woensdag 11 april 2012

Mijn platte land – Deel 1

(Een column van Pieter Bos uit LOKAAL, het halfmaandelijks magazine van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten van 1 mei 2009, maar nog steeds brandend actueel)

Waar komt het woord platteland vandaan? Dat heb ik me altijd afgevraagd.

Iedereen kan toch zien dat het allesbehalve plat is? Het heuvelt. Het glooit. Het plooit. Heel soms is het eerder vlak, jawel. Maar wie beter kijkt, zal zien dat schijn bedriegt. In werkelijkheid strekt het landschap zich speels uit van terp naar donk. Het dartelt van beekvallei naar vijveroever. Plat? Laat me niet lachen. Waarom denk je dat er zoveel 4x4’s rijden in dit land?

Het woord platteland heeft dan ook een heel andere oorsprong. Het komt van de manier waarop het tot stand komt. Ik kan het weten, want ik zit in de Gecoro.

De Ge-co-ro. Gewone burgers denken nog altijd dat je ze voor de gek houdt als je die naam vernoemt. Voluit is het de Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening. Maar dat klinkt dan weer zo gewichtig en dat appreciëren burgers ook maar matig.

Bovendien loop je door de naam voluit te gebruiken meer risico dat degenen die er in zitten zich hun opdracht herinneren.

Nee, dan liever Gecoro. Een beetje gek en veel gezelliger. Maar terug naar het platteland en zijn ontstaansgeschiedenis. Die gaat als volgt.

Eerst heb je een landbouwer die, je weet hoe landbouwers zijn, landbouw bedrijft op zijn land. Koeien, mest, maïs, de klassieke kringloop.

Gaandeweg deelt de landbouwer zijn land uit aan zijn zonen en dochters, volgens de formule landbouwgrond - land = bouwgrond. Daarna verkoopt hij af en toe een stukje extra, volgens het ritme waarop hij vroeger een koe of een varken slachtte.

Langzaam maar zeker geraken de randen volgebouwd. Met fermettes, uit respect voor de omgeving. Met villa’s, uit belangstelling voor de omgeving. Met Spaanse haciënda’s, om eens iets anders te hebben. Met bunkerachtige blokkendozen, uit respect voor niets of niemand. Kortom, randgevallen allemaal. Ieder kruisje verdient zijn huisje, zeg maar.

Na verloop van tijd wordt het lint van bebouwing officieel erkend als lintbebouwing. Dan is het moment gekomen voor het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan.