woensdag 26 september 2012

Gelezen In Tertio Van 12 September 2012

‘Jezus Christus is in China aan een ongelooflijke opmars bezig’

Uit een vraaggesprek van Jan De Volder met Jonathan Holslag

De Chinese samenleving verandert bliksemsnel en de spirituele honger van de bevolking is groot. Volgens Chinakenner Jonathan Holslag (VUB) liggen de kansen voor het christendom er voor het grijpen.

Nergens ter wereld worden er zoveel Bijbels verkocht als in China. Chinezen zijn geweldig gefascineerd geraakt door het christendom en de Chinese autoriteiten zijn op zoek naar een waardekader dat het stuitende egoïsme en gebrek aan gemeenschapszin van de bevolking kan counteren. “Dat biedt kansen voor het christendom”, geeft Jonathan Holslag aan. De jonge hoogleraar maakte op korte tijd naam en faam als Chinakenner.

Mensenrechtenorganisaties vinden dat het Westen vaak uit economisch eigenbelang of uit lafheid zijn kritiek aan het adres van China mildert of inslikt. Is dat een terecht verwijt of is dat juist wat de wijsheid gebiedt?

“Ik denk vooral dat het Westen een bijdrage kan leveren tot de verdere ontwikkeling en democratisering van China wanneer het zelf als democratie en welvaartstaat een legitiem voorbeeld blijft. Voor veel Aziaten, niet alleen Chinezen, is de westerse democratie excessief en niet in staat bij ontij de problemen echt aan te pakken. De schuldencrisis doet bovendien denken dat de welvaartstaat niet langer betaalbaar is. Dat we onszelf handhaven als een rolmodel is een beginvoorwaarde om China te kunnen helpen, en daar scoren we belabberd.”

“Vervolgens moet de kritiek consistent zijn. Het is goed dat parlementen, ngo’s en journalisten de vinger op de wonde leggen als het aankomt op schendingen van mensenrechten, gebrek aan democratie, milieuschandalen, enzovoort. Dat moeten ze blijven doen. Het is dan aan de diplomaten om de boodschap zo over te brengen dat de relaties toch niet te veel geschaad zijn. Maar zowel de Verenigde Staten als Europa voeren te veel een luidsprekerpolitiek, die inconsistent is. Het ene jaar is Tibet belangrijk, het andere jaar verdwijnt dat thema volledig in de marginaliteit. Daarmee ondergraaft het Westen zijn geloofwaardigheid. Momenteel heeft onze wereld het bijzonder moeilijk om te worden geaccepteerd als een normatief voorbeeld. Dat hebben we grotendeels aan onszelf te wijten.”

Bijvoorbeeld door de interventie in Libië?

“Ja, daar voelen de Chinezen zich bekocht. Ze hadden hun toestemming gegeven voor een beperkte resolutie, niet voor een regimewissel. Syrië betaalt daar de prijs voor.”

Godsdienstvrijheid blijft een heikel thema in China. Hoe evolueert de toestand?

“Het officiële standpunt luidt dat China vrijheid van godsdienst kent. Het grote probleem is de neiging van de Chinese overheid om alles zo nauwkeurig mogelijk af te lijnen en te omkaderen teneinde het te kunnen besturen en controleren. Dat geldt niet alleen voor het christendom, maar evenzeer voor de islam of het boeddhisme. Chinese machthebbers staan traditioneel bijzonder huiverig tegen religies. Ze zien dat al sinds de veertiende eeuw als een kanaal voor opruiers tegen het imperium.”

”Wel is het zo dat de autoriteiten, na decennia van focus op ontwikkeling, op zoek zijn naar manieren om het gevoel voor normen en waarden te stimuleren. Ze gaan weer meer te rade bij traditionele waardekaders zoals het confucianisme, maar ook bij het christendom. Wat ik geweldig interessant vind, is de enorme interesse voor de katholieke kerk bij de Chinese middenklasse en onder Chinese jongeren. Jezus Christus is er, samen met de leer van Boeddha en Confucius, aan een echte revival bezig.”

Hoezo?

“Nergens ter wereld worden vandaag zoveel Bijbels verkocht als in de Chinese steden. Universiteitsstudenten ondervragen me steevast over het katholicisme. Ook als het onderwerp van onze ontmoeting niets met godsdienst te maken heeft. Ze willen weten hoe het komt dat het katholicisme in Europa in crisis is en verdwijnt. Terwijl het in hun ogen toch iets is dat Europa groot heeft gemaakt en waar wij ons mee kunnen onderscheiden van de rest van de wereld. Terwijl zij op zoek zijn naar zingevingskaders en daarbij ook kijken naar de katholieke kerk, valt die gemeenschap bij ons net uit elkaar. In mijn gesprekken met vrienden komen de verhalen van de Bijbel geregeld ter sprake. Men zoekt naar verbindingen met het confucianisme. De zoektocht naar zin is in alle hevigheid bezig.”

Gaat de interesse naar het christendom in het algemeen of het katholicisme in het bijzonder?

