maandag 6 augustus 2012

Depressie

Cursiefje van Frans De Maeseneer

Depressief zijn is heel erg. Het is iets als gaan door een hel: geen licht meer, geen lucht meer, geen lach meer, geen geloof meer en vooral geen hoop meer. Alleen maar deuren die dicht zijn en zelfs ‘ferme’ gesloten. Geen motief meer om nog verder te leven. Geen greintje moed meer. Zelfs het aankleden en het koken en het eten is al moeite te veel. Je weent zonder te weten waarom. Je bent moe zonder je moe te hebben gemaakt. Zoiets moet depressie ongeveer zijn. Erg dus.

Waarom schrijf ik daar nu over? Omdat ik dat boeiend en/of plezierig vind? Foei. Ik schrijf erover omdat het woord schromelijk en gevaarlijk wordt misbruikt. Dat lijkt me zelfs een kwaal, een mispunt in ons taalgebruik. Is dat erg als wij woorden verkeerd en oneigenlijk gebruiken? Ik vind van wel. Want er is een onderscheid tussen depressie en verdriet. Gelukkig maar. Toch hoor ik voortdurend mensen die iemand hebben verloren en die daarom menen depressief te moeten zijn. Waarom zeggen ze niet dat ze verdriet hebben of dat ze rouwen? Dat is correct. Dat is juist. Dat is al pijn genoeg. Maar nee, dat mag niet meer. Het moet depressie heten. Dat is de moderne naam voor elk negatief gevoel. Het gevolg is dat we ons onderwerpen aan zaligmakende antidepressiva… en geloven dat ons verdriet toch ergens ernstig wordt genomen. Leve de medicatie!

Nee, dit is onkritisch denken en onzindelijk spreken. En dat is, naar mijn alom geprezen bescheiden mening, een uitzichtloze en goedkope reflex. Ouders die een kind hebben verloren, hebben heel diepe pijn en heel diep verdriet. Die mensen treuren. Die mensen rouwen. Voor mij zijn ze niet noodzakelijk depressief. Ze kunnen nog spreken. Ze zijn nog in staat om mensen te ontvangen. Ze zijn zelfs bekwaam om verder mee te zingen in het koor. Ze hebben verdriet maar ze bewegen nog, ze fitsen nog, ze leven nog. Dat noem ik de moeilijke pijn van het rouwen. Ik weiger evenwel te geloven dat elk verdriet het verdient depressie te worden genoemd. Depressie is namelijk van de orde van de pathologie. Dat maakt het verschil. En dat verschil is enorm.

Ik besef goed dat ik nu moeilijk doe. Toch heb ik gelijk! Om het sterk te zeggen: mensen die een depressie doormaken, hebben medische en psychische bijstand nodig. Mensen die verdriet hebben, hebben luisterende nabije mensen nodig. Indien alle mensen in onze gemeenschap een depressie zouden doormaken omdat ze iemand hebben verloren, dan was heel ons dorp één groot psychiatrisch ziekenhuis. Wat toch te grof is en te onjuist. Wij leven, gelukkig, niet constant in een pathologisch milieu. We hebben nog vele redenen om te spreken en te lachen en gelukkig te zijn.

De depressieve mens moge liefst de pijnlijke uitzondering zijn. Please.