woensdag 25 december 2013

Burgemeesters Van Korbeek-Dijle Tussen 1800 En 1976 – deel 20

Vervolg van 7. Jan Francis Mommaerts

Dokter van het Bureel van Weldadigheid

Reeds op 30.1.1902 had de Cappuynsgezinde groep in de gemeenteraad een poging gedaan, langs het ‘Armbureel’, om dr. Victor Cappuyns tot dokter van het Bureel van Weldadigheid te laten aanstellen in de plaats van dr. Ectors. Dat voorstel was toen met 4 neen-stemmen tegen 3 ja verworpen.

Op 29.12.1903 behandelt de raad een rechtstreekse vraag van dr. Cappuyns om die plaats te bekomen. Met 1 stem voor, 3 tegen en 1 onthouding wordt de vraag opnieuw verworpen.

Met 3 stemmen voor, 1 tegen en 1 onthouding wordt dr. Cappuyns wel aangenomen voor het bestatigen der overlijdens en als inenter der gemeente. Hij zal hiervoor jaarlijks ontvangen: 15 fr voor elk van beide activiteiten.

Op 8.1.1905 keurt de raad de rekening goed van dr. Cappuyns ten belope van 100 fr voor een buitengewone pokinenting, zijnde 0,25 fr per hoofd.

Typhus

Nadat zich verschillende gevallen van typhuskoorts op de Veeweide hadden voorgedaan te wijten aan het slechte drinkwater waarvan de bewoners zich moesten bedienen, beslist de gemeenteraad op 29.1.1903 op gemeld gehucht een drinkwaterput te doen maken op kosten van de gemeente.

Feestelijkheden

Op 9.8.1903 acteert de gemeentesecretaris het volgende:

“Gezien den brief der maatschappij “De Verbroedering” door dewelke deze eene toelage van vijftig franken vraagt voor gedeeltelijke dekking van de kosten der feestelijkheden, die genoemde maatschappij zinnens is te maken ter gelegenheid van den aanstaanden kermis, overweegt de Raad dat het inrichten van feestelijkheden zal voordelig wezen aan de gemeente en in den smaak der inwoners zal vallen, en stemt aan gezegde maatschappij eene toelage van dertig franken.”

Voor haar festival van 15.5.1904 vraagt de Fanfarenmaatschappij Ste Cecilia een toelage van 300 fr aan de gemeente. Op 25.3.1904 overweegt de gemeenteraad dat zulk feest de handel en de vooruitgang van de gemeente bevoordeligt en beslist met 4 stemmen tegen 3 een toelage van 150 fr toe te kennen aan de maatschappij ten einde te dienen tot uitreiking van premiën om alzo het grootst mogelijk aantal maatschappijen aan te werven.

Op 1.5.1905 stelt de gemeenteraad een datum vast voor de viering van de 75ste verjaardag van België’s onafhankelijkheid: 28 augustus, 2de kermisdag.

Op 18.6.1905 acteert de gemeenteraad de toekenning van een provinciaal krediet ter uitdeling van buitengewone hulpgelden aan de behoeftigen. En de gemeentesecretaris noteert in zijn verslag van de gemeenteraad:

“Overwegende dat de vergunning van dit krediet voor zeer loffelijk doel heeft eenen troost te bezorgen aan de armen gedurende de jubelfeesten en in hun de uitdrukking van het vaderlandsch gevoel te bevorderen;

Willende de milddadige en menschlievende akte van deze vergadering bijtreden;

Besluit:

Van aan het weldadigheidsbureel eene toelage te vergunnen van 80 fr bestemd om uitgedeeld te worden als buitengewone hulpgelden onder de behoeftigen ter gelegenheid van de 75ste verjaardag van de onafhankelijkheid van België.”

Op 12.7.1905 stemt de gemeenteraad 200 fr voor het vieren der jubelfeesten en regelt de feestelijkheden als volgt:

“Op zondag 23 juli Te Deum. De kinderen der scholen , ieder met eene kleine nationale vlag in de hand, en de verschillige Overheden der gemeente begeven zich stoetsgewijze naar de Kerk. Na den Te Deum uitdeling van koeken aan de kinderen in de gemeenteschool. Te 4 u uitdeling van kramieken, koffie, bitteren, rijst en suiker aan de behoeftigen door het Bureel van Weldadigheid.

Op 28 augustus, maandag der gemeentekermis, volksspelen.”

Korbeekse verkiezingen van 10.1.1904 (grote helft)

Waarom deze verkiezingen pas op 10.1.1904 plaats vonden in plaats van op de normale datum van 18.10.1903 is niet duidelijk. Verderop is er sprake van een “verkiezing zonder strijd op 3 oktober 1903”. (?)

Er komen drie nieuwe raadsleden in de gemeenteraad: De Greef Engelbert (1862-1919) (den Ingel), De Wit Karel (1852-1937) (de Groeëte van Toënkes, de vader van Eugeen De Wit) en Mommens Guillaume (1867-1938) (den Buuk, de vader van Merie Buuk).

Theophiel Coeckelberghs, Jozef Cappuyns en Louis De Bontridder verdwijnen uit de gemeenteraad.

De Greef Engelbert wordt op 23.2.1904 met 5 stemmen op 5 verkozen tot schepen voor de 2de reeks die in 1912 zal eindigen.

De gemeenteraad ziet er dan als volgt uit:

Joannes Franciscus Mommaerts, burgemeester

Alfred Honnorez, schepen

Engelbert De Greef, schepen

Jan Baptist De Greef, raadslid

Franciscus Berthels, raadslid

Karel De Wit, raadslid

Guillaume Mommens, raadslid

Raadslid Franciscus (Ciske) Berthels overlijdt op 29.1.1905. Op de raad van 26.3.1905 wordt Jan Meulemans (1879-1964) (Jan Perkoe) als zijn opvolger aangesteld. Zij behoren beiden tot lijst nr.1, van de 1ste serie uitgaande op 1 januari 1908.

Maar op 1.5.1905 behandelt de gemeenteraad een brief van de arrondissementscommissaris waarin deze schrijft dat Jan Meulemans ten onrechte is aangesteld. De beraadslaging van 26.3.1905 wordt ingetrokken.

Tegenwoordigheidspenningen der gemeenteraadsleden

Eveneens op 26.3.1905 overweegt de gemeenteraad dat er tussen de raadslieden werklieden zijn en dat deze met de zittingen bij te wonen hun dagloon verliezen. De raad stemt daarom voor een zitpenning van 1,50 fr per raadslid en per zitting.

(wordt vervolgd)