woensdag 30 oktober 2013

Sint-Stevensgilde en bananenproject

Het jubileumconcert van de Sint-Stevensgilde gevolgd door de receptie ten voordele van het bananenproject van de WOS in Oost-Congo, Rwanda en Burundi, op zaterdag 12 oktober in de kerk van Korbeek-Dijle was een echte meevaller. Op de laatste foto zien we Camiel Swertvagher aan het woord. Hij is salesiaan van Don Bosco, oud-chiroproost in Korbeek-Dijle en missionaris in Centraal-Afrika waar het bananenproject loopt.

Week 2013-44 - Concert oktober 2013 005Week 2013-44 - Concert oktober 2013 008Week 2013-44 - Concert oktober 2013 010

Burgemeesters Van Korbeek-Dijle Tussen 1800 En 1976 – deel 12

Vervolg van 7. Jan Francis Mommaerts

De gemeenteraad in zitting van 16.11.1884 :

1. Gezien de § 1, 2 en 3 van art. 4 der organieke wet van 20.9.1884 op het lager onderwijs

Besluit :

Art. I. Het programma der lagere scholen van de gemeente bevat de leerstoffen waarvan het onderwijs verplichtend is volgens de bewoordingen der 1ste paragraaf van art. 4 der wet.

Art. II. Het onderwijs in den godsdienst en in de zedenleer van den katholieken eredienst zal deelmaken van het programma der lagere scholen der gemeente.

Het onderwijs in den godsdienst en in de zedenleer zal gegeven worden bij den aanvang der schooluren.
De kinderen wier ouders zulks vragen, zullen ontslagen worden het bij te wonen.

2. Het oorspronkelijk vastgesteld wachtgeld van 750 fr voor de in beschikbaarheid gestelde hulponderwijzer De Bruyn, bij afschaffing van bediening, wordt op 1.000 fr gebracht (minimum door de wet bepaald), waarvan 2/5 of 400 fr ten laste van de gemeente.

Op 30.11.1884 bevestigt de gemeenteraad de te vroeg genomen beslissing van 28.9.1884 (de aanneming van de vrije lagere school) daar de wet pas van kracht werd op 2.11.1884, en beslist: juffrouw Braeckmans zal trekken uit dien hoofde de som van 1.200 fr hieronder begrepen de toelage voor het onderwijs der arme kinderen.

Voor het schooljaar 1884-1885 erkent de gemeenteraad 142 arme kinderen : 75 jongens en 67 meisjes.

Meester Mertens ontvangt een weddesupplement van 12 fr per arme jongen en juffrouw Braeckmans moet het stellen met haar 1.200 fr per jaar, de vergoeding voor het onderwijs aan 64 arme meisjes inbegrepen.
Juffrouw Piron krijgt 100 fr voor het besturen van de bewaarschool. In 1890 zal die vergoeding op 200 fr worden gebracht.

Jan Francis Mommaerts werd burgemeester benoemd op 22.12.1884.

Jef Cappuyns werd de tweede schepen naast Susse Vranckx;

De gemeenteraad zag er dan als volgt uit:

Joannes Franciscus Mommaerts, burgemeester

Franciscus Vranckx, schepen

Josephus Cappuyns, schepen

Franciscus De Bontridder, raadslid

Franciscus Berthels, raadslid

Josephus Meulemans, raadslid

Edwardus Coeckelberghs, raadslid

Ondanks de overweging van de gemeenteraad op 22.2.1885 dat de inwoners onbemiddeld en bijna alle kleine landbouwers zijn die door den tegenwoordigen landbouwcrisis met moeite hunne landhuur kunnen betalen en dat zij bijgevolg geen nieuwe lasten kunnen stemmen, besluit hij :

De jarenlang ongewijzigd gebleven som van 229,50 fr in de begroting gewone uitgaven lager onderwijs in 1886 te brengen op 400 fr.

De arrondissementscommissaris is van oordeel dat er reeds in de begroting van 1885 1.070 fr zou moeten figureren voor het onderwijs. De gemeenteraad besluit daarom op 20.12.1885 van het overschot van de rekening van 1884 (1.586,32 fr) zoveel af te nemen als er zal nodig zijn om het tekort voor het onderwijs aan te vullen.

In de begroting van 1886 heeft de Bestendige Deputatie het voorziene bedrag voor het onderwijs van 400 fr gebracht op 835,05 fr. Daarom besluit de gemeenteraad op 5.12.1886 het overschot van de begroting van 1886 (453,04 fr) te gebruiken om het tekort van de dienst voor het lager onderwijs van hetzelfde jaar aan te vullen.

Op dezelfde gemeenteraad van 5.12.1886 wordt de begroting van 1887 opgesteld. Voor het lager onderwijs wordt nu 611,68 fr voorzien. Tegelijk wordt bij de inkomsten een toelage van de Staat voorzien van 1.905,60 fr.

In de begroting der lagere scholen wordt op 1.3.1885 verder voorzien :

Een jaarwedde van 1.700 fr vanaf 1884 voor de onderwijzer aangezien hij meer dan 25 jaar dienst heeft.

Op 24.5.1885 stemt de gemeenteraad volgend politiereglement :

Art.1 : Het is streng verboden danspartijen in te richten of op orgels of andere werktuigelijke instrumenten in de herbergen en andere openbare plaatsen te spelen zonder een voorafgaande toelating van den Burgemeester of Schepene met de politie gelast.

Art.2 : De overtredingen van bovenvermelde schikkingen zullen gestraft worden door de wetten van lokale politie.

Op 23.8.1885 geeft de gemeenteraad gevolg aan de eis van de hogere overheid dat nieuwe belastingen worden geheven om de uitgaven van de gemeenten te bestrijden.

Het totaal aan belastingen wordt aldus :

- 42 opcentiemen op de grondbelasting

- 19 opcentiemen op de personenbelasting

- 6 opcentiemen op het patentrecht

Tussen 1892 en 1896 werd dat : 44 opcentiemen op de grondbelasting

13 opcentiemen op de personenbelasting

Onderwijzers

In augustus 1885 vraagt meester Mertens zijn pensioen, wat gunstig onthaald wordt door de gemeenteraad daar hij van goed zedelijk gedrag is en niet meer in staat is de vereisten van zijn beroep behoorlijk te vervullen.

