woensdag 30 mei 2012

Schitterende Gezegdes Over Het Leven – deel 1

Laten we ons niet te druk maken over het leven, we komen er toch niet levend uit!

De geschiedenis van mijn leven, is de geschiedenis van mijn hart!

Het leven is een groot feest, was ik maar uitgenodigd!

Kruisdagen 2012

In Korbeek-Dijle op 14 mei

Week 2012-22 - Kruisdag 1 2012 01Week 2012-22 - Kruisdag 1 2012 03Week 2012-22 - Kruisdag 1 2012 05

In Bertem op 15 mei

Week 2012-22 - Kruisdag 2 2012 02Week 2012-22 - Kruisdag 2 2012 03Week 2012-22 - Kruisdag 2 2012 04

In Leefdaal op 16 mei

Week 2012-22 - Kruisdag 3 2012 01Week 2012-22 - Kruisdag 3 2012 02Week 2012-22 - Kruisdag 3 2012 06

Gelezen In Tertio Van 16 Mei 2012

1.‘Hoge verwachtingen kunnen grote ontgoochelingen veroorzaken’

(Uit een artikel van Boudewijn Vanpeteghem)

Verandering, wat is dat? Politici creëren soms hoge verwachtingen en er volgt grote ontgoocheling bij confrontatie met de werkelijkheid. Dat heeft Europees president Herman Van Rompuy verklaard in een toespraak aan de Universiteit Antwerpen.

De voorzitter van de Europese Raad hekelde dat velen denken zich te moeten profileren, gewoonlijk ten koste van anderen. Dat schept hoge verwachtingen: “Wij gaan de verandering brengen.” “De verandering, dat onbestemde woord, dat ik nog altijd niet versta.” Die hoge verwachtingen monden dikwijls uit in grote ontgoocheling door de confrontatie met de werkelijkheid, zei Van Rompuy. “De werkelijkheid is taai en bovendien leven we in een internationale en mondiale omgeving die we ondergaan.” Voor hem moet leiderschap samengaan met vertrouwen dat voortvloeit uit het bereiken van resultaten. Daarom is hij tegen het creëren van overtrokken verwachtingen.

Tot zover Boudewijn Vanpeteghem en Herman Van Rompuy.

2.Priester van vader op zoon

(Uit een artikel van Jan De Volder)

Op 22 mei viert de Russisch-orthodoxe kerk anderhalve eeuw aanwezigheid in ons land. De kerk verzamelt vooral migranten, maar oefent ook op sommige landgenoten een toenemende aantrekkingskracht uit. De betoverende liturgie trekt velen aan.

Pavel Nedossekin is aartspriester verbonden aan de orthodoxe Drievuldigheidskerk in de Brusselse Dansaertwijk: “Wij voelen ons goed in België, waar we erkend zijn en ondersteund worden door de overheid. Toch geven de geseculariseerde leiders hier jammer genoeg weinig aandacht aan de godsdienst. Europa zal zich toch moeten afvragen op welke basis het zijn toekomst wil bouwen.”

In de Byzantijnse traditie is het priesterschap niet gelinkt aan het celibaat. Veruit de meeste priesters zijn gehuwd. Bisschoppen worden evenwel gekozen uit de monniken of andere ongehuwde priesters. Een wijdverspreid fenomeen is dat van de ‘priestergezinnen’: het priesterschap wordt vaak doorgegeven van vader op zoon. Pavel Nedossekin (54), die opgroeide in Jaroslavl, is de zoon van een priester. Ondanks de communistische kerkvervolging onder Nikita Chroetsjov hield ook hij eraan priester te worden, net zoals zijn vijf broers. De twee zussen zijn gehuwd met een priester. Hij heeft een zoon, van wie hij hoopt dat ook hij priester wordt, en een dochter.

Hoe kijkt hij aan tegen het celibataire priesterschap dat de westerse katholieke traditie hoog in het vaandel draagt? “Waren de meeste apostelen van Jezus niet gehuwd? Dat heeft hen toch niet verhinderd hun zending te vervullen.” Toch erkent Nedossekin de eventuele moeilijkheden van het gehuwde priesterschap. “Je moet je vrouw goed kiezen, want zij moet bereid zijn je te volgen. Niet toevallig kent sinds de negentiende eeuw ook het celibataire priesterschap binnen de orthodoxie weer meer waardering.” De orthodoxe priester vindt niet dat de katholieke kerk zich moet inspireren op de oosterse traditie: “Laat ieder bij zijn traditie blijven, dat is het beste.”