“Het gaat echt over het katholicisme. Chinezen staan open voor een romantische beleving daarvan. Je ziet veel Chinese officials in Europa die zich misschien niet echt bekeren, maar wel de Bijbel en de kerk bestuderen en er mogelijk een spirituele leidraad in vinden. Of er zijn Chinese toeristen die bij bezoeken aan het Vaticaan of bij het zien van de koepel van Filippo Brunelleschi in Firenze daarvan geweldig onder de indruk zijn. Zij nemen die ervaringen mee naar huis en op een of andere manier omhelst dat meer dan architecturale schoonheid.”

In welke mate speelt de overheid in op die spirituele zoektocht naar zin? En hoe reëel is da kans dat ze daarbij bij het christendom uitkomen, zoals kerkleiders hier en daar wel eens durven te verhopen?

“Die kans acht ik veeleer klein. Deze generatie leiders wil wel iets doen aan de naakte hardheid van de Chinese samenleving, met als kenmerken een gruwelijk gebrek aan solidariteit en burgerzin. Iemand die op straat wordt aangereden, maakt veel kans daar te blijven liggen. In grote steden als Sjanghai kun je een oude vrouw op straat beroven en de kans dat er iemand tussenbeide komt is zeer klein. Het Chinese systeem heeft de mensen bijzonder egoïstisch gemaakt. Het cynisme druipt van de muren af. De overheid is op zoek naar waarden en normen die het egoïsme kunnen verzachten. Maar hun benadering is areligieus. De aversie voor het confucianisme is nog groot, omdat Mao en de communisten het brandmerkten als het gedachtegoed dat China verknechtte. En het christendom wordt nog vaak geassocieerd met het verfoeide kolonialisme.”

“De overheid probeert een wereldlijk alternatief te geven, bijvoorbeeld met de slogans over een harmonieuze samenleving. Maar dat pakt natuurlijk niet bij de publieke opinie, die zulke campagnes direct associeert met het politieke systeem en de partij zelf. Ik ben benieuwd in welke richting het uitgaat en in welke mate religies toegang krijgen tot de Chinese samenleving. Dat zal wellicht eerst een serieuze crisis van de Communistische partij vergen.”

Heeft u de indruk dat de kerk voldoende adequaat op de spirituele honger reageert? Zou ze meer kunnen doen?

“Rome of de institutionele kerk blijft daar best zover mogelijk van af, want dat kan averechts werken. Het is veeleer een spontaan proces. Ik denk dat individuele katholieken of katholieke organisaties wel een rol kunnen spelen, in hun contacten met de Chinese bevolking. Belangrijk is dat het gebeurt met de nodige fierheid, want de Chinezen kijken best wel op naar de waarden en normen van het christendom. De katholieke universiteit van Leuven zou daar bijvoorbeeld een rol kunnen spelen. Ik herinner me daar een nachtmis met Kerstmis waar veel geïntrigeerde Chinese studenten aan deelnamen. Daar liggen kansen.”

Tot zover Jan De Volder en Jonathan Holslag.

10 woorden

Cursiefje van Frans De Maeseneer

Nee, het is niet de bedoeling hier iets te schrijven over de tien geboden anders of over tien andere geboden. Dit klinkt veel te plechtig in mijn eigen oren. Ik zou daartoe ook niet in staat zijn. Het zijn gewoon tien woorden waaruit blijken moge dat ik langzamerhand wijs word aan het leven? Eindelijk.

(1)Ik besef dat het meeste in mijn leven er is vóór mij en zonder mij. Ik mag opstaan en slapengaan met het diepe weten dat er wijsheid is van vele eeuwen. Dat de zon en de maan en de sterren er altijd zijn. Zomaar. Zo moest ik aan het leven niet beginnen met een leeg blad. Er was volheid vanaf de eerste minuut. En die volheid is er elke dag. Al eeuwenlang en nog voor enige tijd.

(2)Ik besef dat ik uit tederheid ben geboren en dat tederheid ook het laatste zal zijn. Een heilig-warm gevoel dat stil op de bodem van mijn ziel zijn deuntje zingt. Ik luister daar veel te weinig naar.

(3)Ik besef dat mijn ouders en opvoeders, naast het vele positieve, ook fouten hebben gemaakt. Ik heb er geen moeite mee om voor het eerste te danken en voor het tweede vergevingsgezind te zijn. Van harte zelfs. Ze deden het met hun vijf broden en twee visjes.

(4)Ik besef dat ik dankbaar mag zijn voor de vele woorden die mijn ziel met drukte bewonen. En dat ik, op begenadigde momenten, er iets over publiceren mag. Het is telkens vreugde als om een kind dat geboren wordt.

(5)Ik besef dat ik dringend het vloeken moet leren: er wordt zoveel met groot geld gegooid voor dingen die het niet waard zijn, terwijl er altijd geld tekort is om het goede te doen voor de vele sukkelaars op aarde. Dan zeg ik meer ‘mensverdomme’ dan ‘godverdomme’. Met een overtuiging waarvoor ik me weiger te schamen.

(6)Ik besef dat ik niet geroepen ben om een sterke individuele persoonlijkheid te worden. Ik werd uit gemeenschap, uit een dubbele schoot, geboren. Ik wil dan ook broederschap en zusterschap bedélen. Dat is de bedoeling van het bestel van ons bestaan. Het individu kan zijn eigen gewichtigheid zo moeilijk dragen.

(7)Ik besef dat ik een eenzaam mens ben, maar dat dit noch een straf is noch een vloek. Mijn wereldbol herinnert mij aan zoveel en aan zovelen. Mijn huis is rijk ‘bemeubeld’ met de grote wereld.

(8)Ik besef dat ik het kind in mezelf en in anderen niet mag doden. Ik wil ontroeren en ontroerd worden. Ook al doet ontroering af en toe pijn. Het is pijn die geneest. Zo troost ik mezelf, niet vergeefs.

(9)Ik besef dat ik nooit (ver)oordelen mag. Ik wil veel investeren in het begrijpen van menselijke situaties en van heel onze boeiende ingewikkelde tijd. Ik zie zoveel gebeuren wat mensen dichter bij elkaar brengt. Over vele grenzen heen.

(10)Ik besef dat mijn geloof in God nooit beschaamd zal worden. Hij zal er altijd zijn. Hij is bij machte mij mijn dwaasheid niet kwalijk te nemen. Hij zegent liever. Zo brengt Hij al eeuwen mensen tot wijsheid van hart.

P.S. Ik ben gek genoeg om deze tien woorden te ondertekenen vanuit een realistische naïviteit. Die ik voor geen goud verliezen wil.

woensdag 19 september 2012

De Goedgemutste Breicampagne

In België leven maar liefst 1,6 miljoen mensen in armoede. Samen met WELZIJNSZORG proberen we om hen toch een warme en gezellige winter te bezorgen.

Zo werkt het: deze winter zet de firma Innocent op al haar smoothies (vruchtendrankjes) een klein wollen mutsje. Voor elke verkochte gemutste smoothie schenkt de firma Innocent 0,25 euro aan WELZIJNSZORG.

Voor deze actie hebben we jullie hulp nodig. Brei kleine mutsjes voor op smoothieflesjes en bezorg deze mutsjes voor donderdag 15 november 2012 aan Veerle Letellier (secretaresse KVLV Korbeek-Dijle), Nijvelsebaan 207 te 3060 Korbeek-Dijle (016 47 78 99 of veerle.letellier@skynet.be). Veerle brengt dan alle mutsjes naar Veritas, die op haar beurt de mutsjes aan Innocent bezorgt.

Elke muts is welkom, of je er nu één of honderd breit.

De breibeschrijving vinden jullie op www.innocentdrinks.be. Gebruik zeker jullie fantasie!

En indien je graag een smoothie drinkt bij het breien, de smoothies zijn te koop bij Delhaize.

We weten dat er heel wat creatieve talenten wonen in Bertem, Leefdaal en Korbeek-Dijle. Wellicht liggen er in hun breimand heel wat restjes wol om deze mutsjes te breien.
We hopen heel wat mutsjes te kunnen verzamelen!

Gelezen In Tertio Van 29 Februari 2012

Waarvoor staan de mormonen?

Een artikel van Jan De Volder

Met Mitt Romney doet een mormoon een gooi naar het presidentschap. Dat maakt veel christelijke kiezers argwanend. Waarvoor staat het mormonisme?

Zijn mormonen christenen? “Uiteraard wel, voor ons is Jezus de Zoon van God en de centrale figuur”. Zegt Wilfried De Coo, emeritus van de Universiteit Antwerpen en een gekend lid van de mormoonse kerk in België. Maar andere christenen hebben hun twijfels. De ‘Kerk van Jezus Christus van de Heiligen van de Laatste Dagen’ is ook geen lid van de Wereldraad van kerken, al bestaan er wel diplomatieke relaties. Volgens De Coo is het belangrijkste verschilpunt de leer over de Drievuldigheid en het Credo van Nicea.

Visioenen

Joseph Smith (1805-1844) stichtte de kerk in de stad Palmyra in de staat New York. Als jongeling had Smith visioenen over de profeet Mormon, naar wie de godsdienst al snel werd genoemd. Volgens Mormon had een deel van de joden na de verwoesting van de tempel van Jeruzalem door de Babyloniërs (586 vóór Christus) zijn toevlucht gezocht tot Amerika en daar een beschaving gesticht. Ook Jezus zelf zou zich na zijn verrijzenis bij hen hebben gevoegd. Amerika gold als het nieuwe Sion, het beloofde land, waar in de eindtijd alle geredden worden verzameld. De Coo: “Joseph Smith is voor ons een belangrijke profeet, maar we aanbidden hem niet. We weten dat hij ook zijn tekortkomingen had.”

Mormon had dit verhaal op gouden platen geschreven die door een engel - Moroni genaamd - aan Smith werden gegeven. Die vertaalde die teksten naar het Engels. Dit Boek van Mormon is voor de mormonen naast de Bijbel en andere openbaringsteksten een heilig boek. “Dat is nog een belangrijk verschilpunt met kerken zoals de katholieke”, zegt De Coo. “Voor ons is de canon niet afgesloten en gaat de openbaring voort.”