Het pensioen van meester Mertens weegt echter zwaar op het budget van de gemeente. De lasten kunnen niet verhoogd worden. Zij zijn reeds al te hoog aangezien den slechten tijd ter oorzake van den landbouwcrisis.

De gemeenteraad moet alle mogelijke middelen tot spaarzaamheid gebruiken.

Nog slechts twee meisjes volgen de lessen handwerk van Elisabeth Deraymaeker waarvoor zij een jaarwedde van 160 fr krijgt. Er zijn personen in de gemeente bekwaam om dit vak te geven die dat voor 50 fr per jaar zouden willen doen.

De gemeenteraad besluit de jaarwedde van Elisabeth Deraymaeker van 160 fr tot 50 fr te verminderen vanaf 1 oktober 1885.

De gemeenteraad in zitting van 8.11.1885:

Overwegende dat de heer Mertens blijft voortgaan met de functies van gemeenteonderwijzer uit te oefenen in afwachting dat men voorzien hebbe in zijn vervanging;

Besluit:

Dat er zal overgegaan worden tot de benoeming van eenen onderwijzer in plaatsvervanging van den heer Mertens die zijn pensioen gevraagd heeft. De nieuwe titularis zal den eersten december aanstaande in functie treden.

Op de gemeenteraad van 29.11.1885 wordt er gestemd:

De heer Douven Theophiel, geboren te Sint-Truiden op 25.3.1864, met diploma van onderwijzer van de Staatsnormaalschool te Gent, krijgt 4 stemmen op 6;

Mommaerts Ludovicus, hulponderwijzer te Heverlee, 1 stem;

en De Bruyn Casimir, gewezen hulponderwijzer alhier, 1 stem.

Douven wordt tot gemeenteonderwijzer uitgeroepen. Zijn jaarwedde wordt bepaald op 1.200 fr inbegrepen de toelage voor het onderwijs der arme kinderen.

De gemeenteraad in zitting van 10.1.1886:

Overwegende het groot nut van een bijzondere school voor ieder geslacht;

Overwegende dat de Heer Baron d’Overschie de Neeryssche, burgemeester van Neerijse, kosteloos ten dienste stelt van de gemeente het schoollokaal der geadopteerde school met al de schoolmeubelen, met het recht deze verlening in te trekken mits de gemeente er een maand op voorhand van te verwittigen;

Besluit:

Art.1.

De tegenwoordige gemengde school der gemeente wordt voor het onderwijs der jongens alleen voorbehouden.

Art.2.

Er is een gemeentemeisjesschool ingericht welke op gestelde voorwaarde in het schoollokaal der tot nu toe geadopteerde school wordt gevestigd;

Art.3.

Een vaste jaarwedde van 1.200 fr, alle profijten inbegrepen, is aan de nieuwe plaats vastgehecht.

Art.4.

De plaats van naaimeesteres van de voormalige gemengde gemeenteschool, onnuttig geworden zijnde, is afgeschaft.

Gebed van de week: Geef ieder wat hem toekomt

Uw antwoord, Jezus,

is zo eenvoudig

en zo duidelijk.

Geef aan de keizer

wat van de keizer is

en geef aan God

wat van God is.

Ieder mens heeft recht

op wat hem toekomt,

om te beschikken over

dat wat leven mogelijk maakt.

Daarin zijt Gij ons voorgegaan.

Gij hebt uw leven

als brood voor anderen gebroken,

uw bezieling als wijn

aan ons geschonken.

En ook de Vader kreeg zijn deel

in lofzang en aanbidding,

in tijd en in aanwezigheid.

Zet ook ons op dat spoor, Jezus,

dat mensen van ons mogen ontvangen

wat hen leven geeft.

En dat God de tijd krijgt en de aandacht

die ons dankbaar maakt.

En mens.

Uit het boek Onderweg van Wies Merckx

woensdag 23 oktober 2013

Gelezen In Tertio Van 9 Oktober 2013

Gedegen wetenschappelijk en historisch onderzoek laat op zich wachten

Uit een gesprek van Frans Crols met Valeer Neckebrouck

Christenen zien zichzelf als één grote familie, maar wereldwijd ook de meest vervolgde religieuze groep: zo’n tien procent van de 2 miljard gelovigen krijgen ermee te maken. Hun vervolgers noemen de missionering een hoofdreden voor de vijandschap. Klopt dat historisch? Wat weten we over de samenhang met de kolonisering? Waren kolonisering en missionering twee zijden van één medaille?

Als zijn voordeurbel om 8.45 u klinkt in Korbeek-Dijle heeft Neckebrouck (77) net in zijn woonkamer een eenzame ochtendmis opgedragen en de kelk, de kandelaars en de kaarsen weggestoken in een kastje dat hij amicaal zijn sacristie noemt. De ex-missionaris in Rwanda en Zaïre – in 1966-67 leefde hij een schooljaar als leraar aan het Collège Christ-Roi in Lemfu, een missiepost in de brousse van de Lage Congo - en onderzoeker in Kenia bij de Kikuyu’s, de stam die de Mau-Mau voortbracht in de strijd tegen de Britten, en bij de Masaï en in Honduras bij het vissersvolk Garifula, doceerde jarenlang aan de KU Leuven en de Universiteit Tilburg. Hij publiceerde een fraaie rij studies over menskunde, volkenkunde en missie. Neckebrouck werkt vandaag aan een vierde boek in zijn reeks over antropologie en godsdienst.

“Zelfhaat en cultuurrelativisme zijn kenmerken van de westerling van vandaag. Hij laat zich mythes aanpraten die meestal onderlijnen hoe wild, barbaars, vernietigend hij te werk is gegaan bij de kolonisering van Afrika, Latijns-Amerika en Azië”, meent valeer Neckebrouck. “Rustig en breed onderzoek toont dat het missioneringsverhaal niet zwart is, wel wit-zwart, een zebra. Over de rol van missies in de kolonisering is een eenduidig antwoord onmogelijk.”