Tot zover Jan De Volder en Pavel Nedossekin.

Primavera

Het miniconcertje van de Sint-Stevensgilde op zondag 13.5.2012 was een succes!

Week 2012-22 - Primavera 13.5.2012 01Week 2012-22 - Primavera 13.5.2012 02Week 2012-22 - Primavera 13.5.2012 03

Aan De Vierde Evangelist

Cursiefje van Frans De Maeseneer

Ik stel me voor, dat je een oude man bent. Dit is een gebrekkige voorstelling, ik weet het, want het gaat me niet om je leeftijd, noch om de datum van je geboorte, noch om het uur van je sterven. Toch stel ik me voor, dat je een oude man bent. In geen geval een tafelspringer, in geen geval een vechter op de eerste frontlijn, niet een gehaast journalist, noch een nerveuze piekeraar.

Je bent iemand die bij de open haard zit en die met wijsheid luistert en met wijsheid spreekt. En er is een refrein in je spreken. Je maakt ons iets duidelijk en het is steeds hetzelfde. Wat je zegt als niet onderrichte leerling is juist, maar het is het wezenlijke niet. Als je evenwel echt weten wil, moet je de blaadjes verwijderen, één na één, zoals bij de artisjok. Dan pas proef je de smaak van de binnenste kern.

Zo praat jij met leerlingen. Over de dingen die ze kennen - dat zijn de buitenste blaadjes - over brood en water en wijn, over tempel en sabbat, over herders en weiden en schapen, over de mens die dood is en toch leeft, over de bruiloft en de bruidegom, over het badhuis en de vijver van Siloam waar de gezonde de gezondene wordt, over de twee stenen tafelen omver en rechtop.

Maar vooral, je spreekt over een groot UUR. Met een koninklijke mens die voeten wast, en een veroordeelde die zijn sterven koninklijk aanvaardt, met een stervende die bidt voor de levenden, met een dode… die te groot is voor het graf, met een belijder die allereerst martelaar is geweest: ik geef mijn leven…

En dan staan we op van de open haard. We hebben iemand ontmoet die ons dromen doet. Als dat de waarheid is, zouden we dan toch niet beter onze netten uitwerpen links van de boot? Zouden we dan toch niet beter onze broodjes en onze visjes roosteren op onze kleine vuurtjes, en delen met elkaar?

Misschien dat we dan leven vinden in overvloed? Misschien dat we dan - eindelijk - kinderen worden van God, volwassen volgens het eeuwenoude boek der wijsheid, volgens de steeds verrassende windstoten van de Geest!

Wat doet het er dan toe te willen speuren naar je naam en je leeftijd? Je bent meer dan een geschiedkundig feit, je bent historie. Je bent alleen maar ouder dan ik, ouder dan elker-ik. Je staat verder in het schouwen van Gods geheim. Voor eeuwig heb geen leeftijd meer, tijdeloos grote profeet!

Als ik je hoor bij de open haard, ben ik geneigd te zeggen: ‘dank u want ik geloof nu diep overtuigd dat het goed is uit te roepen met Petrus: Gij hebt woorden van eeuwig leven, tot Wie zouden wij anders gaan?’

‘Want waar ben ik als Gij niet wijd en zijd

waakt over mij en over al mijn gangen?

Wie zou ik worden waart Gij niet bereid

om als ik val mij telkens op te vangen?

Ik leef niet echt als Gij niet met mij zijt,

ik moet in lief en leed naar U verlangen.’ (H.O.)

woensdag 23 mei 2012

Gelezen In Tertio Van 9 Mei 2012

Maria bevestigt haar sterk ‘moedermerk’

(Uit het dossier ‘Bedevaartsmaand’ van Ludo Van den Eynden, Jan De Volder en Jos Vranckx)

Maria ontspringt blijkbaar met glans de huidige kerkcrisis. Als oeroud moederbeeld - een echt archetype - trekt de moeder Gods nog altijd sterk mensen aan en zeker de moeders onder hen.

