woensdag 18 december 2013

Burgemeesters Van Korbeek-Dijle Tussen 1800 En 1976 – deel 19

Vervolg van 7. Jan Francis Mommaerts

School

Op de gemeenteraad van 2.11.1900 wordt een nieuwe onderwijzeres aangesteld ter vervanging van juffr. Aerts (zuster Antonina), die haar ontslag had gegeven. Juffr. Meysmans Florentina (zuster Generosa), gediplomeerde onderwijzeres, krijgt 5 stemmen op 5. Haar jaarwedde wordt bepaald op 1.200 fr, hieronder begrepen de toelagen voor het onderwijs der arme kinderen, en 200 fr voor vergoeding van woonst.

Op 20.5.1901 zal zich hetzelfde scenario herhalen. Juffr. Meysmans (zuster Generosa) heeft haar ontslag gegeven. En juffr. Lyna Francisca (zuster Marguerite), gediplomeerde onderwijzeres, wordt met 5 stemmen op 5 aangesteld en krijgt 1.200 fr jaarwedde + 200 fr woonstvergoeding.

Op 29.9.1901 hetzelfde scenario: juffr. Lyna (zuster Marguerite) heeft haar ontslag gegeven en juffr. Mathilde Draulans (zuster Josepha), gediplomeerde onderwijzeres, wordt met 4 stemmen op 4 als haar opvolgster aangesteld met een jaarwedde van 1.200 fr en 200 fr woonstvergoeding.

Veldwachter

Gemeenteraad van 2.11.1900. Alhoewel de Provinciale Raad van Brabant de minimumwedde van de veldwachter vastgesteld heeft op 600 fr, vindt de gemeenteraad, omdat de gemeente maar 700 inwoners telt, slechts een oppervlakte heeft van 413 ha en wegens de “bekrompenheid” der geldmiddelen, dat een verhoging van 450 naar 500 fr volstaat.

Ondanks een brief van de arrondissementscommissaris bevestigt de gemeenteraad op 18.11.1901 zijn beslissing om de wedde van de veldwachter slechts op 500 fr te brengen.

Op 9.1.1902, na een nieuwe brief van de arrondissementscommissaris, handhaaft de gemeenteraad met 5 stemmen tegen 1 en 1 onthouding zijn beslissingen van 2.11.1900 en 18.11.1901.

Op de gemeenteraad van 12.6.1902 acteert de gemeenteraad dat de Bestendige Deputatie de jaarwedde van de veldwachter in de begroting van 1902 ambtshalve verhoogd heeft van 500 naar 600 fr.

Ontvanger

Gemeenteraad van 2.11.1900. De gemeenteontvanger verliest 25 fr door de afschaffing van de rol der buurtwegen. Daarom wordt zijn jaarwedde van 200 op 225 fr gebracht.

Op 16.9.1904 behandelt de raad de vraag van de ontvanger om zijn wedde op 350 fr te brengen. De raad beslist zijn wedde te verhogen van 225 naar 250 fr.

Gemeentegebouwen

Op de zitting van de gemeenteraad van 19.1.1901 worden werken aan de gemeentegebouwen toevertrouwd aan Verbist Engelbert uit Bertem voor een bedrag van 3.105,28 fr. Architect Van Dormael heeft meester Mignon benoemd als toezichter der werken. De gemeenteraad aanvaardt dat op voorwaarde dat meester Mignon zich laat vervangen in de school gedurende die werken door een gediplomeerde onderwijzer.

Op de gemeenteraad van 25.4.1901 zal meester Mignon ondervraagd worden over zijn surveillantschap: waarom hij zich niet liet vervangen in de school. Mignon antwoordt daarop dat zijn overheid hem dat niet toeliet om deze beweegredenen, en dat hij de twee taken genoegzaam kan combineren.

De rekening der werken plus een gedeeltelijke levering van schoolmeubelen beloopt uiteindelijk 3.230,36 fr.

Meester Mignon stond ook in voor de verwarming van het schoollokaal. Hij kocht zijn kolen bij Jozef Vander Elst (1859-1922) (den Bels), de vader van Louis, Bertha en Constant Vander Elst in Korbeek-Dijle, en Julie (Zjolle) Vander Elst in Bertem. Mignon recupereerde achteraf zijn uitgaven bij het gemeentebestuur.