‘De Grote Afval’

Smith toonde de gouden platen aan elf getuigen en gaf ze daarna terug aan de engel Moroni. Toen verschenen de apostelen Petrus, Jakobus en Johannes aan Smith. Volgens hen hadden hun opvolgers er in de periode van ‘de Grote Afval’ een potje van gemaakt en was nu de tijd aangebroken om de oorspronkelijke kerk van Christus te herstellen. Smith kreeg die taak toevertrouwd. Op 6 april 1830 werd de ‘Church of Jesus Christ of the Saints of the Latter Days’ geboren.

De mormonenkerk groeide snel, zowel door Europese migranten die zich in de jaren 1830-1840 aansloten, als door de kinderrijkheid van de polygame mormoonse gezinnen. Al gauw werden ze door hun afwijkende levensstijl en groeiende aantallen als een gevaar voor de Amerikaanse samenleving gezien. Stichter Smith en diens broer Hyram werden in 1844 door een uitzinnige menigte gelyncht. Hun volgelingen trokken westwaarts, tot in de vallei van het Grote Zoutmeer, waar zij de stad Salt Lake City stichtten. Daar bouwden ze een nieuwe, theocratisch bestuurde, samenleving, ‘The Kingdom of the West’. In 1894 werd de staat Utah evenwel bij de Verenigde Staten van Amerika ingelijfd. Aan de vervolgingen kwam een einde, maar de leden moesten wel de veelwijverij afzweren, op straffe van gevangenis. De grootvader van presidentskandidaat Mitt Romney had vijf vrouwen.

Twaalf miljoen gelovigen

De mormonenkerk claimt zes miljoen gelovigen in de Verenigde Staten en nog eens zoveel daarbuiten. Volgens De Coo zijn er in België zo’n zesduizend ingeschreven leden van wie tweeduizend actief zijn. Salt Lake City is nog steeds het centrum van de strak geleide kerk. Mormonen worden twee aan twee uitgestuurd om het geloof te verkondigen. Gewoonlijk gaat het om niet-onaantrekkelijke jongemannen tussen 19 en 25 jaar oud die strak in het pak zitten en zowel hoffelijk als overtuigend zijn. De missies duren gewoonlijk twee jaar en gebeuren op eigen kosten.

Mormoons kerken, zoals in Merksem en Sint-Niklaas, zijn toegankelijk voor het publiek, maar hun tempels zijn strikt voorbehouden voor leden. Hun rituelen, waaronder het eeuwigdurende huwelijk, voltrekken zich alleen onder leden. De leden zijn gehouden aan sterke morele leefregels: het gezinsleven staat centraal - iedere maandagavond brengt men verplicht in het gezin door - ze roken niet, drinken geen alcohol. Buitenhuwelijkse en homoseksuele relaties zijn verboden. Leden geven een tiende van hun inkomen aan de kerk. Die komen ten goede aan een zakenimperium van commerciële bedrijven in tal van sectoren en aan een netwerk van sociale en non-profitdiensten. Het vermogen van de kerk zou dertig miljard dollar bedragen.

Genealogie

Een gekende praktijk van de mormonen is de postume doop van gestorven voorouders. Dat verklaart ook hun grote belangstelling voor genealogie. De grootste databank met stambomen van over heel de wereld bevindt zich in Salt Lake City. Hoe mormoons is Romney als politicus? “De meeste van zijn morele en sociale standpunten zijn wel in overeenstemming met de kerk”, analyseert De Coo. “Ik zie twee grote geschillen: zijn standpunten over migratie zijn vel harder dan die van de mormoonse kerk. En zijn standpunt over de suprematie van de Verenigde Staten op buitenlands vlak kan bij mormonen buiten de Verenigde Staten niet op veel begrip rekenen.”

Tot zover Jan De Volder en Wilfried De Coo.

Tripel–Triplo

Cursiefje van Frans De Maeseneer

Ja, deze tekst gaat over een tripel. Over een bier dat doorsmaakt. Een bier met body. Geen fluitjesbier. Geen alcoholvrij bier. Echt, over een bier voor grote mensen. Intussen vraagt de lieve lezer zich af wat ik daarmee bedoel? Ik wil zeker geen reclame maken. Daar zorgen de Amerikanen wel voor. Ik ben vermoedelijk slecht gestart. Ik wilde echt over iets anders nadenken. Laat die tripel dan enkel de zoete aanleiding zijn. Ik wilde iets zeggen over de structuur van het leven.