Terwijl priesters en pastorale werkers in de parochies worden geconfronteerd met duidelijk minder kerkgaande mensen, hebben de Vlaamse mariale bedevaartsoorden zoals Oostakker daar geen weerslag van. Er komen daar veel gelovigen en ook niet-kerkse mensen over de vloer. Het Rijke Roomse Leven is definitief voorbij, maar de volksdevotie gaat daar haar eigen gang.

Nieuwkomers en nieuwe Belgen, moslims bijvoorbeeld, komen hier ook. Meer bepaald de Turkse bevolking uit Gent vindt gemakkelijk haar weg naar Oostakker. De devotie voor Myriam, de moeder van de profeet Isa (Jezus), en uitdrukkelijk geëerd in de Koran, is voor hen een aantrekkingspool. Ze gaan naar de grot, branden er theelichtjes. Maar de kerk komen ze niet binnen.

Craig Harline, hoogleraar in Utah (VS), belandde op jonge leeftijd in Vlaanderen als zendeling van de mormonen. Veel succes hadden hij en zijn collega niet met hun bekeringswerk, maar voor Harline had het wel een ingrijpend gevolg. “Ik raakte gefascineerd door de geschiedenis van het katholieke leven in Vlaanderen, de rijkdom van muziek, kunst, tradities en verhalen.” Hij kwam terug en werd onderzoeker aan de KU Leuven.

Een van de verhalen die hij uitdiepte, was Jezus-Eik. Vandaag een toeristische trekpleister voor kriekenlambiek en boterhammen met plattekaas, maar in de 17de eeuw was het Maria-kapelletje in het Zoniënwoud het brandpunt van een turbulente geschiedenis met tal van mirakels. Toch moest Jezus-Eik het uiteindelijk afleggen tegen Scherpenheuvel. “Het was niet zo dat de kerkleiders de vele bedevaarten van die tijd aan de mensen opdrongen”, beklemtoont Harline. “In feite was het omgekeerd. Gewone gelovigen namen het initiatief. Zij hadden ‘iets’ gezien of ervaren en trokken met hun verhaal naar de pastoor of de bisschop. De bisschoppen reageerden door tegelijk warm en koud te blazen. Ze beseften dat het bovennatuurlijke hun grootste troef was in hun strijd tegen het protestantisme dat alleen de Bijbel had, maar tegelijk wilden ze hun tegenstanders geen munitie leveren. Vandaar hun reactie: we gaan die vermeende mirakels grondig onderzoeken, processen-verbaal opmaken en alleen de echte erkennen.” Of hijzelf denkt dat al die genezingen echt zijn gebeurd? “Toch wel, want met bedrog of inbeelding zou het niet zo lang hebben geduurd. Die 17de-eeuwse mensen waren ook niet zo dom. Mirakels hebben trouwens altijd bestaan in het christendom, met de verrijzenis van Jezus als het grootste van allemaal. Geloof maakt mensen ontvankelijk voor wonderen. Jezus zelf zei dat hij geen mirakels kon doen als er geen geloof was.”

“Er gebeuren nog altijd dingen die niemand kan verklaren, daarom blijven bedevaarten bestaan. Dezelfde gebeurtenis is voor de ene mens een wonder en voor de andere niet, en ze hebben allebei gelijk. De ene ziet iets wat de andere niet opmerkt. Het gaat om subjectieve ervaringen, geen enkel ‘mirakel’ wordt door iedereen als zodanig erkend. Een wonder is emotie. Wie het teveel rationaliseert, helpt het om zeep.”

Tot zover het dossier ‘Bedevaartsmaand’.

Schitterende Gezegdes Over Het Leven

Een leven zonder liefde is geen leven, het is enkel een bestaan.

Leven is iets wat je moet doen, als je niet kan slapen!

Het leven moet met humor en liefde worden geleefd: liefde om het te begrijpen en humor om het te dragen!

Samen Op Weg Met Jezus Als Gids

Week 2012-21 - Naamopgave 2012 01Week 2012-21 - Naamopgave 2012 02Week 2012-21 - Naamopgave 2012 03Week 2012-21 - Naamopgave 2012 04

Op zondag 3 mei 2012 stelden zes meisjes en twee jongens zich in Korbeek-Dijle kandidaat voor de Plechtige Geloofsbelijdenis en het Vormsel in 2013.

Zij getuigden:

Ik wil Jezus als Gids.

Ik wil Hem volgen.

Vandaag zeg ik ja

aan die opdracht in mijn leven.

