woensdag 26 september 2012

Gelezen In Tertio Van 12 September 2012

‘Jezus Christus is in China aan een ongelooflijke opmars bezig’

Uit een vraaggesprek van Jan De Volder met Jonathan Holslag

De Chinese samenleving verandert bliksemsnel en de spirituele honger van de bevolking is groot. Volgens Chinakenner Jonathan Holslag (VUB) liggen de kansen voor het christendom er voor het grijpen.

Nergens ter wereld worden er zoveel Bijbels verkocht als in China. Chinezen zijn geweldig gefascineerd geraakt door het christendom en de Chinese autoriteiten zijn op zoek naar een waardekader dat het stuitende egoïsme en gebrek aan gemeenschapszin van de bevolking kan counteren. “Dat biedt kansen voor het christendom”, geeft Jonathan Holslag aan. De jonge hoogleraar maakte op korte tijd naam en faam als Chinakenner.

Mensenrechtenorganisaties vinden dat het Westen vaak uit economisch eigenbelang of uit lafheid zijn kritiek aan het adres van China mildert of inslikt. Is dat een terecht verwijt of is dat juist wat de wijsheid gebiedt?

“Ik denk vooral dat het Westen een bijdrage kan leveren tot de verdere ontwikkeling en democratisering van China wanneer het zelf als democratie en welvaartstaat een legitiem voorbeeld blijft. Voor veel Aziaten, niet alleen Chinezen, is de westerse democratie excessief en niet in staat bij ontij de problemen echt aan te pakken. De schuldencrisis doet bovendien denken dat de welvaartstaat niet langer betaalbaar is. Dat we onszelf handhaven als een rolmodel is een beginvoorwaarde om China te kunnen helpen, en daar scoren we belabberd.”

“Vervolgens moet de kritiek consistent zijn. Het is goed dat parlementen, ngo’s en journalisten de vinger op de wonde leggen als het aankomt op schendingen van mensenrechten, gebrek aan democratie, milieuschandalen, enzovoort. Dat moeten ze blijven doen. Het is dan aan de diplomaten om de boodschap zo over te brengen dat de relaties toch niet te veel geschaad zijn. Maar zowel de Verenigde Staten als Europa voeren te veel een luidsprekerpolitiek, die inconsistent is. Het ene jaar is Tibet belangrijk, het andere jaar verdwijnt dat thema volledig in de marginaliteit. Daarmee ondergraaft het Westen zijn geloofwaardigheid. Momenteel heeft onze wereld het bijzonder moeilijk om te worden geaccepteerd als een normatief voorbeeld. Dat hebben we grotendeels aan onszelf te wijten.”

Bijvoorbeeld door de interventie in Libië?

“Ja, daar voelen de Chinezen zich bekocht. Ze hadden hun toestemming gegeven voor een beperkte resolutie, niet voor een regimewissel. Syrië betaalt daar de prijs voor.”

Godsdienstvrijheid blijft een heikel thema in China. Hoe evolueert de toestand?

“Het officiële standpunt luidt dat China vrijheid van godsdienst kent. Het grote probleem is de neiging van de Chinese overheid om alles zo nauwkeurig mogelijk af te lijnen en te omkaderen teneinde het te kunnen besturen en controleren. Dat geldt niet alleen voor het christendom, maar evenzeer voor de islam of het boeddhisme. Chinese machthebbers staan traditioneel bijzonder huiverig tegen religies. Ze zien dat al sinds de veertiende eeuw als een kanaal voor opruiers tegen het imperium.”

”Wel is het zo dat de autoriteiten, na decennia van focus op ontwikkeling, op zoek zijn naar manieren om het gevoel voor normen en waarden te stimuleren. Ze gaan weer meer te rade bij traditionele waardekaders zoals het confucianisme, maar ook bij het christendom. Wat ik geweldig interessant vind, is de enorme interesse voor de katholieke kerk bij de Chinese middenklasse en onder Chinese jongeren. Jezus Christus is er, samen met de leer van Boeddha en Confucius, aan een echte revival bezig.”