Het leven van mensen is liefst geen solo-optreden. Het is evenmin beperkt tot een duet: jij en ik. Zoals Antoine de Saint-Exupéry het zegt: ‘liefhebben is niet naar elkaar kijken, het is samen in eenzelfde richting kijken’. Het is kijken naar een derde gegeven: een kind, een project, een opdracht, een visioen, een droom. Het is kijken naar iets of iemand buiten en boven onszelf. Wat is het leven saai en eentonig als de mens enkel en exclusief met zijn andere helft bezig is. Het leven op aarde is groter en boeiender dan samen-uit en samen-thuis. Er is zoveel. Ik hoor het Toon zingen: ‘er is zoveel, er is zoveel…’

Nu zeggen kunstkenners dat de driehoek de sleutel is om vele klassieke schilderwerken te begrijpen. Ik heb dat vaak gehoord. Ik heb dat geregeld beproefd. Het is waar. Rembrandt, Rubens, Michelangelo, El Greco, Breughel, James Ensor. Ze deden het allemaal: grote klassieke kunst is in triplo. Eén is als een tol. Die draait op zichzelf. Twee is als een boemerang, over en weer, heen en terug en opnieuw terug… eindeloos. Het botst steeds opnieuw op zijn eigen muren en grenzen. Het is, om het gewoon te zeggen, altijd hetzelfde liedje. Eens worden mensen het moe steeds en steeds opnieuw en nog eens opnieuw hetzelfde te zingen. Twee is niet genoeg. Daarvoor is de mens niet gemaakt.

De mens is gemaakt om buiten zijn oevers te treden. Om over te stromen. Om over te vloeien. Een mens zoekt over-vloeiing, overvloed. Met minder zijn we niet tevreden. Het is alsof wij kortzinnig en kortademig worden als het ‘derde’ gegeven ontbreekt of onvindbaar is. Een mens wil overstijgen. Hij wil, om het plechtig te zeggen, transcendent zijn. Is het, wat dat betreft, niet typisch dat gehuwden van pakweg vijfenvijftig elkaar mama en papa beginnen te noemen? Ze hebben hun les geleerd: ze waren niet geroepen om veertig jaar lang alleen de partner extra-boeiend te vinden. Zo sluit zich de kring van het leven te nauw. Door elkaar mama en papa te noemen gaat hun kring, hun cirkel, open. Liefst wijdopen.

Zo stel ik vast dat opa Joris op het middaguur aan de schoolpoort staat om de kleine Lore op de fiets te heffen. De kleuter is gelukkig. Opa is het nog meer: het leven is in triplo. Dat pas is vervulling. Ik ken geen enkele opa die dat vervelend vindt. Zo leert het mij ook een oude rabbi: wanneer een moederdier gezoogd wordt, is het zogende jong gelukkig, maar de gezoogde is het nog veel meer. Zo zie je maar, het keert altijd terug: de mens vindt zijn vervulling buiten zijn eigen cirkel.

Dan staat hij dicht bij het mysterie dat God is. Hij staat als een driehoek, als een driehoekige tent, boven ons leven gespannen. God is in triplo bereikbaar en ontmoetbaar. Wij mogen veilig zijn in zijn tent. Die tent is niet gesloten. Die tent staat open op leven. Wie tridimensionaal leeft, heeft en maakt toekomst. Zo is de driehoek rond!

Na dit alles zit ik nog met mijn begin-probleem: waarom die tripel? Ik zal hem dan maar uitdrinken, zeker?

Dan is het probleem opgelost… Gezondheid.

woensdag 12 september 2012

Korbeek kermis 2012

De openluchtmis op de parking van de Parochiale Gebouwen op zondag 26 augustus 2012 is in het water gevallen. Het kruis en het podium moesten eenzaam en verlaten de regen trotseren. Maar binnen kon de viering met als thema ‘Geloven? Ja, natuurlijk!’ gewoon doorgaan. Als openingsgebed bad de priester:

Goede God,

In deze viering willen we uitkomen voor ons geloof.

Geloven we? Ja natuurlijk.

Woorden vloeien gemakkelijk uit onze mond.

Zien we ze terug in onze daden?

Vandaag willen we open staan voor uw woord,

U ontmoeten bij het breken van het brood

en ons geloof verder uitdragen

zoals Christus het ons heeft voorgedaan.
Moge de Heer Jezus nu in ons midden zijn

en tot ons komen, ons voeden en sterken,

en ons vervullen van zijn leven.

Na de viering bracht de Sint-Stevensgilde de kermisstemming er in met haar tweede miniconcertje ter gelegenheid van haar dertigjarig bestaan. De zeer talrijk opgekomen chirojongens en -meisjes konden spijtig genoeg hun geplande kampdans niet uitvoeren.

Week 2012-37 - Week 2012-37 - Korbeekkermis 2012 001Week 2012-37 - Week 2012-37 - Korbeekkermis 2012 002Week 2012-37 - Week 2012-37 - Korbeekkermis 2012 003

Misa Criolla

Cursiefje van Frans De Maeseneer

Eens en voorgoed wil ik in mijn hart bewaren wat mij ooit ten diepste heeft ontroerd. Wat de voering van mijn gemoed heeft aangeraakt. Wat me brengt op een boogscheut van wat bidden is. Wat me blij doet zuchten. Hoewel dat laatste eigenlijk een contradictie is. Toch bedoel ik zoiets.

