De tweeslachtigheid van de islam
(Uit een artikel van Jan De Volder gebaseerd op het boek De islam en het Westen van de Libanese jezuïet en hoogleraar Samir Khalil Samir)
Tweeslachtig is de islam van bij zijn prille ontstaan. Is de ware islam die van de eerste periode (Mekka), met een sterke nadruk op spiritualiteit? Of is het die van de tweede periode (Medina), met een uitgesproken sociaal en politiek karakter? Zoals Khalil Samir aangeeft zijn dat twee zeer verschillende opvattingen. Ambigu is ook de opvatting tegenover joden en christenen: in de heilige teksten vind je immers zowel verzen die pleiten voor religieuze verdraagzaamheid (in Sura 10, vers 99) als voor intolerantie (in Sura 9, vers 29).
Sura 10, vers 99:
En zo uw Heer gewild had
zouden allen die op aarde zijn
gezamenlijk tot geloof gekomen zijn
zult gij dan de mensen dwingen
opdat zij gelovigen worden?
Sura 9, vers 29:
Bestrijdt hen die niet geloven in God
noch in de Laatste Dag
en die niet verboden stellen
wat God en Zijn boodschapper
verboden hebben gesteld
en die zich niet voegen
naar de wezenlijke godsdienst
onder degenen
aan wie de Schrift gegeven is
totdat zij uit de hand
de schatting opbrengen
in onderdanigheid.
Khalil Samir gelooft dat de aanwezigheid van moslimmigranten in de westerse wereld hen de kans zal bieden om een betere kijk te krijgen op het christendom en om af te rekenen met sommige hardnekkige vooroordelen. Maar het succes van de dialoog staat of valt met de geloofwaardigheid van het christelijke getuigenis. Want al te vaak gaan christenen in hun goedbedoelde initiatieven uit van een zwakke eigen identiteit - wat moslims bevestigt in hun superioriteitsgevoel - en even vaak geeft onze samenleving blijk van aspecten die moslims bevestigen in hun oordeel dat het Westen verdorven en decadent is. We kunnen dan ook alleen de hoop van de auteur onderschrijven dat de aanwezigheid van moslims de westerse christenen “wakker schudt uit hun slapende geloofspraktijk” en aanzet tot spirituele vernieuwing.