woensdag 25 april 2012

Dietrich Bonhoeffer

Cursiefje van Frans De Maeseneer

Wanneer je deze naam en deze mens niet kent, dan is dat alleen maar jammer. Jammer maar helaas. Dietrich Bonhoeffer is namelijk een grote theologische meneer. Een Duitser. Een lutherse protestant. Getekend door de tweede wereldoorlog. Geen kamergeleerde. Geen droge professor. Misschien was hij veroordeeld dat ooit eens te worden? Maar… de oorlog en het Hitlerregime hebben hem gekneed en omgesmeed tot een radicale, stoute denker. Hij heeft, letterlijk door de omstandigheden gedwongen, op vele barricades gestaan. Op den duur kon hij niet meer nazeggen wat hij op school had geleerd: het leven had hem opgevorderd om een andersdenkende te worden. Letterlijk een protesteerder, een protestant. Hij heeft voor deze keuze ook de duurste prijs betaald. Hij werd opgehangen, naakt. Op 9 april 1945.

Maar eerst dit: deze zoon uit een gegoede, burgerlijke familie, was een uiterst getalenteerd mens, een geboren chef, een primus die niet superieur was, een prins, een broeder die altijd eenzaam was omdat hij méér was. Een soort godenkind, voorbestemd om ooit eens een luthers bisschop te worden of een kerkleider. Hij was tot zoveel voorbestemd. Hij is echter niets van dat alles geworden. Hij is uiteindelijk enkel maar martelaar geworden. Enkel maar?

Hij heeft, me dunkt, één waarheid geleerd: christelijk geloven valt niet altijd samen met godsdienst. Indien u het me toestaat, wil ik daar even op doorgaan. Godsdienst is hoe dan ook organisatie, instituut, systeem. Godsdienst wil hoe dan ook het geloven van mensen in goede en juiste banen leiden. Godsdienst houdt gelovigen op het rechte pad. Dat is voor de overgrote meerderheid van de christelijke stervelingen een weldaad, een houvast.

Totdat de omstandigheden ons dwingen om aan dat systeem, aan dat instituut te gaan twijfelen. Op een gegeven ogenblik biedt de godsdienst niet langer het beloofde houvast: het leven is sterker. Nood breekt wet. Trouw aan het eigen geweten breekt brave volgzaamheid.

Dat is volgens mij de betekenis van Bonhoeffer: hij had plots in levenden lijve in Duitsland de farao uit Egypte ontmoet. En hij weigerde resoluut om een dienaar te worden van dit soort grove schijnmacht. Christelijk geloof kan immers lief zijn en meegaand. Het kan ook braaf zijn en compromissen sluiten, en vele mensen terwille zijn terwille van laagdrempelig mededogen. Maar…  misschien zullen we ook eens moeten leren nee te zeggen. Ergens zijn er grenzen aan de compromissen die wij voortdurend sluiten.

Misschien, dames en heren, word ik ooit nog eens stout? Dan heb ik de boeken van Bonhoeffer niet voor niets gelezen. Deze man werd gedood omdat hij zijn waarheid niet wilde inslikken. Het laatste compromis was er teveel aan. Een groot mens toch.

De compromisvraag is voor mij een levensvraag.