zondag 18 september 2011

Woordspelingen

(van Renilda)

-Politici zijn niet altijd present maar ze zijn toch van de partij.

-Aan de rand van het water zat een dikke hengelaar zijn lijn te verzorgen.

-Toen ik de prijs van de sla zag kreeg ik een krop in de keel.

-Mijn tante ging met mij naar de dierentuin. Daar zitten veel apen. Mijn oom was er ook bij.

De Meidagen 1940 In Korbeek-Dijle

Belgiê had verschillende verdedigingslinies opgezet tegen de dreigende Duitse inval:

-een eerste Belgische verdedigingslinie langs de Belgisch-Nederlandse grens met het fort van Eben-Emael

-een linie langs het Albertkanaal en de Maas

-de K.W.-linie tussen Koningshooikt en Waver waarvan de vier gevechtsbunkers in Korbeek-Dijle deel uitmaakten; zij werden aangeduid als LW2 (Ormendaal), LW3 (Veeweide), LW4 (Stationsstraat) en LW5 (Kleinebroekstraat) (LW = Leuven-Waver)

-een linie langs de Dender en de Schelde.

Op de KW-linie nam het Belgisch leger stelling in van Koningshooikt tot Leuven en het Britse leger van Leuven tot Waver. Het Franse leger verdedigde de zone ten zuiden van Waver.

De Britten die in Korbeek-Dijle de zones van LW2, LW3 en LW4 verdedigden behoorden tot het 2de Bataljon van het North Staffordshire Regiment. De zone van LW5 tot het centrum van Neerijse werd verdedigd door Schotse militairen: het 6de Bataljon van het Gordon Highlanders Regiment. De zone van LW1 (aan de nieuwe stuw op de Dijle in Egenhovenbos) werd ook verdedigd door een Schots bataljon.

Vooral met het dagboek van het Britse 2de Bataljon van het North Staffordshire Regiment hebben onze oorlogsrechercheurs de chronologische oorlogsfeiten tussen 10 en 17 mei 1940 kunnen reconstrueren:

-in de vroege ochtend van vrijdag 10 mei 1940 vallen de Duitsers België binnen en op een paar uren wordt het fort van Eben-Emael uitgeschakeld (met het geheime wapen van de “holle lading”); pas dan mogen Britse en Franse troepen het ‘neutrale’ België ter hulp komen

-zaterdag 11 mei: een Engelse tankdivisie komt toe in Korbeek-Dijle en trekt over de Dijle in oostelijke richting

-zondag 12 mei: een Engelse infanterievoorhoede trekt eveneens in oostelijke richting over de Dijle

-om 17.30 u komt het 2de Bataljon van het North Staffordshire Regiment toe in Korbeek-Dijle en neemt er stelling in: één compagnie per bunker LW2 tot LW4 en één compagnie in reserve; het hoofdkwartier wordt gevestigd in de Hollestraat; een compagnie telt 100 tot 150 manschappen

-de Engelse militaire overheid geeft het bevel tot ontruiming van het dorp

-maandag 13 mei: de manschappen graven zich in

-de Dijlebrug wordt klaar gemaakt voor vernietiging door een compagnie van de Royal Engineers

-een peloton bestaande uit lichte rupsvoertuigen neemt positie in aan de overzijde van de Dijle, evenals een peloton van de compagnie rond de bunker van de Stationsstraat

-vijandelijk contact van de Engelse tankdivisie die op 12 mei over de Dijle trok, zo’n 20 mijl (ongeveer 32 kilometer) ten oosten van de Dijle

-dinsdag 14 mei: ’s morgens grote vijandelijke luchtactiviteit: geen slachtoffers bij het Engelse bataljon in Korbeek-Dijle (wel twee burgers in Bertem en één in Leefdaal)

-de tankdivisie die ten oosten van de Dijle reeds vijandelijk contact had de dag voordien trekt zich terug onder vijandelijke druk tussen 13.30 u en 14.30 u. Het opblazen van de Dijlebrug werd met 1 uur uitgesteld om twee achtergebleven tanks toe te laten de brug over te steken

-om 15.30 u wordt de brug opgeblazen

-vijandelijke patrouilles worden waargenomen; de nacht verloopt rustig

-woensdag 15 mei: in de vroege morgen zwaar artillerievuur ten zuiden van Sint-Joris-Weert