Zo ontroert me de Misa Criolla, gezongen door José Carreras, met zijn koor uit Bilbao. Met dit soort muziek wordt iets onthuld en ontsloten wat veel te lang omhuld en gesloten ‘ergens’ in mij aanwezig was, al die lange voorbije jaren. Spontaan denk ik dat ik een beetje in de hemel ben. Ik bestel in ieder geval dit lied bij mijn aankomst. Samen met vele andere melodieën, met alle eeuwige schlagers, met heel die stoet van muziek voor miljoenen. Moet ik al de namen en al de titels noemen van alle liederen en oratoria, van alle concerten en musicals die ik wil horen van de vele voorbije eeuwen? Dispenseer me daarvan… het is te veel om op te noemen. Er is zoveel schoonheid gemaakt en gecreëerd door mensen. Op dit uur ben ik bereid en geneigd om alle domme dwaasheden van mensen even te vergeten. Ook het onrecht en de armoede en de oorlogen. Met de Misa Criolla zit ik even op een wolkje. Mag het alstublieft? Ik leef al zolang op de begane grond van het lawaai en het gewone geleuter. Wat mensen kennelijk nodig hebben. Ik leef al zolang op de begane grond van ook de positieve nieuwtjes over de goede dingen des levens. In dit uur is dat alles me te min.

Want deze avond wil ik met José Carreras kreools zalig zijn. Het is romantisch, het is sentimenteel, maar dat heb ik precies nodig om te leven. Het is een woord waarvoor ik niet om een sorry vraag. Dit is muziek om te beluisteren na Terzake. Op een gegeven ogenblik is varen naar het diepe voor mij echt ter-zake. Het is alsof mijn ziel dan te vol is en ik dringend om zalving en zegening vraag. En precies op dit eigenste moment zingt José met zijn warme tenorstem: da nos la paz, geef ons de vrede. Op stille, schrille, hoge toon. Een diepte, een hoogte die geen applaus verdraagt. Een diepte, een hoogte die ik wil smaken met mijn ogen dicht. Met die ogen dicht zie ik het mysterie dat deugd doet. Hij zingt dat alles goed is. Zoals in her eerste Boek. Met tien uitroeptekens.

En het is alsof ik er even niet genoeg van krijgen kan: wat heeft die mens toch een mooie stem! Zo teder en zo sterk, zo gevoelig en zo beheerst. Om jaloers van te worden. Maar aan deze bekoring geef ik niet toe. José Carreras doet me goed. Hij tilt mij uit boven de banaliteit. Ik weet het zeker, na deze woorden zal ik lekker slapen. Als een kind dat door zijn engelbewaarder te ruste wordt gelegd. Maar eerlijk gezegd, zo engelachtig bedoel ik dat in geen geval. Ik was vroeger al heel blij met de verhalen van vader toen ik kind was en op zijn schoot mocht zitten. Mijn vader zong niet zoals José Carreras, maar ik was er zeker van dat engelen waakten over mijn leven.

Vader had het gezegd. Zo is het goed. Da nos la paz.

Dit was mijn laatste Show.

Woordenboek Van De Familienamen In Belgie En Noord-Frankrijk – deel 4

van Frans Debrabandere

(Johan) Devriese: naam voor de Fries, inwoner van Friesland (afgeleid van “Vries”-land).

(Valeer) Neckebrouck: afgeleid van de plaatsnaam “Nekkersbroek”: een moerasland waarop volgens het volksgeloof nikkers of watergeesten rondwaren.

woensdag 5 september 2012

Woordenboek Van De Familienamen In Belgie En Noord-Frankrijk – deel 3

van Frans Debrabandere

(Philip) Debruyne: bijnaam naar de bruine kleur van haar, huid of kleding.

(André) Schotsmans: volksnaam voor de Schot, iemand uit Schotland (vergelijk Engelsman)

Ziekenzorg CM – KVLV – OKRA: Infoavond

Hierbij worden jullie uitgenodigd voor een interessante vorming ons gebracht door Bennie Amerijckx van de VZW ‘De Maakbare Mens’.

Thema: ORGAANDONATIE (Geven om te leven)

Wanneer? Woensdag 12 september 2012 om 20 u

Waar? Gemeentelijke feestzaal Duisburg, Rootstraat 15

Bijdrage: 2,50 euro (drankje inbegrepen).

De Goedgemutste Breicampagne

In België leven maar liefst 1,6 miljoen mensen in armoede. Samen met WELZIJNSZORG proberen we om hen toch een warme en gezellige winter te bezorgen.

Zo werkt het: deze winter zet de firma Innocent op al haar smoothies (vruchtendrankjes) een klein wollen mutsje. Voor elke verkochte gemutste smoothie schenkt de firma Innocent 0,25 euro aan WELZIJNSZORG.

Voor deze actie hebben we jullie hulp nodig. Brei kleine mutsjes voor op smoothieflesjes en bezorg deze mutsjes voor donderdag 15 november 2012 aan Veerle Letellier (secretaresse KVLV Korbeek-Dijle), Nijvelsebaan 207 te 3060 Korbeek-Dijle (016 47 78 99 of veerle.letellier@skynet.be). Veerle brengt dan alle mutsjes naar Veritas, die op haar beurt de mutsjes aan Innocent bezorgt.

Elke muts is welkom, of je er nu één of honderd breit.

De breibeschrijving vinden jullie op www.innocentdrinks.be. Gebruik zeker jullie fantasie!

En indien je graag een smoothie drinkt bij het breien, de smoothies zijn te koop bij Delhaize.