“Verhalen blijven vertellen over de westerse missionaire rovers die Afrika en Latijns-Amerika naar hun menselijke, culturele en economische ondergang zouden hebben geduwd, is vals en verwerpelijk. Ten minste moet er genuanceerd en factueel naar het terrein worden gekeken.” Neckebrouck betreurt het gebrek aan ernstig historisch onderzoek, en meent dat dit de antimissionaire eensgezindheid, de missiemoeheid die tussen 1960 en de jaren ‘80 toesloeg in het Noord-Atlantische katholicisme, mee bepaalde. Mede door de reactie tegen de zogenaamde uitbuitende en vernietigende missionering groeiden een houding en praktijk om missionaire actie gelijk te stellen aan ontwikkelingshulp, aan het werken aan de materiële vooruitgang van de Derde Wereld. “Die ontwikkeling was en is fout”, aldus Neckebrouck. “De missionaire verkondiging en de sociale actie zijn geen rivalen of zijn evenmin van elkaar gescheiden.” (Nvdr: En hier krijgen we Valeer Neckebrouck ten voeten uit:) “Vaticanum II en de aanhangers van een progressieve kerk verschoven de klemtoon van de missionering haast exclusief naar de sociale gerechtigheid. Niemand zal ontkennen dat de strijd voor ontwikkeling en bevrijding in het hart van het christendom zit. Maar iedereen kent bezielde linkse christenen die, naarmate zij de inzet voor de verwezenlijking van de socialistische idealen meer als de kern van de evangelische boodschap zien, aan het eind van de reis ontdekten dat zij links zijn gebleven, maar dat zij tevens geleidelijk het christendom links hebben laten liggen.”

Burgemeesters Van Korbeek-Dijle Tussen 1800 En 1976 – deel 11

Vervolg van 6. Joseph Dieudonné Honnorez

Door de gemeenteraad van 24.2.1884 onder voorzitterschap van schepen Vranckx:

“Overwegende dat de heer Honnorez Joseph Dieudonné, burgemeester en ambtenaar van de burgerlijke stand, zijn ontslag van burgemeester gegeven heeft en dat hetzelve door een Koninklijk besluit aangenomen is”;

“Overwegende dat hij met der daad afziet van alle uitoefening zijner functiën aangezien hij geen deel meer neemt aan zittingen, beraadslagingen, enz… alsook dat hij geweigerd heeft van brieven en andere administratieve schriften bij hem te ontvangen en dat hij het gemeentezegel overgeleverd heeft”;

“Gezien hebbende art. 89 der Belgische gemeentewet,

wordt de Heer Jan Francis Mommaerts, oudste dienstdoende gemeenteraadslid, geroepen om deel te maken van het schepencollege ten einde het getal harer leden volledig te maken”.

Eveneens op 24.2.1884: “In toepassing van art. 93 der Belgische gemeentewet, gaat het college over tot de benoeming van een ambtenaar van de burgerlijke stand: Jan Francis Vranckx, oudste diensthebbende schepen”.

Vanaf 31.8.1884 treedt Jan Francis Mommaerts (Soeë van Fluppes) op als burgemeester.

Vanaf het schooljaar 1883-1884 is de vrije school van pastoor Beirens van start gegaan.

Die school was opgericht als gevolg van de liberale schoolwet van 1879 waarvan de hoofdkenmerken waren:

- iedere gemeente moest minstens één officiële school onderhouden;

- de gemeente mocht geen vrije school subsidiëren;

- de onderwijzers in de gemeentescholen moesten een diploma van een rijksnormaalschool bezitten;

- godsdienstonderricht kon uitsluitend buiten de lesuren en op uitdrukkelijk verzoek van de ouders worden ingericht.

In het archief van de kerkfabriek van Korbeek-Dijle vond Alfons Van Strubarq(+) de overeenkomst tussen pastoor Beirens en de overste van de zusters Annonciaden van Huldenberg van 1 juli 1883 waarvan ik hierna de bepalingen citeer (soms wat ingekort):

1. De Zusters zullen om de Katholieke School van Corbeek-Dyle te bedienen drie religieuzen geven, waarvan tenminste een gediplomeerd, mits de jaerwedde (per maend te betalen) van veertien honderd vijftig franken.

2. Voor iedere religieuze boven het gezegde drie zal er betaeld worden (ook per maend) een jaerwedde van 350 franken.
3. Heer Pastoor zal verschaffen:

a) een ordentelijke wooning met een kleinen hof;

b) aan de klassen: didactysch en allerlei ander materiaal;

c) een ordentelijken volledigen huisraad voor de wooning, waarbij het beddegoed en lijnwaad te rekenen.

4. Ook ten laste van Hre Pastoor:

a) allerlei contributiën;

b) onkosten van verzekering tegen brand;

c) het onderhoud, witten, verven van alle de gebouwen, behalve voorbehoud hieronder gemeld;

d) de onderhoud van alle de schoolmeubelen;

e) al de schoolbehoeften, prijzen en belooningen.

5. Zijn ten laste van de Zusters, de onderhoud en vernieuwing van den huisraad, het beddegoed en lijnwaad; de huiselijke onderhoud van binnen en het stooksel van huis en klassen.

6. Al de meubelen of lijnwaad van de Zusters met hun geld aangekocht, alsook al de giften aan hen persoonlijk en uitdrukkelijk gedaan blijven haar eigendom.

7. Er zal jaarlijks wederzijds een lijst opgesteld worden van de meubelen.

8. Al ’t schoolgeld of andere allerlei voordeelen zijn aan Hre Pastoor toegekend, alleen dit uitgesloten dat aan de Zusters uitdrukkelijk voor hun wordt gegeven, maar alleen Hre Pastoor heeft het recht zulke giften te verbieden.

Vooral als gevolg van de vrijzinnig-geïnspireerde schoolwet van 1879 werden de liberalen bij de nationale verkiezingen van 1884 verslagen (zij verloren 25 zetels!) en de katholieke regering Malou-Jacobs-Woeste liet een nieuwe schoolwet goedkeuren (de wet van 20.9.1884): de gemeenten kregen opnieuw het lager onderwijs in handen, maar moesten tenminste één school bezitten; ze mochten ook opnieuw vrije scholen aannemen; het godsdienstonderricht kon opnieuw deel uitmaken van het leerprogramma zo de gemeente zelf dat wilde, terwijl twintig huisvaders een speciale klas konden aanvragen waar godsdienstonderwijs was uitgesloten; de benoeming van onderwijzers was opnieuw vrij.

Het recht op staatstoelagen voor de vrije scholen kwam er pas in 1895 door de wet Schollaert.

Op 28.9.1884 neemt Joseph Honnorez nog éénmaal deel aan de gemeenteraad als gemeenteraadslid.