De priester bad:

Heer, zegen deze opgroeiende jonge mensen

en help hen steeds de juiste weg te vinden

in hun verdere leven.

Dit vragen wij U door Christus onze Heer.

Ik Voel Me Thuis In Deze Tijd

Cursiefje van Frans De Maeseneer

Gisteravond zei me iemand: ‘Ik mag voor paters een project ontwikkelen voor de toekomst. Ik voel me daar goed bij, niemand kent immers mijn verleden’. Op het eerste gezicht mag dat een vreemd woord zijn. Dat is het ook. Toch is dit soort taal bevrijdend. We zijn namelijk ‘gebiologeerd’ door ons voortdurend verwijzen naar het verleden. Wij verwijzen altijd graag naar de tijd van toen. Naar de tijd van de heilighartbonden, de processies, de volksmissies, de christuskoningfeesten, de driekoningenstoeten, de katholieke bonden. Enzovoort. De tijd van toen.

Welnu, deze tijd is over en out. Ikzelf ben in die sfeer van toen opgegroeid. Ik heb daar zo sterk in geloofd dat ik onvoorwaardelijk deze geloofsstijl wilde hanteren en dienen. Ik heb daar nog geen seconde spijt over gevoeld. Ik ben, om eerlijk te zijn, priester en pater geworden omdat het oude geloof voor mij zo mooi was. Dat blijft voor mij waar tot vandaag.

En toch. Eens, zowat veertig jaar geleden, is er iets gebroken. Open-gebroken. Open-gebaard. Alle boeken en teksten en woorden, alle gewaden en liederen en rituelen, begonnen een nieuwe melodie te zoeken. Het begon een eigen leven te leiden. God en geloof en religie en klooster en parochie begonnen nederig te worden. Voor mij een heilig signaal van nieuwe waarachtigheid! Het ging niet langer meer om het bewaren van heilige huisjes. Het ging niet langer meer om het beperken van de zogezegd onvermijdelijke schade. Ik besliste toen voor mezelf dat ik niet langer trouw moest blijven, maar dat ik trouw moest wórden. Het was, als ik eerlijk mag zijn, mijn grote bekering. Jezus en de profeten zijn gidsen voor morgen. Zo waren ze. Zo zijn ze ook nu bedoeld.

Jezus en de profeten zijn gidsen voor de kleinkinderen in mijn familie. Sport, entertainment, multimedia, taizéavonden, jokrikampen, samenwonen, babyborrel, lentefeest, crematoriumdiensten, fuiven, co-ouderschap, digitale fotografie… het is allemaal van deze tijd. Drugs en drugdealers, gsmberichten, tot in het absurde toe… het is allemaal van deze tijd.

Wat moet ik als oude nonkel met dit alles? Ik weet het echt niet. Ik weet het zeker helemaal niet wanneer ik ervan uitga dat ik voor alles een oplossing en een remedie moet vinden. Is dat trouwens ook niet een beetje pretentieus? Precies deze pretentie wil ik bewust afleggen: ik mag onder geen enkel beding een rechter zijn. Foei!

Het zou fijn zijn als ik er zou toe komen de kinderen van deze eeuw lief te hebben. Heeft het evangelie ons ooit iets anders gevraagd? Blaise Pascal zegt: Jezus is de tijdgenoot van elke tijd. Waarom zou hij niet de tijdgenoot mogen zijn van deze generatie? Waarom moet ik me schamen als ik steeds maar opnieuw pogingen doe om de cultuur van deze tijd te begrijpen? En mensen graag te zien?

Bij deze geef ik een knuffel aan alle digitale kinderen van 2009.

woensdag 16 mei 2012

De Vlaamse Gemeentenamen – deel 12

Drogenbos:

Samenstelling van het adjectief droog met bos. Drogenbos betekent dan: ‘struikgewas op droog terrein’.

Linkebeek:

In oorsprong een waternaam, samengesteld uit beek en linke uit Germaans hlankin, datief enkelvoud van hlanku = krom. Linkebeek betekent dus: ‘kromme, slingerende beek’. De nederzetting ligt in een opvallende bocht van de gelijknamige beek.

Sint-Genesius-Rode:

Rode betekent ‘gerooid bos’. En later werd de patroonheilige toegevoegd.