Hoezo?

“Nergens ter wereld worden vandaag zoveel Bijbels verkocht als in de Chinese steden. Universiteitsstudenten ondervragen me steevast over het katholicisme. Ook als het onderwerp van onze ontmoeting niets met godsdienst te maken heeft. Ze willen weten hoe het komt dat het katholicisme in Europa in crisis is en verdwijnt. Terwijl het in hun ogen toch iets is dat Europa groot heeft gemaakt en waar wij ons mee kunnen onderscheiden van de rest van de wereld. Terwijl zij op zoek zijn naar zingevingskaders en daarbij ook kijken naar de katholieke kerk, valt die gemeenschap bij ons net uit elkaar. In mijn gesprekken met vrienden komen de verhalen van de Bijbel geregeld ter sprake. Men zoekt naar verbindingen met het confucianisme. De zoektocht naar zin is in alle hevigheid bezig.”

Gaat de interesse naar het christendom in het algemeen of het katholicisme in het bijzonder?

“Het gaat echt over het katholicisme. Chinezen staan open voor een romantische beleving daarvan. Je ziet veel Chinese officials in Europa die zich misschien niet echt bekeren, maar wel de Bijbel en de kerk bestuderen en er mogelijk een spirituele leidraad in vinden. Of er zijn Chinese toeristen die bij bezoeken aan het Vaticaan of bij het zien van de koepel van Filippo Brunelleschi in Firenze daarvan geweldig onder de indruk zijn. Zij nemen die ervaringen mee naar huis en op een of andere manier omhelst dat meer dan architecturale schoonheid.”

In welke mate speelt de overheid in op die spirituele zoektocht naar zin? En hoe reëel is da kans dat ze daarbij bij het christendom uitkomen, zoals kerkleiders hier en daar wel eens durven te verhopen?

“Die kans acht ik veeleer klein. Deze generatie leiders wil wel iets doen aan de naakte hardheid van de Chinese samenleving, met als kenmerken een gruwelijk gebrek aan solidariteit en burgerzin. Iemand die op straat wordt aangereden, maakt veel kans daar te blijven liggen. In grote steden als Sjanghai kun je een oude vrouw op straat beroven en de kans dat er iemand tussenbeide komt is zeer klein. Het Chinese systeem heeft de mensen bijzonder egoïstisch gemaakt. Het cynisme druipt van de muren af. De overheid is op zoek naar waarden en normen die het egoïsme kunnen verzachten. Maar hun benadering is areligieus. De aversie voor het confucianisme is nog groot, omdat Mao en de communisten het brandmerkten als het gedachtegoed dat China verknechtte. En het christendom wordt nog vaak geassocieerd met het verfoeide kolonialisme.”

“De overheid probeert een wereldlijk alternatief te geven, bijvoorbeeld met de slogans over een harmonieuze samenleving. Maar dat pakt natuurlijk niet bij de publieke opinie, die zulke campagnes direct associeert met het politieke systeem en de partij zelf. Ik ben benieuwd in welke richting het uitgaat en in welke mate religies toegang krijgen tot de Chinese samenleving. Dat zal wellicht eerst een serieuze crisis van de Communistische partij vergen.”

Heeft u de indruk dat de kerk voldoende adequaat op de spirituele honger reageert? Zou ze meer kunnen doen?

“Rome of de institutionele kerk blijft daar best zover mogelijk van af, want dat kan averechts werken. Het is veeleer een spontaan proces. Ik denk dat individuele katholieken of katholieke organisaties wel een rol kunnen spelen, in hun contacten met de Chinese bevolking. Belangrijk is dat het gebeurt met de nodige fierheid, want de Chinezen kijken best wel op naar de waarden en normen van het christendom. De katholieke universiteit van Leuven zou daar bijvoorbeeld een rol kunnen spelen. Ik herinner me daar een nachtmis met Kerstmis waar veel geïntrigeerde Chinese studenten aan deelnamen. Daar liggen kansen.”

Tot zover Jan De Volder en Jonathan Holslag.