Deze gemeenteraad neemt volgende beslissingen:

1. Overwegende dat de vrije lagere meisjesschool bediend door juffrouw Maria Braeckmans (= zuster Alberta, in Korbeek-Dijle van 1883 tot 1897), gediplomeerde onderwijzeres, zich aan de voorwaarde onderwerpt vereist volgens de bewoordingen van art. 9 van de wet van 20.9.1884 op het lager onderwijs;

Overwegende dat de school door bijna al de kinderen van het vrouwelijk geslacht dezer gemeente bezocht wordt;

Willende in het onderwijs, voor de zedelijke opvoeding, de beide geslachten van elkander scheiden en tevens voldoen aan de wens der inwoners;

Besluit:

De vrije lagere school van juffrouw Braeckmans aan te nemen.

2. In aanmerking nemende het gering getal der leerlingen dat de gemeenteschool bezoekt, de geldelijke toestand der gemeente en het verlangen der inwoners;

Besluit:

De plaats van mijnheer De Bruyn Guilielmus Casimir als hulponderwijzer in de gemeenteschool is afgeschaft.

3. Overwegende dat de bewaarschool alhier bestierd door juffrouw Lucia Piron (= zuster Colomba, in Korbeek-Dijle van 1883 tot 1889) aan de vereisten der wet voldoet;

Overwegende dat de inwoners der gemeente aan deze school veel houden;

Overwegende dat deze school het beheer van het krachtens de wet ingericht toezicht aanvaardt;

Besluit:

De bewaarschool van juffrouw Lucia Piron aan te nemen.

Het Gemeentefonds

In de begroting van 1861 verscheen voor de eerste maal een systematische financiële steun vanuit het nationale niveau, een jaarlijkse tegemoetkoming aan de gemeenten, die toen voor Korbeek-Dijle 403 fr bedroeg. Het aandeel van onze gemeente in het Gemeentefonds steeg geleidelijk tot 1.290 fr in 1884.

7. Jan Francis Mommaerts (°Korb.D.1839/+Korb.D.1910) Burgemeester 1884-1910

Jan Francis (Soeë van Fluppes) was een zoon van Philippus Franciscus Mommaerts. Philippus was een broer van Maria Theresia Mommaerts, die het Mariakapelletje aan de Veeweide liet bouwen en getrouwd was met Carolus De Coster (burgemeester nr.3), en ook een broer van Joannes Franciscus Mommaerts (Jan Cisses). Soeë van Fluppes was dus een kozijn van Jef van Jan Cisses, de vader van de Pachter van Coeckelberghs. Soeë van Fluppes was vrijgezel en woonde in het huis gebouwd door zijn vader Philippus, waar Erik De Smedt nu woont en voordien Jef Vermeulen (Jef Boer).

Verkiezingen van eind 1884

Joseph Honnorez, Jacobus Van Geel en Andreas Vandermueren verdwijnen uit de gemeenteraad. In hun plaats komen : Josephus Cappuyns (1825-1905), Josephus Meulemans (1847-1920) en Edward Coeckelberghs (1855-1943).

Jef Cappuyns was een kleinzoon van burgemeester nr.1 en de vader van de latere burgemeester Emiel Cappuyns (zie 10. en 12.) en van dokter Victor Cappuyns, en een broer van gemeentesecretaris en koster Frans Cappuyns.

Jefke Meulemans (Jefke Perkoe) was de vader van Jan Perkoe en de grootvader van Talle Perkoe.

Waar Coeckelberghs was een broer van Theophile (Fille) Coeckelberghs (de boer aan de Dijlebrug, de vader van Kamiel en Warreke) en de vader van Maria, Bertha, Mathilde en Kamiel van Waar, respectievelijk getrouwd:

-Maria met Theophiel Steeno (pachters op Raffelberg vóór Maurits Yserbijt, en ouders van Gilberte Steeno x Fonske De Jonge),

-Bertha met Jules Van Geel (de Miljonair),

-Mathilde met Jozef Van Geel (Lange Jef) en

-Kamiel met Maria Steeno (de ouders van Godelieve Coeckelberghs x Georges Goossens = Georges van de President).

Waar Coeckelberghs betrok later de boerderij op de hoek van de Langerodestraat en de Kleine Puystraat in Neerijse, waar nu Zjef Vanuytsel woont.

(wordt vervolgd)

Gebed van de week: Het goede zaad

Uw Woord, Heer,

is goed zaad

dat gedijt in goede grond.

Maar ook zoveel nieuwe goden

bezaaien onze akker

met afleiding

voor wat er meestal niet toe doet.

Zo raken wij verstrikt

tussen wart de moeite waard is

en bijkomstigheid.

Zo verstikken wij

in overvloed,

in de dingen

en in de tijd.

Schenk ons wijsheid, Heer,

om goed te kiezen.

Uw Woord, Heer,

is het goede zaad.

Uit het boek Onderweg van Wies Merckx

woensdag 16 oktober 2013

Burgemeesters Van Korbeek-Dijle Tussen 1800 En 1976 – deel 10

Vervolg van 6. Joseph Dieudonné Honnorez

Evolutie in de samenstelling van de gemeenteraad

Josephus Moens komt een laatste maal naar de gemeenteraad op 27.12.1876. Hij overlijdt in 1877.

Guilielmus Neefs komt geen enkele maal naar de gemeenteraad tussen 27.12.1876 en 3.10.1878.

*

* *

De kieswetgeving (vervolg)

C. Periode 1878-1895 met cijns- en capaciteitskiezers

In deze periode werd het politieke klimaat bitsiger. Nationaal lieten de liberalen meer en meer van zich horen. Ook op gemeentelijk vlak deden zich grondige wijzigingen voor. In het Staatsblad van 23 mei 1878 verscheen een volledig nieuw kieswetboek. Stemgerechtigd waren voortaan zij die Belg waren, op de dag van de verkiezing 21 jaar oud en minimum 10 fr rechtstreekse belasting betaalden, patentrecht inbegrepen. De kandidaten moesten voortaan tenminste vijf dagen voor de verkiezing zelf, gesteund door tenminste tien kiezers, bekend gemaakt worden.

Een andere nieuwigheid waren de stembrieven. Voortaan stonden de namen in alfabetische volgorde, per lijst, op één stembrief gedrukt. Bovenaan de lijst kon de naam of een herkenningsteken worden aangebracht. De kiesverrichtingen zouden gecontroleerd worden door getuigen. De kiezer moest zijn stem in een afgesloten kieshokje uitbrengen. Men mocht een lijststem uitbrengen, zijn stem fractioneren over verschillende kandidaten en zelfs panacheren.