Gelezen In Tertio Van 2 Mei 2012

De tweeslachtigheid van de islam

(Uit een artikel van Jan De Volder gebaseerd op het boek De islam en het Westen van de Libanese jezuïet en hoogleraar Samir Khalil Samir)

Tweeslachtig is de islam van bij zijn prille ontstaan. Is de ware islam die van de eerste periode (Mekka), met een sterke nadruk op spiritualiteit? Of is het die van de tweede periode (Medina), met een uitgesproken sociaal en politiek karakter? Zoals Khalil Samir aangeeft zijn dat twee zeer verschillende opvattingen. Ambigu is ook de opvatting tegenover joden en christenen: in de heilige teksten vind je immers zowel verzen die pleiten voor religieuze verdraagzaamheid (in Sura 10, vers 99) als voor intolerantie (in Sura 9, vers 29).

Sura 10, vers 99:

En zo uw Heer gewild had

zouden allen die op aarde zijn

gezamenlijk tot geloof gekomen zijn

zult gij dan de mensen dwingen

opdat zij gelovigen worden?

Sura 9, vers 29:

Bestrijdt hen die niet geloven in God

noch in de Laatste Dag

en die niet verboden stellen

wat God en Zijn boodschapper

verboden hebben gesteld

en die zich niet voegen

naar de wezenlijke godsdienst

onder degenen

aan wie de Schrift gegeven is

totdat zij uit de hand

de schatting opbrengen

in onderdanigheid.

Khalil Samir gelooft dat de aanwezigheid van moslimmigranten in de westerse wereld hen de kans zal bieden om een betere kijk te krijgen op het christendom en om af te rekenen met sommige hardnekkige vooroordelen. Maar het succes van de dialoog staat of valt met de geloofwaardigheid van het christelijke getuigenis. Want al te vaak gaan christenen in hun goedbedoelde initiatieven uit van een zwakke eigen identiteit - wat moslims bevestigt in hun superioriteitsgevoel - en even vaak geeft onze samenleving blijk van aspecten die moslims bevestigen in hun oordeel dat het Westen verdorven en decadent is. We kunnen dan ook alleen de hoop van de auteur onderschrijven dat de aanwezigheid van moslims de westerse christenen “wakker schudt uit hun slapende geloofspraktijk” en aanzet tot spirituele vernieuwing.

Gelezen In Tertio Van 25 April 2012

1.Na een uitspraak van het Vaticaan heropent bisschop van Cleveland Richard Lennon (Ohio, VS) twaalf parochies. Die werden drie jaar geleden gesloten door een herstructureringsplan vanuit financiële redenen en het priestertekort. De actiegroep Endangered Catholics (in gevaar gebrachte katholieken) had de beslissing bij het Vaticaan aangevochten. Met succes, zo blijkt nu.

2.De Amerikaans bisschoppen kondigen een grondige statutaire hervorming aan van de Leadership Conference of Women Religious (LCWR), de belangrijkste koepelorganisatie van vrouwelijke religieuzen in de Verenigde Staten. De hervorming komt er na een visitatie door de Congregatie van de Geloofsleer. De Congregatie heeft woorden van lof voor het dienstwerk van de religieuzen, maar signaleert ook ‘ernstige theologische tekortkomingen’ en ‘verregaande afwijkingen van de katholieke leer’, vooral inzake ethische materies. LCWR vertegenwoordigt 80 procent van de 59.000 vrouwelijke religieuzen in de VS. Na de visitatie is er nu ook veel deining over deze geplande hervorming.

3.Ierland houdt vast aan het verbod op abortus, ook als de gezondheid van vrouwen in gevaar zou zijn. Het parlement in Dublin wijst een voorstel van de Socialistische Partij af om abortus in die gevallen te legaliseren.

Nu Ben Ik Alles Kwijt

Cursiefje van Frans De Maeseneer

Het was een vrijdag. Zeventien uur, in een kliniek, palliatieve zorgen, te Gent. Meneer komt uit kamer 8. Zijn vrouw is pas overleden. Ze waren een paar uren voordien officieel getrouwd aan het sterfbed, met de nodige formaliteiten en getuigen… een erfenisregeling. En wat zegt die man? Nu ben ik alles kwijt: als je morgen verneemt dat ik tegen een boom gereden ben, dan… Daarop zocht hij de lift op. Op zoek naar de bevrijdende boom van vertroosting. Einde verhaal.