Op 28.4.1904 behandelt de gemeenteraad een opmerking van de hoofdopziener van het lager onderwijs dat het gemeentehuis door de onderwijzer moet bewoond worden. Aangezien meester Mignon de huidige bewoners van het gemeentehuis toegelaten heeft daar te wonen wijst de raad er op dat het zijn plicht is deze te doen weggaan en het gemeentehuis zelf te bewonen.

Belastingen

In 1901 bedragen de totale opcentiemen:

60 opcentiemen op de grondbelasting

29 opcentiemen op de personenbelasting

16 opcentiemen op het patentrecht

Dit is een aanzienlijke verhoging t.o.v. de vorige jaren omdat de rol der buurtwegen werd afgeschaft. Dit was oorspronkelijk een lijst van alle gezinshoofden die onderhoudsprestaties aan de buurtwegen moesten leveren. Geleidelijk aan werd die verplichting door de meesten afgekocht met het betalen van een belasting aan de gemeente. Vanaf 1901 dus vervangen door een verhoging van de opcentiemen.

Bureel van Weldadigheid

Op 16.2.1901 werd gestemd voor een opvolger van Joannes Franciscus (Susse) Vranckx, uittredend lid van het Bureel van Weldadigheid.

Kandidaten voor de opvolging van Vranckx waren:

1.van het Bureel van Weldadigheid: Vranckx Joannes Franciscus zelf en Vanderseypen Franciscus

2.van het schepencollege: Jorge Jan Baptist en Vandermueren Ferdinand.

Werd benoemd door de gemeenteraad: Jorge Jan Baptist.

Jan Baptist Jorge (1861-1945) (de Jei) was getrouwd met een zus van Josephus Bruffaerts (de schoonvader van Constant Michiels) en van Ludovicus Bruffaerts (de man die was uitgeweken naar Rosières-St.André); hij was de vader van Frans Jorge (de Witte Jei).

Franciscus Vanderseypen (1834-1912 ) was de vader van Jozef Vanderseypen (Jef den Dekker).

Ferdinand Vandermueren (1834-1914) was de vader van Francis Vandermueren (Fander).

Op 30.1.1902 is Franciscus Berthels uittredend maar Gillam Meulemans (1834-1918) (de grootvader van Zjuul va Dolf) wordt met 4 stemmen tegen 3 voor Franciscus Berthels, in diens plaats verkozen.

Op 29.1.1903 wordt een nieuw lid van het Bureel van Weldadigheid gekozen in de plaats van Andreas De Coster (overleden in 1902). Zijn zoon Jozef De Coster bekomt 6 stemmen op 6 en kandidaat Franciscus Vanderseypen geen enkele stem.

Het Bureel van Weldadigheid is dan als volgt samengesteld:

-Van Ermen Henricus, benoemd op 14.12.1899, landbouwer, 72 jaar

-Rongé Petrus, benoemd op 14.12.1899, landbouwer, 58 jaar

-Jorge Jan Baptist, benoemd op 16.2.1901, landbouwer, 42 jaar

-Meulemans Guillaume, benoemd op 30.1.1902, landbouwer, 69 jaar

-De Coster Josephus, benoemd op 29.1.1903, landbouwer, 52 jaar

Op 23.2.1904 wordt gekozen voor een opvolger van Petrus Rongé. Er zijn twee kandidaten: Franciscus Vanderseypen en Louis Goovaerts. Franciscus Vanderseypen krijgt 5 stemmen op 5 en is dus verkozen.

Louis Goovaerts (1870-1949) (de Witte van Volles) was de vader van René Goovaerts (Renei van de Witte) en van Maria Goovaerts (x Swouj Van Neck).

De leden van het Bureel van Weldadigheid zijn dan:

-Van Ermen Henricus

-Jorge Jan Baptist

-Meulemans Guillaume

-De Coster Josephus

-Vanderseypen Franciscus

Op 8.1.1905 wordt Henricus Van Ermen herbenoemd als lid van het Bureel van Weldadigheid met 4 stemmen op 4. Zijn tegenkandidaat Louis Goovaerts krijgt geen enkele stem.

Op 20.5.1901 beslist de gemeenteraad tussen te komen in de plaatsingskosten van Petrus Vanderstappen bij de Zusters van Liefde te Leuven met een jaarlijkse som van 60 fr. De resterende 60 fr moeten door hemzelf van zijn ouderdomspensioen worden betaald.

Petrus Vanderstappen (°1832 ) was een kozijn van de vader van den Blok en de Schoen.

(wordt vervolgd)