*

* *

Verkiezingen van 29.10.1878

De zes nog in functie zijnde raadsleden blijven op hun post en pas op 4.9.1879 komt er een vervanger voor Moens: Andreas Vandermueren (1824-1894), de schoonvader van Jan Baptist Verstraeten (°1843) (de stamvader van alle Verstraeten’s die er geweest zijn en nog zijn in Korbeek-Dijle), van August Van Kildonck (Jukke Van Kildoenk) (1863-1954) en van Victor De Greef (Victoor van de Moeppe) (1864-1941. Hij was ook een oom van Francis Vandermueren (Fander) (1866-1942).

Benoeming van een veldwachter (ter vervanging van Boogaerts Pierre Edouard die zijn ontslag gegeven heeft)

Op de gemeenteraad van 30.9.1880 wordt er gestemd:

1e stemming: Ruelens Louis: 4 stemmen

Vranckx Guillaume: 3 stemmen

2e stemming: Vranckx Guillaume: 4 stemmen

Engels Cesar: 2 stemmen

Nowé François: 1 stem

Dus: de 1e kandidaat is Ruelens Louis en de 2e kandidaat Vranckx Guillaume.

Louis Ruelens (1852-1922) was de grootvader van Jacqueline, Josée en René Ruelens en van Marie, Louis en Juliette Terclavers.

Guillaume Vranckx (°Korb.D.1855 /+ Bertem 1925) was de vader van de latere Bertemse veldwachter Guilielmus Joannes (Wannes) Vranckx (1887-1978) en een oom van Josephus Vranckx (Jefke Vraëd) in Korbeek-Dijle, de grootvader van Leonard (Narreke) Vranckx.

Louis Ruelens werd veldwachter benoemd en kreeg zo zijn naam: Piëke de Garde.

In de begroting van 1882 wordt de jaarwedde van de veldwachter gebracht op 265 fr.

Op 13.11.1887 wordt de jaarwedde van de veldwachter van 265 fr op 400 fr gebracht vanaf 1.1.1888.

Dat Louis Ruelens zijn taak als veldwachter ter harte nam blijkt uit volgend verslag van de gemeenteraad van 19.2.1888:

Op 21 December 1887 heeft de veldwachter dezer gemeente procesverbaal opgemaakt tegen Karel Moens van Corbeek-Dyle, voerman van den heer Alfred Honnorez van deze gemeente en werkende op bevel van dezen laatste, om doorgereden te hebben ondanks een verbod aangeplakt op eenen stijl met eene kar bespannen met een peerd, op eenen voetweg uitsluitelijk aan de voetgangers voorbehouden en waar hij beschadigingen veroorzaakt heeft. Deze voetweg aangeduid op de Atlas onder nr.26 heeft slechts een breedte van 1m65 waarvan 1 meter gekasseid is (nvdr: Dat is de Dam plus het Voetwegske op Leuven, waarschijnlijk toen overal maar 1,65 m breed).

De heer Honnorez zou niet kunnen beweren dat hij zich moet bedienen van dezen voetweg om zijne weide te bereiken vermits deze eenen uitweg heeft op de openbare weg.

Aangezien de mening der rechtsgeleerden, geraadpleegd door het bestuur, de rechten der gemeente bewijst en dat deze, wat meer is, het grootste belang heeft tot het behoud van het gekasseide gedeelte van dezen weg, in het verbieden van den doorgang met karren vermits zij er grote schade veroorzaken.

Overwegende dat het proces berustende voor den heer Vrederechter van Leuven vastgesteld is op woensdag 7 Meert 1888, Besluit:

Het Kollege van Burgemeester en Schepenen is gelast zich burgerlijke partij te stellen in de zaak hiervoren beschreven tegen de heeren Karel Moens en Alfred Honnorez.

De vergroting van het schoolgebouw

Op 18.4.1881 bespreekt de gemeenteraad een bestek van de provinciale architect betreffende de aanbouw van een klaslokaal aan het schoolgebouw:

1. Vergrotingswerken: 13.977,85 fr

2. Vervollediging meubilering: 2.954,48

3. Verwerving van een terrein van ongeveer 4 aren: 760,00

17.692,33

De raad zegt 1/6 te kunnen bijdragen in de uitgave en vraagt aan de Regering en de Provincie de nodige subsidies om het tekort te dekken.

De Bestendige Deputatie beslist dat de gemeente 2/6 moet bijdragen in de kosten. De gemeente zal dat financieren met de verkoop van bomen plus een lening van 5.000 fr bij het Gemeentekrediet.

Verkiezingen van 1881

Guilielmus Neefs en Albert Vanderveken worden vervangen door Franciscus (Cis) De Bontridder (1835-1894) en Franciscus (Ciske) Berthels (1851-1905).

Cis De Bontridder was de overgrootvader van mijn vrouw Lea De Bontridder.

Ciske Berthels was de vader van Roos, Felicie en Bert van Ciske.

Andreas Vandermueren bevorderde tot schepen en Joannes Franciscus Mommaerts (Soeë van Fluppes) degradeerde tot gewoon gemeenteraadslid.

Dus zag de gemeenteraad er als volgt uit:

Joseph Honnorez, burgemeester

Franciscus Vranckx, schepen

Andreas Vandermueren, schepen

Joannes Franciscus Mommaerts, raadslid

Jacobus Van Geel, raadslid

Franciscus De Bontridder, raadslid

Franciscus Berthels, raadslid

Op 22 juli 1883 behandelt de gemeenteraad volgend probleem:

Ter hoogte van het schoolgebouw-gemeentehuis is er een gevaarlijke versmalling van de weg Leuven-Overijse.

In overleg met het Ministerie van Binnenlandse Zaken wordt er beslist de afsluitingsmuur vóór de woning van de onderwijzer en de trap in blauwe steen naar de school af te breken, en alle fruitbomen die er staan te kappen. Het sloopwerk en de reconstructie van de muur en de trap op de wettelijke rooilijn zou 2.000 fr kosten. De 46,80 m2 aan de Staat af te stane grond wordt opgenomen in de weg. Het ministerie vergoedt de gemeente met een subsidie van 2.000 fr.