Ik mag niet zeggen dat ik daar kapot van was. Het gebeurde ook allemaal zo vluchtig. Toch is dat woord blijven hangen in mijn ziel: nu ben ik alles kwijt. Dat kan toch niet? Dat mag toch niet? Ik weet niet of die man die bewuste boom heeft gevonden. Vermoedelijk was het maar een krampwoord of een vloekwoord. En mensen hebben recht op een portie krampen en op een portie vloeken.

Maar ik weet goed dat ik een paar uren later thuiskwam. Ik dacht aan mezelf. Ik zou dat woord met deze toon en klank onmogelijk over mijn lippen krijgen. Eerlijk, die éne zin was mij een gruwel: leven voor één mens, en voor niets en voor niemand anders. Dat kan toch niet?

Waar zijn ze: de rest van de familie, de collega’s, de vrienden, de kinderen, de oude mensen, de terminale patiënten van kamer 1 tot 7? Nihil? Onbestaande? Dat is toch vreselijk? Zo exclusief bewust kiezen voor een gouden eilandje voor twee mensen? Natuurlijk heeft die mens bemind. Hij beminde die éne enige vrouw. Meneer toch.

Ik weet nog dat ik die bewuste avond iets gebeden heb: geef dat zoiets nooit in me opkomt, leid me nooit in die bekoring, geef dat ik nooit ofte nimmer absoluut alles verwacht van absoluut maar één mens. Ik wil de hele wereld omhelzen. En indien dat niet mogelijk is, geef me dan openheid van geest om tenminste een paar duizenden mensen te beminnen. Het mogen er eventueel zelfs een paar méér zijn. Ik wil namelijk bij de boom des levens het leven proeven van velen. Dan pas zal mijn leven appetijtelijk zijn.

Toch is dat maar een flard van een gebed. Mijn wens gaat veel verder. Zoals een trouwe vriend eens zei: ‘Je denkt toch niet dat mijn vrouw voor mij alles is? Ik wil ze wel beminnen, maar ik aanbid ze niet.’ Waarop zijn vrouw antwoordde: ‘Mijn man is goed maar niet goed genoeg om er alles op te verwedden. Ik heb nog mijn ziel.’ Bij dit soort mensen staat de boom des levens nog overeind in hun klein paradijs.

In de hof van (h)Eden zijn we met velen.

woensdag 9 mei 2012

Ons geloof als levengevend water

Week 2012-19 - Geloofsbelijdenis 2012 02 Week 2012-19 - Geloofsbelijdenis 2012 01

Op zondag 22 april 2012 deden 8 meisjes en 3 jongens hun Plechtige Geloofsbelijdenis in Korbeek-Dijle.
Als openingsgebed bad de priester:

God, wees steeds levend water waaraan wij ons kunnen laven.
Wees ons steeds nabij om ons geloof in U uit te dragen
naar wie we nog mogen ontmoeten in ons leven.
Wees onze rots in de branding wanneer het moeilijk wordt
en we ons geloof in U willen opgeven.
Wees onze wegwijzer voor heel ons verdere leven.

En tot slot bad de priester:

God, samen hebben we gebeden en ons geloof in U weer vernieuwd.
Samen hebben we gevierd met deze jongeren opdat zij hun geloof
in U versterken en verder mogen beleven in hun leven.
Geef Gij God hen steeds opnieuw Uw levengevend water.
Wees Gij hen steeds tot voedsel opdat ze de kracht mogen bezitten om de
weg van Jezus niet alleen te beluisteren, maar ook tot hun weg te maken.

De Heilige Maagd Del Pilar

Onze Lieve Vrouw del Pilar (van de Kolom) wordt in Spanje, in Saragossa, vereerd. Het is de oudste Maria-bedevaartplaats van Spanje. De Zalige Paus Joannes-Paulus II heeft daar op 6 november 1982 het volgende gebed gebeden:

Heilige Maagd,
in uw handen
leg ik de vele inspanningen en de vermoeidheid
van al degenen die handwerk verrichten;
de bewonderenswaardige ijver
van al degenen die hun kennis
aan anderen doorgeven;
de inzet van al degenen die
door hun kunde en vaardigheid
het leed van anderen verlichten;
de inspanningen van degenen
die met hun intelligentie de waarheid voorstaan.