We weten dat er heel wat creatieve talenten wonen in Bertem, Leefdaal en Korbeek-Dijle. Wellicht liggen er in hun breimand heel wat restjes wol om deze mutsjes te breien.
We hopen heel wat mutsjes te kunnen verzamelen!

Gelezen In Tertio Van 22 Augustus 2012

‘Wet van de liefde gaat voor’

Uit een vraaggesprek van Boudewijn Vanpeteghem met diaken Henri Hemelsoet en zoon Elias, pedagoog UGent.

Het evangelische gebod tot Liefde voor de medemens kan voorgaan op de Belgische wetgeving. Dat vinden diaken Henri Hemelsoet (56) en zijn zoon Elias (29), pedagoog aan de UGent. Hun geloof zetten ze om in hun werk voor vluchtelingen. En ze staan achter de beslissing van de clarissen van Malonne om Michelle Martin op te vangen.

Vader Hemelsoet coördineert vzw De Tinten in Gent die vanuit een christelijke visie tegemoet komt aan de basisbehoeften van vluchtelingen - veelal illegalen zonder papieren. Zoon Hemelsoet verricht aan de UGent onderzoek naar de betekenis van het recht op onderwijs voor kinderen zonder wettig verblijf en kinderen van Roma-origine. Hij is vrijwilliger bij De Tinten.

Evolueert de kerk naar sektarisme?

Elias: “Ik denk het niet, want dat veronderstelt mensen niet toelaten buiten de besloten kring te treden. Dat heeft weinig met geloof te maken. Wereldvreemd, dat is de kerk wel omdat ze niet mee is met haar tijd en niet in staat is zichzelf te herdenken en mensen aan te spreken.”

Henri: “Ik probeer als diaken altijd het bevrijdende woord te spreken. We leven in deze wereld; laten we ons geloof beleven in de bestaande context.”

Elias: “De boodschap is tijdloos, maar de manier om ze uit te dragen niet. De ruimte voor interpretatie is de rijkdom van onze godsdienst.”

Twijfelt u soms aan uw geloof?

Henri: “Ongeloof is een ervaringsmoment in ieders leven. Een moment van afwezigheid van God integreer je in je geloofsleven. Dat verontrust mij niet en stelt mij in staat in dialoog te gaan met andere overtuigingen.”

Elias: “Geloven is elke keer opnieuw op zoek gaan naar God. Het is zeker zijn zonder te kunnen weten. Het is overgave en die veronderstelt twijfel.”

Jullie schreven samen een tekst rond caritas en diaconie. Maakt caritas deel uit van jullie geloof?

(knikken allebei heftig ‘ja’)

Elias: “Absoluut. Dat is geloof doen. Geloof leven.”

Henri: “Er bestaat een spirituele lijn van beneden naar boven en een horizontale lijn die het sociale symboliseert. We moeten proberen te geloven op het snijpunt van die twee lijnen, waarbij we de horizontale balk zo hoog mogelijk op de spirituele lijn trachten te krijgen.”

Zo hoog dat u ook de wetten van het Belgische volk overtreedt? Staan de evangelische ‘wetten’ van de kerk daarboven?

Elias: “De wetten van de kerk niet. Die van het geloof wel. Daarom helpen we illegalen die in ons land verblijven.”

Henri: “De wet van de liefde gaat boven de reguliere wetgeving.”

Elias: “Met de bereidheid de gevolgen ervan te dragen binnen dat wettelijke kader.”

Henri: “Het reguliere wettelijke kader is geen vaststaand geheel.”

Elias: “Je helpt het ontwikkelen door het in twijfel te trekken, door sociale praktijken heen. Door het anders te doen en te tonen dat het op die wijze ook waardevol kan zijn en misschien waardevoller. In Italië kun je in de gevangenis belanden door de opvang die wij illegalen bieden.”

Jullie schrijven: “Menselijke waardigheid komt niet voort uit de wet, maar de wet komt voort uit de notie die we hebben van menselijke waardigheid.”

Henri: “De overheid probeert zo goed mogelijk te organiseren en in te passen, maar toch vallen er nog mensen uit de boot en wij krijgen die doorverwezen door bijvoorbeeld het OCMW.”

Voor jullie betekenen caritas en diaconie zorg betonen aan iedere andere. Zou u Michelle Martin opvangen, die twee meisjes heeft laten verhongeren, zoals de clarissen in Malonne hebben beslist?

Elias: “Het debat is volledig vertekend. Het protest richt zich tegen zusters die alleen hun christelijkheid en gastvrijheid tonen. Als de publieke opinie er een probleem mee heeft dat Martin vrijkomt, dan dient ze justitie met de vinger te wijzen. Zodra justitie Martin vrijlaat, kan ze niet beter zitten dan in een klooster, afgeschermd van de maatschappij. De eerste tien jaar moet ze niet op straat komen.”

Henri: “Ik ben het niet eens met de uitspraak van het gerecht. Versta me niet verkeerd. Martin had langer moeten vastzitten. Vreemd toch dat de zusters worden belaagd en niet het gerecht.”

Hoe verhouden jullie zich tot het kerkinstituut?