Vanaf 19.8.1883 komt Jacobus Van Geel niet meer naar de gemeenteraad. Hij kwam al onregelmatig sinds eind 1879.

Eind 1883 geeft Joseph Honnorez zijn ontslag als burgemeester.

Vanaf 22.12.1883 zit schepen Vranckx de gemeenteraad voor.

(wordt vervolgd)

Gelezen In Tertio Van 2 Oktober 2013

1.Op maandag 29 september 2013 besliste het eerste consistorie onder leiding van paus Franciscus dat Joannes XXIII en Joannes Paulus II heilig worden verklaard op 27 april 2014. Franciscus besliste eerder dat er, in tegenstelling tot de voorschriften, geen tweede mirakel nodig is voor de heiligverklaring van de paus van het Tweede Vaticaans Concilie.

Joannes Paulus wordt dan weer amper negen jaar na zijn dood al heilig. (Geert De Kerpel)

2.Koptische christenen

Het woord ‘Kopt’ is etymologisch verwant met ‘Aegyptos’. De naam verwijst naar de oorspronkelijke bewoners van Egypte, van voor de islamisering en de arabisering. “Tegenwoordig wordt het woord alleen gebruikt voor de christenen van Egypte, maar er zijn ook nog steeds Egyptische moslims die zich ‘Kopt’ noemen, weet Kyrillos Samaan, koptisch-katholieke bisschop van Assiut. Egypte kent de grootste christelijke minderheid in de regio. Samaan spreekt van 12 tot 15 miljoen, andere bronnen houden het op slecht 8 miljoen. De overgrote meerderheid van deze christenen behoren tot de koptisch-orthodoxe kerk, geleid door paus Tawadros II. De katholieken onder hen vormen maar een heel kleine minderheid van ten hoogste 200.000 zielen, verdeeld over zeven bisdommen. De koptisch-katholieke kerk ontstond in de zeventiende eeuw als gevolg van de missionering door franciscanen en kapucijnen, die voor een herstel van de band met Rome ijverden. “Maar wij boksen boven ons gewicht”, lacht Samaan. “Hoewel we gering in aantal zijn, hebben onze scholen, gezondheidsinstellingen en onze andere vormen van dienstverlening een gewaardeerde impact op de hele samenleving.” (Jan De Volder)

3.’De dood is te absurd om waar te zijn’

In zijn boek Macht en gezag besteedt Mark Eyskens enkele lezenswaardige hoofdstukken aan de kerk en het geloof. De crisis van de kerk is er volgens hem een van de instelling, de waarden, maar vooral van het geloof zelf. Die laatste brengt hij in verband met het wereldbeeld dat nog al te zeer op oude mythologische denkbeelden stoelt en daardoor de geseculariseerde, wetenschappelijk ingestelde mens niet meer aanspreekt. Volgens hem is er een nood aan hertaling van de oude teksten en hij doet daartoe enkele pogingen in het boek. “Al zou ik voor mijn vertaling van het credo in vroegere tijden wellicht op de brandstapel zijn beland,” lacht hij.

Godsdienst en wetenschap

Voor Eyskens is het zogenaamde conflict tussen godsdienst en wetenschap achterhaald. “Godsdienst heeft met waarden te maken. Maar laat het onderzoek over het ontstaan van de wereld alstublieft over aan de wetenschappers.” De politicus stelt dat we de Bijbel niet moeten lezen als iets van het verleden, maar als een beeld voor de toekomst. “Is de mens geschapen ‘naar het beeld en de gelijkenis van God? Ik lees dat in het futurum: de Blijde Boodschap is dat wij de wereld kunnen verbeteren en zo meer op God gaan gelijken. Daarom vind ik de laatste zin van het Mattheusevangelie zo mooi: ‘Ik ben met u tot aan de voltooiing van de wereld.’”

Met een van zijn typische ‘bons mots’ stelt Eyskens dat ‘de dood te absurd is om waar te zijn.’ “Er is een diepe hunkering in ieder mens dat dit niet waar mag zijn, niet waar kan zijn. Ik koester de geloofshoop dat de echte werkelijkheid onzichtbaar is, dat de dood niet het laatste woord heeft, dat God de toekomst is van de mensheid en van iedere mens.” (Jan De Volder)

C.L.

Het boek: Mark Eyskens, Macht en Gezag, Witsand Uitgevers, Antwerpen, 423 blz., 22,50 euro. Bestellen kan via www.tertio.be

Gebed van de week: Gerechtigheid en vrede

Heer,

in elke eucharistieviering schenkt

Gij ons uw vrede

en mogen wij deze doorgeven aan elkaar.

Maak van dit teken een heilig gebaar.

Doe ons beseffen

dat deze eenvoudige handeling

zoveel kracht in zich draagt

dat zij boodschap wordt van nieuw leven.

Maak dat wij elkaar uw vrede geven.

Bron van gerechtigheid,

aanzet voor een nieuwe toekomst,

hemel op aarde,

hier en nu,

voor allen

met wie wij leven mogen delen.

Uit het boek Onderweg van Wies Merckx

woensdag 9 oktober 2013

Mutsjes breien

Week 2013-41 - Mutsjes breien0001

Gebed Van De Week: Middag

Tijd

om aan te zitten:

de voeten onder tafel

twee handen in aanslag

een grommend maaggeluid

de neus op scherp

en het water in de mond …

 

Tijd

om samen te zitten:

een rustpunt midden in de dag

de deugd van een goeie babbel

of het gelach om een droge mop

de smaak van gedeelde vreugd

en dan samen aan de afwas …

 

Tijd

om dank te zeggen

zoveel lekkers dat ons wordt voorgezet

en God die altijd nabij is

die ons nodigt om te delen

en kracht geeft om te leven

zodat wij voedsel mogen zijn voor velen.

Uit het boek Onderweg van Wies Merckx

woensdag 2 oktober 2013

De Sint-Stevensgilde geeft jubileumconcert voor het bananenproject WOS

Het parochiaal zangkoor van Korbeek-Dijle, de Sint-Stevensgilde, concerteert op zaterdag 12 oktober om 19.30 uur in de kerk van Korbeek-Dijle naar aanleiding van zijn 30-jarig bestaan. Het brengt voor u 16 topstukken klassieke en moderne liederen. De Sint-Stevensgilde is cultuur-christelijk geïnspireerd en haar repertorium bevat veel klassieke muziek. Het vierstemmig koor bestaat voornamelijk uit inwoners van Korbeek-Dijle en het omliggende maar sluit zich niet op en iedereen die graag zingt en er iets voor over heeft is welkom. Als het bestaan van het koor je tot nu toe ontgaan was en als je zou willen meezingen, contacteer dan Jan Moeyersons, Stationsstraat 20 Korbeek-Dijle, mail: wiesgoossens@yahoo.co.uk; tel. 016 47 12 52.