Ik vertrouw aan u toe
het streven van al degenen
die de economische ontwikkelingen aanwenden
om het welzijn van hun medemensen
te bevorderen en die, eerlijk en oprecht,
de publieke opinie ten goede beïnvloeden,
zowel in de politiek, het leger, de vakbonden,
en de openbare diensten zodat,
dank zij hun inzet een samenleving ontstaat
die rechtvaardig is, vreedzaam en zonder onlusten.

Heilige Maagd,
kom al degenen te hulp die ongelukkig zijn,
die eenzaam zijn,
die honger lijden of werkeloos zijn.

Bescherm alle volkeren, alle mannen, alle vrouwen,
en verhoor al degenen, O Maria, die uw bijstand inroepen.

(Uit het driemaandelijks tijdschrift MARIA MIDDELARES EN MISSIES van de Broeders Maristen van jan-feb-mrt 2012)

La Tendre Guerre

Cursiefje van Frans De Maeseneer

Dat woord komt uit de derde strofe van een chanson van Jacques Brel. Zijn lied heet: les vieux amants,
de oude geliefden. In de bewuste derde strofe zingt hij dus van een tedere oorlog tussen geliefden. Dat is mooi. Dat is wijs. De mens die zoiets zingt en schrijft, heeft veel geleefd. Zeker weten. Hij zal ook mensen ontroeren.

Liefhebben is dus een tedere oorlog volgens Jacques Brel. Volgens al de Jacques en volgens al de Brels die ooit op aarde bewust hebben geleefd. Ze hebben allemaal gelijk: liefhebben is een tedere oorlog. Het doet me denken aan een Amerikaanse psychologe die over het huwelijk een boek schrijft na vele jaren ervaring met gehuwde ‘patiënten’. Haar titel is: ‘intieme vreemden’. Voor mijn part mogen deze twee woorden op elkaar worden gelegd. Aan de ene kant: liefhebben is een tedere oorlog. Aan de andere kant: geliefden zijn intieme vreemden. Het is vreemdheid en oorlog enerzijds, tederheid en intimiteit anderzijds. Het affectieve leven van de mens hinkt blijkbaar op dit dubbele been: tederheid en geweld.

Wanneer ik nu luister naar de honderden deuntjes over liefde, kom ik geen geweld tegen en geen oorlog. Het is allemaal intiem en teder. Volgens onze Jacques en die Amerikaanse psychologe zijn onze vele deuntjes dus niet juist. Het zijn te zeer liederen in één toon. Eentonig dus. Eenstemmig ook… terwijl liefde precies altijd tweestemmig behoort te zijn. En daar begint nu het probleem: tweestemmig zingen is moeilijker dan zingen in één stem. Als twee mensen zingen in terts, in quart of in quint, dan zijn er vele kansen om zowel de andere als zichzelf, als elkaar uit evenwicht te brengen. Sorry voor dit muzikale intermezzo, maar het is eigenlijk nog niet zo mis. In het samenleven van geliefden is dat het cruciale punt: zingen ze een duet of is hun duet ook een duel? Welnu, elk duet is een duel. Dixit Jacques Brel.

Dat geheim heeft een diepe grond: liefhebben gaat niet vanzelf, verliefdheid komt vanzelf. Liefde is van een andere orde. In de liefde wordt gevochten. In de liefde wil de één overwinnaar zijn en/of zijn slag thuishalen. Dan wordt de ander verliezer en/of gedood. Ofwel capituleert de één voor de drang en de aandrang van de andere. Daarmee zitten ze in het schema van de oorlog. Geliefden spelen stratego. Daarmee komen ze echter nog niet tot vrede. Iets als tederheid of intimiteit moet de vrede mogelijk maken. Dat is het eigenlijke (twist)punt. Mensen kunnen namelijk winnen of verliezen, en dat ook verdragen als ze leren geloven dat hun eigen passie en hun drift - dat zijn ook oorlogstermen - rust en vrede, beaming en bevrediging zoeken. Bij de andere.

Tussen geliefden is de (be)vrede(ging) van kapitaal belang. Welnu, vrede is altijd een besluit na de oorlog. Vrede is een overwinning op de geweldpleging die ons van nature zo dierbaar is: ieder mens wil zichzelf zijn ten koste van de andere. Het moge een wonder heten als dit proces van geweld tot berusting komt. Het is het grote en zalige compromis van het leven. Hoeveel tijd en moeite het ons heeft gekost, mag de bekende Joost weten. Jacques Brel heeft dus een mooi lied gemaakt. Oorlog en tederheid hebben elkaar nodig.