-12.00 u: een kapitein van de compagnie aan de Stationsstraat wordt ernstig gewond in de nek door een booby trap (een valstrikbom) in een huis, geplaatst door een burger waarvan er verscheidenen nog steeds in het dorp verblijven

-rond 14.30 u valt de Ormendaalcompagnie binnen vuurbereik van de vijandelijke artillerie en mortieren en het vuren verplaatst zich geleidelijk naar het hoofdkwartier in de Hollestraat

-op hetzelfde moment bereikt een vijandelijke patrouille van twee Duitsers per motorfiets het uiteinde van de Stationsstraat (kant Oud-Heverlee); ze worden neergeschoten door de Engelse compagnie van LW4 (een dode en een gewonde)

-stilte van 17.00 u tot 20.30 u

-20.30 u tot 21.30 u: zwaar versperringsvuur komt op hoofdkwartier en op Ormendaalcompagnie en ook op het dorp

-21.30 tot 23.00 u: tijdelijke kalmte

-21.45: de dode Duitser en de gewonde Duitse officier worden opgehaald

-donderdag 16 mei: vanaf 8.00 u met tussenpozen tot 11.45 u: vijandelijke artillerie op het hoofdkwartier; onderluitenant R.C. Le Tissier wordt gedood en vier man gewond; Le Tissier wordt voorlopig begraven in de zuid-westelijke hoek tussen de Hollestraat en de Nijvelsebaan onder een appelboom (zie ook Nawoord)

-12.00 u: het hoofdkwartier wordt verlegd naar het dorp; artillerievuur op hoofdkwartier en op Ormendaal

-14.30 u tot 16.00 u: zeer zware concentratie vuur op de Hollestraat;

-19.30 u: order voor terugtrekking (tactische beslissing als gevolg van de Duitse doorbraak in Sedan en het gevaar voor insluiting)

-21.30 u: begin terugtrekking onder artillerievuur

-22.00 u: de kleine achterhoedeafdelingen van de drie in stelling liggende compagnieën verlaten de rivierlinie

-vrijdag 17 mei: de Duitsers arriveren aan de opgeblazen Dijlebrug

Week 2011-39 - Foto 17 mei 1940 te Korbeek D

Op de foto zien we een groepje Duitsers bij het lichaam van een gedode Duitser dat op de grond ligt; op de achtergrond links de als een huisje geschilderde bunker LW4 en rechts de boerderij van Kamiel Coeckelberghs; achter de boerderij een rookwolk en een gedeelte van de kerktoren; vóór de boerderij het gat waar de Dijlebrug werd opgeblazen. De Duitsers konden de Dijle nog oversteken langs de dam die in de Dijle werd gebouwd om het gebied onder water te zetten.

Nawoord:

Tijdens de “Slag aan de Dijle” in mei 1940 sneuvelden in de Britse sector 275 militairen van het Britse Leger en de Royal Air Force. Raymond Cyril Le Tissier was één van hen. Hij werd geboren op het Kanaaleiland Guernsey op 2 mei 1916, studeerde Frans en Duits aan het Jesus College in Oxford. Hij vervoegde het Britse leger in 1939 en werd 2nd Lieutenant in het 2nd North Staffordshire Regiment. Omwille van zijn talenkennis kreeg hij een staffunctie: tolk en verbindingsofficier.
Le Tissier was ingekwartierd bij de familie Neckebrouck en onderhield in zijn hoedanigheid van verbindingsofficier contact met de onder Engels gezag geplaatste burgerlijke autoriteiten van Korbeek-Dijle. Op 12 mei moest hij de burgemeester en de bevolking van Korbeek-Dijle in kennis stellen van het door de Britse militaire overheid uitgevaardigde evacuatiebevel. Hij sneuvelde op 16 mei. Hij heeft een definitief graf gekregen op het kerkhof van Korbeek-Dijle.

De speurders van en voor Erfgoedkamer Bertem

‘De Bijbel is geen journalistiek en geen geschiedenisboek’

(Gelezen In Tertio Van 14 September 2011)

Uit een vraaggesprek van Frans Crols met Bénédicte Lemmelijn, hoogleraar Oud Testament aan de K.U.Leuven.