De inkom van het concert is gratis, maar met haar jubileumconcert wil de Sint-Stevensgilde uw vrijwillige maar wezenlijke financiële steun vragen voor het 'bananenproject' van de WOS-Korbeek-Dijle.

De Werkgroep OntwikkelingsSamenwerking Korbeek-Dijle groeide uit de lokale Oud-Chiroleiding. Zij steunt met de opbrengst van een jaarlijks missiediner, wafelenbak en andere activiteiten verschillende projecten in Centraal-Afrika en Zuid-Amerika. Het bekendste project is het 'Bananenproject' . Dit werd gelanceerd om de zieke bananenplanten in Oost-Congo, Rwanda en Burundi te vervangen. Met de hulp van de KULeuven worden in een laboratorium in Bujumbura immune bananenplanten gekweekt en uitgedeeld aan de missies en de bevolking. De WOS-Korbeek-Dijle financiert het laboratoriumwerk en deels het vervoer van de gekweekte planten. Contact WOS: Gard Vermeulen, Dam, 2, Korbeek-Dijle, mail: gard@telenet.be; tel. 016 47 70 62.

Burgemeesters Van Korbeek-Dijle Tussen 1800 En 1976 – deel 9

Vervolg van 6. Joseph Dieudonné Honnorez

De school tijdens het burgemeesterschap van Joseph Honnorez

Gans die periode was nog steeds Ludovicus Mertens onderwijzer in de enige school van Korbeek-Dijle, vanaf 1877 wel met de steun van een hulponderwijzer. Pas in 1883, op het einde van de ambtstermijn van Joseph Honnorez, is de vrije school van start gegaan.

Op 15 december 1875 bespreekt de gemeenteraad een brief van de arrondissementscommissaris waarin deze voorstelt een hulponderwijzer aan te stellen. De gemeenteraad acht het voor het ogenblik niet nodig de toelating te vragen om een plaats van hulponderwijzer te creëren. Uit de beraadslaging blijkt om volgende redenen:

-de schoolzaal laat niet toe een speciaal lokaal voor elke onderwijzer te geven

-het Bureel van Weldadigheid kan niet bijdragen in de hogere kosten

-de inkomsten van de gemeente zijn onvoldoende om die hogere uitgaven te dekken.

Op 27 februari 1876, na een nieuwe brief van de arrondissementscommissaris, beslist de gemeenteraad dan toch een ambt van hulponderwijzer te creëren vanaf 1 januari 1877.

Op 30 september 1876, bij de opstelling van de begroting van 1877, wordt beslist 1.000 fr van de opbrengst van de door de orkaan van 12 maart ontwortelde en afgetopte bomen te sparen bij de A.S.L.K. om later een tweede zaal aan de gemeenteschool te bouwen.

Op 15 oktober 1876 neemt de gemeenteraad volgende beslissingen in verband met de school:

-de jaarlijkse tussenkomst van de gemeente in het onderwijs van de arme leerlingen wordt opgetrokken van 6 fr naar 10 fr per kind (6 fr voor de onderwijzer en 4 fr voor de hulponderwijzer)

-de solvabele leerlingen zullen ook 10 fr per jaar moeten betalen (60 % voor de onderwijzer en 40 % voor de hulponderwijzer)

-de wedde van de onderwijzer wordt vastgesteld op 800 fr per jaar

-de wedde van de hulponderwijzer wordt vastgesteld op 600 fr per jaar

-de gemeente zal in 1877 voor 229,50 fr bijdragen in de gewone uitgaven van het lager onderwijs, en het Bureel van Weldadigheid voor 125 fr

Op 27 december 1876 wordt Casimir De Bruyn (°Werchter 1856) unaniem benoemd tot hulponderwijzer van de gemeente. Hij zal het blijven tot begin 1885.

Het aantal arme kinderen dat gratis onderwijs mocht volgen evolueerde als volgt:

-schooljaar 1873-1874: 101 kinderen (54 jongens en 47 meisjes)

-schooljaar 1874-1875: 121 kinderen (61 jongens en 60 meisjes)

-schooljaar 1875-1876: 127 kinderen (71 jongens en 56 meisjes)

-schooljaar 1876-1877: 137 kinderen (73 jongens en 64 meisjes) + 5 solvabele leerlingen

-schooljaar 1877-1878: 140 kinderen (79 jongens en 61 meisjes)

-schooljaar 1878-1879: 145 kinderen (82 jongens en 63 meisjes)

-schooljaar 1879-1880: 158 kinderen (88 jongens en 70 meisjes)

-schooljaar 1880-1881: 158 kinderen (86 jongens en 72 meisjes)

-schooljaar 1881-1882: 149 kinderen (78 jongens en 71 meisjes)

-schooljaar 1882-1883: 154 kinderen (82 jongens en 72 meisjes)

-schooljaar 1883-1884: 150 kinderen (80 jongens en 70 meisjes)

Bovenop hun wedde ontving meester Mertens 6 fr per kind per jaar en meester De Bruyn 4 fr per kind per jaar. Het Bureel van Weldadigheid droeg hierin bij voor 125 fr tot het schooljaar 1877-1878, voor 150 fr in het schooljaar 1878-1879 en voor 200 fr vanaf het schooljaar 1879-1880.

In de begroting van 1878 voorziet de gemeente opnieuw een bedrag van 229,50 fr als bijdrage in de gewone uitgaven van het lager onderwijs. De Bestendige Deputatie keurt dit goed, maar de gouverneur himself verzet zich tegen de beslissing van de Bestendige Deputatie en wil een verhoging van de bijdrage met 560,85 fr.

