Kamiel van Goeëre.

Désiré Buekenhout (1864-1933) (Reike Kamiel) was een kozijn van Engelbert De Greef (den Ingel) want zijn moeder was een halfzus van de vader van den Ingel. Zijn moeder was een volle zus van Jan Baptist De Greef (1841-1916) die gemeenteraadslid was van 1895 tot 1907. Désiré was getrouwd met een zus van Jan Crabbé, Elisa Crabbé. Zij hadden zeven kinderen onder wie Georges (Georges van Reike) en Germaine (x Frans Van Caudenberg). Zij woonden in de Kerkstraat waar later Germaine met Frans Van Caudenberg en hun gezin woonden. Désiré was er herbergier, kleermaker en barbier, en zijn vrouw Elisa winkelierster.

Op 1.1.1908 wordt er gestemd voor de benoeming van een schepen die tot de reeks van 1916 zal behoren: Mommaerts Jozef bekomt 6 stemmen op 7 en is verkozen.

De nieuwe gemeenteraad ziet er dan als volgt uit:

-Mommaerts Joannes Franciscus, burgemeester

-De Greef Engelbert, schepen

-Mommaerts Jozef, schepen (kozijn van de burgemeester)

-De Wit Karel, raadslid

-Mommens Guillaume, raadslid

-De Coster Jozef, raadslid

-Buekenhout Désiré, raadslid

Op 1.3.1908 beraadt de gemeenteraad zich over de aankoop van een nieuw torenuurwerk. De kerkfabriek wil voor de helft tussenkomen in de kosten. De offerte van het bedrijf Michiels uit Mechelen ten belope van 1100 fr wordt goedgekeurd op voorwaarde dat de gemeente haar helft in 3 maal mag betalen: 200 fr in 1909, 200 fr in 1910 en 150 fr in 1911.

In de begroting van 1909 wordt een som van 15 fr opgenomen als jaarwedde van de opwinder van het torenuurwerk.

Op 30.5.1909 kent de gemeenteraad 15 fr onderstand toe aan Louis Matthys voor het verlies van een koe.

Louis Matthys (°Heverlee 1857) woonde op Ormendaal op de plaats waar later zijn dochter Clementine (Klei Mattaës) woonde. Louis was een broer van mijn stiefgrootvader Engelbert Matthys (Ingel Mattaës) in Bertem.

Op het college van 15.3.1910 (de dag van het overlijden van burgemeester Joannes Franciscus Mommaerts), treedt Engelbert De Greef op als dienstdoende burgemeester en wordt Jozef Mommaerts aangeduid om de functies van ambtenaar van de burgerlijke stand te vervullen.

(wordt vervolgd)

woensdag 1 januari 2014

Gebed van de week: Drie wijzen

Op zoek naar een antwoord

op de diepste vragen

hebben zij zich losgemaakt

van alle status.

Wijze koningen,

het Licht achterna,

uit vrije keuze,

de weg naar het kleine

dat vrede brengt,

geluk gegeven en ontvangen,

zaligheid.

Ontmoeting bij een voederbak,

een moeder, een vader, een kind.

Warmte van een os en een ezel,

en van vrijgevigheid: een koninklijk cadeau.

Alle grenzen afgelegd,

De hele wereld in een stal:

‘Mensen worden broeders’.

God,

sterk ook ons tot wijze mensen:

zoekers naar wat de moeite waard is,

in respectvolle ontmoeting met uw wereld, ons dorp.

Geen slaven meer, geen knechten,

in alle vrijheid Jezus achterna.

Vrede, gegeven en ontvangen,

zaligheid!

Uit het boek Onderweg van Wies Merckx

Soep Op De Stoep

In de kerk van Korbeek-Dijle werd op zondag 15 december, na de eucharistieviering, soep uitgedeeld. Het korfje voor de vrijwillige bijdrage bracht 97,50 € op ten voordele van de projecten van Welzijnszorg onder het motto: Armoede (op de) buiten!

Met dank aan de schenkers van soep en van centen!

Burgemeesters Van Korbeek-Dijle Tussen 1800 En 1976 – deel 21

Vervolg van 7. Jan Francis Mommaerts

Dreiging met rechterlijke vervolging

Op 28.4.1904 overweegt de gemeenteraad dat Jan Baptist Jorge (1861-1945) (de Jei) 5 fr ontvangen heeft om te overhandigen aan Jan Baptist Sterckx (1853-1928) (Jan Voenk, de vader van Franje, Mie, Simon en Mikke Voenk) voor het zetelen als bijzitter in de kiezing zonder strijd, die plaats gehad heeft op 3 oktober 1903, en dat Jan Baptist Jorge deze som nog niet overhandigd heeft aan Jan Baptist Sterckx, en hij beveelt Jorge de 5 fr aan Sterckx te doen geworden binnen de vijf dagen op straf van rechterlijke vervolging.

Op 21.6.1904 is de gemeenteraad van oordeel dat de Veeweide moet verbeterd worden met ‘keigruis’. Schepen De Greef verklaart dat er keigruis kan bekomen worden van Petrus Fagot (1848-1928) (Paëkke) mits schadevergoeding der aardappelen die op het land van Fagot staan waar het keigruis moet uitgenomen worden. De raad gelast schepen De Greef overeen te komen met Petrus Fagot tot het vaststellen der schade en over te gaan tot het uitvoeren der werken.