Heeft de nieuwe Bijbelwetenschap een theologische relevantie?

“De Bijbel is in de eerste plaats klassieke literatuur, geschreven van uit theologisch perspectief. Even klassiek als Homerus en de Oude Grieken. De Bijbel verhaalt niet hoe het geweest is, wel hoe het zou moeten zijn. De observaties en de conclusies leiden tot de vaststelling dat elk fundamentalisme dat aan een tekst of tekstpassage absoluut gezag en woordelijke onfeilbaarheid toeschrijft, geen voeten in de aarde heeft. Er is niet zoiets als ‘dé Bijbel zegt’. De christenen hebben een zich actualiserende traditie; vele visies op een gegroeide tekst.”

Gelooft u nog na twintig jaar Bijbelstudie?

“Die vraag hoor ik vaak en er wordt al eens spottend over gedaan. Er is een evolutie. Ik ben mijn geloof niet kwijt door de studie van de theologie, maar als je geloof vast hangt aan het letterlijk voor waar aannemen van de Bijbel, dan heb je een probleem. Je moet de weg van het demythologiseren bewandelen.

Grijpt God in de geschiedenis in?

“De kern van de Bijbel is dat God ingrijpt in de geschiedenis, in die zin dat hij met mensen begaan is, dat hun lot hem niet koud laat. De vraag is dan wie die God is. Is hij de gewelddadige God van sommige verhalen in de Bijbel? De Bijbelse parabels en teksten zijn mensenverhalen, van mensen voor mensen over een God die niemand ‘vatten’ kan. Wat we weten is een behoedzaam vermoeden. Niemand weet zeker wie of wat God is. Het is de gelovige overtuiging van christenen dat God in liefde betrokken is bij de mensen. En daarom komt hij in sommige Bijbelse verhalen soms ook gewelddadig op voor zijn volk. Vergelijk het met een weekendfilm, met een patroon van goed en kwaad. Als de slechte man die zijn weerloze vrouw slaat, aan het einde verongelukt, zijn we opgelucht omdat we ons in de plaats van het slachtoffer stellen. De Bijbelse verhalen over plagen en uittocht zijn geschreven voor onderdrukte mensen die in Babylon in ballingschap leefden. Ze waren blij en opgelucht te horen dat God gewelddadig was tegen de verdrukkende farao. Vanuit ons perspectief - wij ontwaken elke ochtend voor een lekker ontbijt - is dit bloeddorstig en onsympathiek, maar dit is alleen maar zo omdat wij in die ‘luxepositie’ afstand kunnen nemen. Daardoor zijn we in staat ook het andere perspectief te bekijken. De Bijbel is literatuur geschreven vanuit een theologisch perspectief. Geloven is een keuze.”

Vraag en Antwoord

(Een opkikkertje van Hedwig Van Peteghem)

Waarschijnlijk geniet je elke avond ook van een of andere quiz op tv. Het verbaast me telkens opnieuw hoeveel vragen er kunnen gesteld worden en vooral hoe weinig antwoorden ik ken. De mensen op het scherm weten gelukkig meer. Je zou voor minder, als je ziet welke prijzen eraan vasthangen. Ik vermoed dat ze zich voldoende voorbereiden en lange dagen encyclopedieên en kranten doorbladeren. Logischerwijze gaat het om vragen waar ook een duidelijk antwoord op is: historische data, wetenschappelijke gegevens of wiskundige berekeningen. Hiervoor kunnen we inderdaad voldoende trainen… iets wat ik zelf waarschijnlijk te weinig doe.

Door mijn hoofd gonzen vooral vragen waar geen antwoord op is. Het vervelende - dat zal je zelf ook al ervaren hebben - is dat je toch zoekt, en dat je blijft piekeren en zo veel andere dromen stuk maakt. Tot je moegedubd en blindgestaard de vraag loslaat: machteloos en stil, en daardoor ont-spannen. En dan duikt er een antwoord op, uit een totaal andere hoek en misschien naast de kwestie. Maar er is een oplossing in zicht. Mijn vragen ontstaan uit mijn verwachtingen, waardoor mijn toekomst aan banden gelegd wordt. Maar het leven gaat zijn eigen weg, soms veel ruimer en sterker dan ik had kunnen dromen. Ondertussen blijven nachtmerries mij kwellen. Want welk antwoord is er op ongeneeslijke ziektes, op onrecht en psychisch geweld? Welk antwoord is er op de dood? Ik ken het wel, maar het vraagt een dagelijkse training om dit antwoord te kunnen geven. De prijs is onbetaalbaar. Welke vraag zal God ons stellen als we ons geleasd leven - of een stukje ervan - terug moeten inleveren?

