woensdag 4 september 2013

Burgemeesters Van Korbeek-Dijle Tussen 1800 En 1976 – deel 5

Verkiezingen van 10 oktober 1857

Naast de overleden J.B. Berthels verdwijnen J.B. Ronsmans en G.F. Cappuyns. In hun plaats komen: Joannes Franciscus Neefs, Franciscus Cammaerts en Antonius Berthels.

Joannes Franciscus Neefs (°Bertem 1799/ +Korb.D.1876) was de bouwheer van de vierkantshoeve op de hoek van Ormendaal en de Sint-Jansbergsesteenweg en de vader van Guilielmus Neefs (Lepper), naar wie ik de vierkantshoeve “het Hof van Lepper” heb genoemd. Het is dezelfde Neefs als deze die op 12 december 1843 tot ereveldwachter werd aangesteld (zie verder ondertitel “De veldwachters”).

Franciscus Cammaerts (1809-1880) was een zoon van Andreas Cammaerts die lid was van het Bureel van Weldadigheid van 1829 tot aan zijn dood in 1838.

Antonius Berthels (1829-1886) was een zoon van Jan Baptist Berthels die gemeenteraadslid was van 1848 tot aan zijn dood in 1854. Antonius was de vader van Mille Bettel, Lewie de Scheper en de Stanje en een oom van Bert van Siske.

De gemeenteraad zag er dan als volgt uit:

-Remi Prosper Honnorez-Goubau, burgemeester

-Joannes Josephus Coeckelberghs, schepen

-Joannes Franciscus Mommaerts, schepen

-Petrus Franciscus Creffier, raadslid

-Joannes Franciscus Neefs, raadslid

-Franciscus Cammaerts, raadslid

-Antonius Berthels, raadslid (komt voor de eerste maal naar de raad op 2 juni 1859)

Afbranden van de kerk op 27 september 1858

In zitting van 30 november 1858 stelt de gemeenteraad vast: dat de arrondissementsarchitect een bestek heeft opgesteld ten bedrage van 41.427,29 fr voor de bouw van een nieuwe kerk, dat in het budget van de gemeente geen beschikbare fondsen zijn, maar dat de gemeente niettemin zoveel mogelijk wil bijdragen in de vermelde uitgave; en stemt bijgevolg een som van 2.600 fr voor de bewuste nieuwbouw.

Waarschijnlijke verkiezingen van 1860

Philippus Mommaerts (Fluppes) (1804-1869) komt erbij op 20 september 1860 in de plaats van zijn broer Joannes Franciscus Mommaerts (Jan Cisses) (1808-1885) die al afwezig was in de gemeenteraad sinds begin 1860.

Op de gemeenteraad van 17 juni 1861 treedt Philippus Mommaerts voor het eerst op als schepen.

De gemeenteraad ziet er dan als volgt uit:

-Remi Prosper Honnorez-Goubau, burgemeester

-Joannes Josephus Coeckelberghs, schepen

-Philippus Mommaerts, schepen

-Petrus Franciscus Creffier, raadslid

-Joannes Franciscus Neefs, raadslid

-Franciscus Cammaerts, raadslid

-Antonius Berthels, raadslid

Mogelijke verkiezingen in 1863 en 1866 brengen geen enkele verandering.

Waarschijnlijke verkiezingen van 1869

Op de gemeenteraad van 10 augustus 1870 komt Joannes Franciscus Mommaerts (Soeë van Fluppes) (1839-1910) als schepen in de plaats van zijn vader Philippus Mommaerts (Fluppes) die al afwezig was in de gemeenteraad sinds begin 1869 en overleed op 19 oktober van datzelfde jaar.

Augustinus Josephus (Jef) Cappuyns (1825-1905), een kleinzoon van burgemeester Guilielmus Cappuyns (zie 1.), komt in de plaats van Franciscus Cammaerts.