Als de tederheid uiteindelijk maar overwinnen mag.

woensdag 2 mei 2012

De Vlaamse Gemeentenamen – deel 11

Kraainem:
Samenstelling van kraai en ham, met latere vervanging van -ham door -hem, ‘bocht in een waterloop’, en van daar ook ‘(wei)land aan een meander’. De waterloop in kwestie is de Molenbeek. Kraainem betekent dan ‘bocht met veel kraaien’.

Wezembeek-Oppem:
Wezembeek: Een samenstelling van de Germaanse persoonsnaam Winzo met beek. Wezembeek betekent dan ‘de beek van Winzo’.
Oppem: De naam is een samenstelling van op- ‘hoger gelegen’ met heem. Oppem betekent dan ‘hoger gelegen woning’.
Wezembeek en Oppem vormden al sedert de 12de eeuw één geheel.

Wemmel:
Zou ontstaan zijn uit de Voorgermaanse waternaam Wamalina, waaruit de nederzettingsnaam ontstond Wamalinos, met Indo-Europese wortel (a)wam of (a)wem wat betekent ‘schitterend, uitbuigend’. Dus: Wemmel = ‘de schitterende’.

Concert Primavera

Week 2012-18 - Primavera 13.5.2012

Mysterie

Er hangt zoveel mysterie in de lucht
dat ons grootscheepse denken overtreft.
Neem
de geboorte van een ster
de eerste glimlach van een kind
het uur voor dageraad.
En niets daarvan is mensenwerk.

(woorden van Kris Gelaude)

Met Maria

Cursiefje van Frans De Maeseneer

We gaan nu de meimaand in, de maand van Maria. Dat is gezonde volksvroomheid. Geen kwaad woord daarover. Integendeel. Dat Maria op de brug mag staan van Hemelvaart naar Pinksteren, maakt alles alleen maar mooier. Het geeft diepte en wijsheid aan de vroomheid van het volk. Zo hoort het.

Maria is een grote vrouw. Op het laatste avondmaal waren er twaalf mannen. In de bovenzaal na de verrijzenis waren er elf mannen plus één vrouw, Maria. Waarom staat Maria in die kring? Ze was daar aanwezig omdat ze intussen thuis was geraakt bij de mensen. Zo staat het letterlijk in het Johannesevangelie. Zij was en is de vrouw die Jezus aan de wereld geeft. Nu Jezus zichtbaar afwezig is, mag zij zeggen dat Hij onzichtbaar aanwezig is. Dat is sterk.

Met een sterk woord als dit gaat de Jezusbeweging door. Zij staat er borg voor dat het Woord geschiedenis mag maken onder de mensen. Altijd opnieuw. Opdat dit altijd mogelijk moge zijn, stelt zij grote daden. Zij zorgt voor geboorte, voor leven. Groot werk. Een grote vrouw.

Nu staan wij op een boogscheut van het Pinksterfeest. De overschaduwing zit dus in de wolken. Dat is volle bijbelse taal. Wolk en schaduw, dat is symbool voor leven onder Gods nabijheid. Hij drijft als een wolk boven het volk, met het volk mee. Hij overschaduwt ons. Hij is om mensen begaan. En Maria mocht dat van zeer nabij ervaren, tot in haar schoot. Zij heeft geweten wat het betekent vanuit Gods droom te leven. Ze heeft dat gewild maar niet meteen begrepen. Ook voor haar was de godsvraag een mysterie, een waagstuk, een avontuur. Wellicht is dat haar uiteindelijke grootheid?

Het was in ieder geval haar gerechtvaardigde nederigheid. De echt nederige mens is geen schaapachtig, tam en braaf mensje. De echt nederige mens is een actief gehoorzaam luisterend mens. De echt ‘nederige’ dienstmaagd wil een grote zaak dienen, zichzelf vergeten om dienstbaar te zijn voor wat deugd doet aan de wereld. Zo was Maria.

Sommige bevrijdingstheologen noemen haar daarom een gepassioneerde (een passionaria) voor het recht. Niet onterecht. Zij had Gods beloften begrepen en dat was veel meer dan brave vroomheid. Dat was bewogen worden tot in de eigen schoot voor wat de wereld echt nodig heeft: gerechtigheid en vrede.

Weesgegroet Maria.