Op 11.8.1904 behandelt de raad een vraag van Frans Vrijdags (1865-1932) (Woëkes) om een stal in hout te mogen bouwen tegen het huis door hem bewoond en toebehorende aan de gemeente op voorwaarde de stal te mogen afbreken en het hout te mogen meenemen als hij het huis zal verlaten. De raad stemt toe op voorwaarde dat de gemeente in de kosten van de bouw van de stal niet hoeft tussen te komen.

Op 16.9.1904 overweegt de raad “dat graaf Frederik de Merode gesneuveld is strijdend voor vrijheid en onafhankelijkheid van ons vaderland. Willende bijdragen tot de verheerlijking van den onversaagden vrijwilliger en zijn wapenmakkers, naast hem gevallen op het veld van eer, stemt eene som van tien franken om de kosten van het gedenkteeken te helpen dekken.”

Naaldwerk

De onderwijzeres (zuster Josepha) vraagt de geldelijke onderstand voor het naaldwerk te brengen van 1 fr op 1,50 fr per hoofd.

Op 16.9.1904 overweegt de raad dat deze verhoging zal gebruikt worden tot beloning der kinderen die minder dan 10 dagen op het schooljaar de school zullen verzuimd hebben, en gaat akkoord.

Afschaffing van de rol der hoofdelijke belasting

Op 16.9.1904 schaft de raad deze belasting af gezien de jaarlijkse klachten en gezien het onmogelijk is de juiste verdeling der aanslagen te doen op de vermoedelijke toestand van het fortuin van de inwoners. Hij beslist ter vervanging 10 opcentiemen meer te heffen op de grondbelasting.

De totale belasting wordt dan:

70 opcentiemen op de grondbelasting

29 opcentiemen op de personenbelasting

16 opcentiemen op het patentrecht.

Op 13.4.1905 behandelt de gemeenteraad een aanvraag van Jan Baptist Vanderwegen (1870-1949) (de Koe) om 10 aren land uit ter hand te kopen van een perceel gelegen op de Veeweide en toebehorend aan de gemeente. Victor Van Campenhout (1876-1950) (Torre Sjeis) en Constant Berthels (1879-1945) (de Stanje), landbouwers, worden benoemd als schatters. Zij schatten de waarde op 400 fr. Maar Vanderwegen had reeds 750 fr geboden. Daarom beslist de gemeenteraad het perceel grond aan die zeer gunstige prijs uit ter hand te verkopen, en niet publiek zoals het normaal hoorde te gebeuren.

In 1906 bouwde J.B. Vanderwegen zijn huis, het huidige nummer 28, op het betrokken perceel grond.

Op 16.5.1906 behandelt de gemeenteraad een vraag van Vanderwegen om terugbetaling van 14,15 fr van de aankoopprijs omdat de gemeente 18,84 m2 grond heeft afgenomen voor de verbreding van de straat, ofwel 18,84 m2 achteraan bij te geven. De gemeente opteert voor de uitbetaling.

Op 28.11.1905 geeft de gemeenteraad een gunstig gevolg aan de vraag van Jozef Mommaerts (1850-1931) (Jef van Jan Cisses, de vader van de Pachter van Coeckelberghs) voor “het oprichten van eenen graanvuurmolen met moteur van 15 paardenkracht gestookt bij middel van petrololie”, in een gebouw palende aan zijn huis, om het graan van de inwoners te malen.

Op 7.12.1905 behandelt de raad een vraag van onderwijzeres Draulans (zuster Josepha)

1) tot het oprichten van een tweede bewaarschool in het leegstaande gemeenteschoollokaal voor de kinderen van 6 tot 8 jaar,

2) de aankoop door de gemeente van een stoof en van rolgordijnen om in gemeld lokaal geplaatst te worden,

3) het doen maken op kosten der gemeente van een uitgangsdeur in de gang tussen de twee schoollokalen,

4) van een toelage voor de onderwijzeres dezer nieuwe bewaarschool van 150 fr ‘s jaars.

De vraag wordt gunstig beantwoord.

Maar op 16.3.1906 neemt de raad kennis van een brief van de kantonnale schoolopziener zeggende dat de leerlingen in dat lokaal niet mogen blijven en dat betrokken kinderen respectievelijk naar de jongens- en meisjesschool moeten teruggezonden worden om de geldelijke ondersteuning van de Staat te blijven behouden.

De ontruiming zal gebeuren op 1 oktober. De vrije gesubsidieerde school is toch zinnens zelf te bouwen en de onderwijzeres mag haar 150 fr behouden.

Op 9.8.1906 beslist de raad voor de meubilering van de gemeentemeisjesschool aan te kopen: 24 banken van 2 plaatsen in pitch-pine, gevernist en alles overeenkomstig het officieel model, aan 20 fr per bank = 480 fr. Maar er komt een aanbod van Adolf Meulemans (de vader van Zjuul va Dolf) om de banken te maken voor 19 fr. Op 2.12.1906 krijgt hij de opdracht van de gemeenteraad.

Op 19.9.1909 zal de gemeenteraad een vraag van “dame” Draulans (zuster Josepha) behandelen om een schriftelijk bewijs te bekomen zeggende dat de verschillende mobiliere schoolvoorwerpen zich bevindende in de meisjesschool, en waarvan een lijst is bijgevoegd, door de aanvraagster persoonlijk op haar kosten zijn aangekocht. De raad erkent dat de gemeente geen recht van eigendom zal kunnen doen gelden bij ontslag van de onderwijzeres.

Op dezelfde datum zal de gemeenteraad een vraag van de onderwijzeres om 10 fr verhoging te krijgen voor het gewoon onderhoud van haar schoollokaal inwilligen. De vergoeding zal dan 60 fr per jaar bedragen, zoals voor de onderwijzer.

(wordt vervolgd)