De gemeenteraad ziet er dan als volgt uit:

-Remi Prosper Honnorez-Goubau, burgemeester

-Joannes Josephus Coeckelberghs, schepen

-Joannes Franciscus Mommaerts (Soeë van Fluppes), schepen

-Petrus Franciscus Creffier, raadslid

-Joannes Franciscus Neefs, raadslid

-Antonius Berthels, raadslid

-Augustinus Josephus Cappuyns, raadslid

Evolutie in de samenstelling van het Bureel van Weldadigheid

Toen Remi Prosper Honnorez burgemeester werd in 1843 was het Bureel van Weldadigheid als volgt samengesteld:

-Egidius Vander Auwera, pastoor

-Josephus Abts

-Franciscus Ludovicus Mommaerts

-Jan Baptist Vande Wyngaerden

-Guillaume De Greef

Remi Prosper Honnorez-Goubau komt vanaf 1 januari 1845 in de plaats van de overleden Franciscus Ludovicus Mommaerts.

Op 2 december 1846 wordt Joannes Franciscus Mommaerts (Jan Cisses) als lid verkozen in de plaats van Jan Baptist Vande Wyngaerden, die ontslag had genomen.

Op 24 januari 1850 wordt Joannes Josephus Coeckelberghs als lid gekozen ter vervanging van Josephus Abts die ontslag neemt, maar pas uittreedt in 1851.

Sedert 28 februari 1837 zijn dus alle leden van het Bureel van Weldadigheid reeds vervangen, behalve de pastoor. In 1851 ziet de samenstelling er als volgt uit:

-Egidius Vander Auwera, pastoor

-Guillaume De Greef

-Remi Prosper Honnorez-Goubau

-Joannes Franciscus Mommaerts (Jan Cisses)

-Joannes Josephus Coeckelbergghs

Op 17 december 1854 wordt Jan Baptist Ronsmans gekozen in de plaats van Remi Prosper Honnorez-Goubau.

Op 22 december 1859 wordt Franciscus Cammaerts gekozen als lid in de plaats van Jan Baptist Ronsmans.

Op 27 december 1860 komt Philippus Mommaerts (Fluppes) (1804-1869) in de plaats van zijn broer Joannes Franciscus Mommaerts (Jan Cisses).

Op 2 december 1867 komt Antonius Berthels in de plaats van pastoor Egidius Vander Auwera, die ontslag had genomen. In 1868 komt er trouwens een nieuwe pastoor in Korbeek-Dijle: Michael Carolus Sel (1810-1879).

Op 9 december 1869 komt Joannes Franciscus Mommaerts (Soeë van Fluppes) (1839-1910) in de plaats van zijn vader Philippus Mommaerts die overleden was.

Het Bureel van Weldadigheid is in 1870 als volgt samengesteld:

-Guillaume De Greef

-Joannes Josephus Coeckelberghs

-Franciscus Cammaerts

-Antonius Berthels

-Joannes Franciscus Mommaerts (Soeë van Fluppes)

Op 21.10.1878 wordt de uittredende Guillaume De Greef vervangen door André De Coster (Driske) (1818-1902), de overgrootvader van Céline De Coster.

Het Bureel van Weldadigheid en de Kerkfabriek

Op 8 oktober 1845 beschikt het Bureel van Weldadigheid over een totaal budget van 1.700 fr (de reserves van de vorige jaren inbegrepen) om de noodlijdende families tijdens de komende wintermaanden bij te staan. Of dat voldoende was blijft een open vraag want de aardappeloogst van 1845 (de totale 60 ha geteelde oppervlakte) werd getroffen door de aardappelziekte. De normale opbrengst van 240 hectoliter/ha werd gereduceerd tot 2 hectoliter/ha en de geoogste aardappelen rotten dag na dag.

Op 12 juni 1847 waren er 601 inwoners in Korbeek-Dijle. Op 12 september 1850 vindt de gemeenteraad dat zij zwaar belast zijn want reeds ongeveer 1 fr per inwoner per jaar betalen aan personenbelasting.

In het gemeentelijk budget van 1849 wordt 100 fr subsidie aan de Kerkfabriek voorzien.

(wordt vervolgd)

Cyriel Letellier