Woordspelingen

(van Renilda)

-Vóór mij uit liep een leuk meisje in shorts en ik versnelde mijn pas. Maar toen ik haar gezicht zag nam ik toch liever de benen.

-Zodra het schoentje past is het uit de mode.

-Een moeder van twaalf kinderen: Buiten verwachting gaat alles goed.

-Sommige nichten solliciteren alleen naar nevenfuncties.

Oorlogsslachtoffers In Mei 1940

Week 2011-38 - Familie Bettens Foto

In Kerk & leven van 31 augustus 2011 schreef ik over Ludovica Bollijn dat zij weduwe was van Antoon Bettens en van Jan Baptist Putseys, en dat zij vier zonen Putseys had.

Lily Lava uit Korbeek-Dijle sprak mij daarover aan en zei mij dat Ludovica Bollijn (of Bolleyn) (zuut Wiske) haar overgrootmoeder was langs de Bettens’en. Ludovica’s zoon uit haar eerste huwelijk, Jan Baptist Bettens (zuten Bruu) (°1898), trouwde met Antonia Philippina (Piene) Lemmens (°1899) uit Korbeek-Dijle, een dochter van Désiré Lemmens (Lemmes) en Pelagie (Pelle) Darche.

Jan Baptist en Philippina kregen een dochter: Julia Bettens (°1919), de moeder van Lily Lava. Julia Bettens was maar zeven jaar oud als haar moeder overleed en zij werd verder grootgebracht door haar grootouders, Lemmes en Pelle, in Korbeek-Dijle.

Lily Lava bezorgde mij ook een oude foto van haar familie (uit het begin van de jaren 1920), genomen aan hun huis, dat nu café ’t Blok is, in Bertem.

Achteraan op de foto, van links naar rechts: Emiel Putseys, de jongste zoon van Ludovica, Ludovica Bollijn, Philippina Lemmens, Jan Baptist Bettens en dan een man die niet geïdentificeerd kon worden - ook het meisje vóór hem is onbekend. Weet iemand wie dat zijn?

Vooraan op de foto: tussen Wiske en Piene: Julia Bettens, en rechts van Piene: Yvonne Dekoning (°1909) (Yvonne van Pië Kuining). Het was Julia Vandeputte, weduwe van koster Jef Maginelle, die Yvonne herkende. In 1925 verhuisde Yvonne met haar ouders naar Veltem. Daar trouwde zij later met de Korbekenaar Marcel Maginelle (Marcel van de Swis) (°1909), een broer van koster Jef Maginelle.

Buiten Jan Baptist had Ludovica Bollijn nog vier kinderen met haar eerste man. Drie van hen stierven op een leeftijd tussen 5 maanden en 5 jaar. Een meisje, (Wilhelmina) Maria (°1901) overleefde. Zij trouwde met Victor Van Santen. Jan Baptist op zijn beurt hertrouwde nog tweemaal na het overlijden van zijn eerste vrouw Philippina Lemmens.

Communicatie

(Een opkikkertje van Hedwig Van Peteghem)

Het is bijna onvoorstelbaar hoeveel mogelijkheden er vandaag de dag zijn om te communiceren, om van gedachten te wisselen of informatie door te geven. Het is een ontzettende vooruitgang dat wij elkaar op elk moment kunnen bereiken en altijd beschikbaar zijn, al was het maar om te vragen welke appels ik moet meebrengen van de supermarkt. Als we ongerust zijn, wanneer iemand van de huisgenoten te lang wegblijft, kunnen we met enkele drukken op de toetsen poolshoogte nemen van de situatie. Terwijl we vroeger maandenlang moesten wachten op een brief uit een ver land, is het nu een kwestie van minuten om met elkaar te spreken. Grenzen en tijd worden met de nieuwe technologieën buiten spel gezet. De enige barrière is het toestel dat we gebruiken en de afstand tussen mensen. Zo’n ontmoeting is altijd onrechtstreeks.