De gemeenteraad van 13 december 1877 houdt een heel betoog om uit te leggen dat de gemeente niet meer dan 229,50 fr kan spenderen:

-van de 1.000 fr gespaard om een tweede zaal te bouwen aan het schoolgebouw rest nog maar 900,65 fr

-er zou nog eens 1.000 fr moeten voorzien worden voor dringend herstel van de Dijlebrug

-400 fr van de opbrengst van de bomen verkocht na de orkaan van 12 maart is nodig om het saldo te betalen van de bestratingswerken van de weg naar Oud-Heverlee

-zo blijft er slechts 95 fr over van die bomenverkoop voor de heraanplanting van bomen, waarvoor 700 à 800 fr nodig is

-daarenboven moet de lening van 1.705 fr aangegaan bij het Bureel van Weldadigheid in 1852 voor de bestrating van de weg Leuven-St.Jansberg nog gedeeltelijk terugbetaald worden.

‘Mijn geloof zegt me dat ik onvolmaakt mag zijn’

Uit de vertaling en bewerking door Emmanuel Van Lierde van het interview van Peter Seewald en Markus Günther met Angela Merkel, Duitse bondskanselier, in het Duitstalige magazine Credo.

U bent in een protestantse pastorie in Templin in de voormalige DDR groot geworden. Hoe ging het eraan toe?

“Mijn kinderjaren waren mooi. De DDR-staat domineerde de buitenwereld, maar in het ouderlijke huis en met vrienden bestond er een ander, niet volledig politiek gedomineerd leven. Ons huis behoorde toe aan een kerkelijke school voor voortgezette vorming. Die school voor de pastors van de evangelische kerk, die mijn vader leidde, was een open huis. Ik leerde er veel mensen kennen. Daarnaast was er een caritasinstelling voor mensen met een geestelijke handicap. Daar nam de kerk de zorg op zich voor al wie door de staat als vormingsonbekwaam werd geklasseerd. Die mensen met een beperking hebben mij eveneens verrijkt. Die jeugdjaren waren voor mij zeer inspirerend en tegelijk door de rust en de schoonheid van het landschap zeer idyllisch. Ons huis lag in een wondermooie omgeving met veel bossen en weiden, echt prachtig.”

Wat hebt u meegekregen van uw vader?

“Het belangrijkste dat kinderen van hun ouders meekrijgen, is liefde, genegenheid en aandacht. Ik heb het geluk dat zo beleefd te hebben. Wat specifiek mijn vader ons heeft voorgeleefd, was dat arbeid en vrije tijd, beroep en privé bij ons thuis niet strikt gescheiden waren. Het ene was ten stelligste met het andere vermengd.”

Werden jullie streng religieus opgevoed?

“Dat kun je zo niet zeggen. Mijn ouders hebben ons natuurlijk grondig in het geloof ingewijd. We gingen graag naar het geloofsonderricht. We mochten vragen stellen. We woonden met vader erediensten bij. Dat alles verliep in vrijheid, opgelegd hebben onze ouders nooit iets.”

Welke van uw beslissingen zou u graag herzien?

“Ik zou niets herzien, maar inzake embryo-onderzoek bijvoorbeeld had ik me een andere uitkomst van de debatten gewenst. Ikzelf had me tegen een verdere toelating gekant, omdat ik bekommerd ben, omdat de grenzen moeilijk te trekken zijn. Die houding heeft na zeer intensieve en voor dat thema passende discussies geen meerderheid gevonden.”

Hoe is religie in uw leven geïntegreerd?

“Kerkbezoeken zijn zeldzaam. Als bondskanselier zijn nu eenmaal al mijn optredens publiek en dat brengt overeenkomstige onrust met zich mee. Die wil ik op zondagmorgen niemand aandoen. Maar ik hou me telkens weer bezig met mijn geloof. Ik lees teksten, ik bid…”

Uw lievelingsgebed?

“Het Onzevader. Het trof mij enorm toen de nieuwe paus na zijn verkiezing op het balkon kwam en allen verzocht voor hem te bidden. Hoe mooi en verbindend is het dat er zo’n gebed bestaat dat allen kunnen meezeggen.”

U zei ooit dat christenen voor hun geloof moeten staan en erover moeten praten, alleen dan ontstaat een fundament in de samenleving. Klopt dat nog?

“Ja, ik ben ervan overtuigd dat je met een zekere blijheid van je geloof moet getuigen, maar zeker in de politiek niet elk uur en elke dag.”

Van een domineesdochter in een uithoek van Duitsland naar de machtigste vrouw ter wereld, stel je je dan niet de vraag: waarom ik? Is dat alles toeval? Of een lot dat in Gods handen ligt?

“Of ik nu vroeger fysicus aan de Academie voor de wetenschappen was, of nu kanselier van de Bondsrepubliek Duitsland, dat verandert mijn relatie met God niet. Mijn christelijke geloof helpt me, het bevrijdt me. Hoe belangrijk mijn ambt ook is, mezelf als persoon mag ik bij dat alles niet te belangrijk vinden. Mijn geloof zegt me dat ik zoals elke mens niet naar de volmaaktheid moet streven, maar dat ik onvolmaakt mag zijn.”

Wat betekent dat?

“Dat er iets groters in de wereld is dan ik en mijn bekommernissen. Natuurlijk moeten we ernaar streven goed te werken – “Bevolk de aarde en onderwerp haar”, luidt het in de Bijbel – om naar best vermogen verantwoordelijkheid voor onze medemensen te nemen. Maar ook een hoge politieke functie mag niet tot hoogmoed leiden. We blijven allen feilbaar.”

Uw partij is de CDU = Christlich Demokratische Union. Kan het zijn dat een meerderheid ooit die naam opgeeft omdat het niet meer bij de tijd is?

“Neen, de C behoort tot de CDU. Het drukt de kern uit die we niet zullen loslaten.”

Tot zover Angela Merkel en haar interviewers.

Gebed van de week: Morgengebed

Gezegend zijt Gij, Heer,

voor deze morgen,

voor het nieuwe licht,

voor de verse lucht,

voor de belofte van de dag.

Gezegend zijt Gij, Heer,

voor het heerlijk brood,

voor de warme koffie,

voor het voedsel van uw Woord,

voor de tijd die Gij ons gunt.

Gezegend zijt Gij, Heer,

voor het werk van onze handen,

voor de knipoogjes van anderen,

voor alles wat we mogen geven,

voor alles wat we mogen ontvangen.

Gezegend zijt Gij, Heer,

voor uw Schepping,

voor uw groot geduld met ons,

voor de vreugde, zelfs de pijn,

voor het leven dat we mogen leven.

Uit het boek Onderweg van Wies Merckx