Elias: “Ik vind dat zeer moeilijk en zou niet kunnen wat mijn vader doet: werken voor de kerk. De kerk is nodig in mijn geloof om het te kunnen delen met mensen in gemeenschap. Eucharistieviering vind ik belangrijk - ik ga bijna elke zondag naar de kerk - en terzelfder tijd voel ik er mij bijna altijd een vreemde omdat het moeilijk is tot geloofsdeling te komen gezien de meeste aanwezige kerkgangers van een vorige generatie zijn. Zij beleven hun geloof op een andere manier.”

Henri: “Het heeft te maken met snel opeenvolgende evoluties. Ik ben betrokken bij eucharistievieringen, want ik maak ze mee tot wat ze zijn. Wanneer ik preek, doe ik dat eigenzinnig en mij wordt nooit iets in de weg gelegd. Dat vind ik noodzakelijk. Ik heb een schitterende deken die ook niet zal zeggen of ik het al dan niet goed deed. Hij laat me in die spanning. Je hebt ze nodig, want je wordt er zelfkritisch door.”

Elias: “Ik heb het moeilijk om de kerk te zien als een stuk van mijn geloof. Ik heb het gevoel haar ergens nodig te hebben, maar vind er mijn geding niet in.”

Tot zover Boudewijn Vanpeteghem en Henri en Elias Hemelsoet.

Huwelijks- en Gezinsviering 23 september

Week 2012-36 - Huwelijks- en Gezinsviering

Willem Vermandere

Cursiefje van Frans De Maeseneer

Die man hééft iets: hij heeft geen pretentie. Hij wéét het namelijk niet. Het leven is meer dan zijn woorden, dan zijn kluchtjes, dan zijn liedjes. Want laten we wel wezen: Willem is geen clown, geen liedjeszanger, geen profeet die orakels proclameert. Hij is een nederige dienaar van een vreugde die mogelijk is. Hij is niet voor, hij is niet tegen, noch oud noch nieuw, noch links noch rechts. Hij is Willem Vermandere, een mens met een lijf en een ziel, met taal en toon, met een gitaar en alles waarop hij blazen kan, met een beitel voor de stenen en een hamer voor het hout, ietwat rauw en toch fijn, gevoelig. Een filosoof die wijsheid niet uit boeken afleest. Een predikant die op elke preekstoel zijn stem zou verliezen. Dat zijn voor mij de contouren van zijn persoonlijkheid. Hoewel dat laatste woord niet past in zijn schema.

Hij zingt omdat hij gaarne leeft. Zo zegt hij het zelf. Zo is het ook. Gaarne leven… dat is een groot geheim. Je moet het maar opbrengen om gaarne te leven. Er is zoveel onzinnige onzin, zoveel wat mensen zéér doet, zoveel wat eigenlijk niet zou mogen. En toch, het leven krijgen mensen niet zomaar kapot. Het leven is namelijk sterker. Wie zingt over ellende, staat boven de ellende. Wie zingt over een kind, staat onder het lieve geheim van het leven. Wie zingt over liefde, beseft dat het leven eindeloos rijker is dan het lijkt. Willem heeft dat alles als het ware geproefd met zijn handen in de klei, met zijn voeten in de aarde. Mag ik het even anders zeggen? Willem heeft ze nog alle vijf… zingen is voor hem maar even. Hij weet meer af van het leven. De stilte zegt hem meer dan hij zeggen wil.

Dit vind ik persoonlijk heel sterk: wanneer hij een avond lang gezongen heeft en getokkeld en gesnaard en geblazen, is het stuk niet af. Dan begint datgene wat hij niet zeggen kan: de weemoed die geneest, de vreugde die pas écht wordt na het applaus, de heling die langzaam onze diepe slaap bewoont en beademt en zegent. Eigenlijk zingt hij om ons uit te nodigen voor een droom die nooit ofte nimmer sterven mag. Een avond met Willem eindigt op een slot dat opengaat: in te vullen door de lieve luisteraar. Als die tenminste zijn eigen dromen aandurft.

En dat zegt die man in zijn eigen taal, met zijn eigen West-Vlaamse woordenboek. Hij is dus niet beschaafd. Hij is een countryzanger. Hij bedrijft heimatliteratuur. Hij is niet modern. Niet geïntegreerd, niet aangepast, niet sexy - dat woord moet ik toch één keer in mijn leven laten horen! - niet trendy. Vele dingen is Willem niet. Hij past in geen enkele school. Hij geniet - en profiteert - van alle mogelijke dichterlijke vrijheden. Hij kan schimpen en schoppen, maar de mildheid druipt er zo van af. Hij bezit niets van een vernieler of een vandaal. Hij doet het leven geen zéér. Dat zei ik al.

Af en toe spreekt hij ook over God. Meer dan eens zelfs. Zelfs in een kermistent. God is voor hem geen bezittelijke eigennaam zoals in de mond van velen. Daarom badineert hij graag en… goed. Over God spreek je het best als je zwijgt. God is een realiteit over de randen van onze fantasie en onze gedachte. Mag het mysterie het mysterie blijven?

Willem raakt het aan maar doet het geen zéér.