De vooruitgang op vlak van communicatie kan ook de directe ontmoetingen bevorderen, maar niet helemaal vervangen. De elementen die een goed gesprek opwarmen zijn onvervangbaar. Mimiek zegt vaak meer dan woorden. Oogcontact geeft nog een extra dimensie. Om de stilte niet te vergeten. Want die spreekt vaak boekdelen. In een direct contact is er meer tijd: een sfeer om bij elkaar te zijn op goede en minder goede momenten.

Als ik het woord ‘communicatie’ hoor denk ik - misschien zonder reden - aan communicerende vaten. Het is goed dat wij op gelijke golflengte zitten, ook al zit de ene persoon in de put, en de andere niet. Spreken en luisteren is altijd een kwestie van delen… Een beetje zeggen: Dit is mijn lichaam gebroken voor jou: communie in zijn alledaagse vorm.

Woordspelingen

(van Renilda)

-Een man maakt je eerst het hof en leidt je dan om de tuin.

-Alleen als je jarig bent op 29 februari, ben je echt minder-jarig.

-Lazarus kwam uit zijn graf en was opgewekt.

-Er was geen brug meer. De brug was weg: Asfaltweg.

WOS Dinner 2011

Week 2011-37 - Diner WOS 2011

Vrijwilliger, Tof Dat Je Er Bent!

Korbeekkermis 2011 001Korbeekkermis 2011 002Korbeekkermis 2011 007Korbeekkermis 2011 010

Korbeekkermis op zondag 28 augustus 2011 opende met een openluchtmis die alle aandacht schonk aan de vrijwilligers: “Vrijwilliger zijn is gewoon geven wat je in je draagt. Het is een verrijking voor jezelf deugd te hebben aan menselijk contact, je eigen beperkingen te ervaren en te leren aanvaarden, blij te zijn dat je mee mag werken aan de opbouw van een samenleving.”

Als slotgebed baden wij samen:

God van goedheid en vreugde,

Laat ons alle vrijwilligers een warm hart toedragen.

Laat uw geest werkzaam zijn in ons leven.

Moge deze viering een bron zijn van hernieuwde inzet.

Maak ons tot mensen met een groot hart voor elkaar.

Na de mis mocht de kampdans van de Chiro uiteraard niet ontbreken en evenmin het glaasje aangeboden door de Kerkfabriek.
In de namiddag was er de fietszoektocht van de Oud-Chiroleiding, lekkernijen aangeboden door Ziekenzorg, spelletjes van de Landelijke Gilde en van Helping Hands, een springkasteel, optredens van de Koninklijke Harmonie Sint-Cecilia en - om het gastronomisch af te ronden - een barbecue.

Alles samen een fijne dag, zelfs het verfrissende regenbuitje ontbrak er niet aan.

Koppen

(Een opkikkertje van Hedwig Van Peteghem)

Dagelijks worden ze ons voorgeschoteld: de dikke zwarte letters waarmee kleine en grote gebeurtenissen in de verf worden gezet. En ’s avonds krijgen we hetzelfde nog eens in kleur gepresenteerd. Ik kan verkeerd zijn, maar vrij vaak overschaduwen die blokletters onze dosis hoop en enthousiasme. Het zwart van de letters zuigt zich vast op ons netvlies en gaat door de filter van goed afgestelde blikvangers. Is het inderdaad zo dat wij enkel een selectie krijgen van negatief nieuws?

Want er is beter. Achter de grote letters en flitsende beelden gaat een levensverhaal schuil, een verhaal van een moeder of een vader, een verhaal van een gemeenschap, die delen in vreugde en verdriet. Het zijn niet alleen tranen en wanhoop en ontgoochelingen. Er wordt ook nog geglimlacht, er is ook zorg en solidariteit. En dan spreek ik alleen nog maar over die anonieme mensen, die we helemaal niet kennen.

Ook dicht bij ons leven de mensen zo. Misschien zien we van onze buren en wijkbewoners alleen maar de schrale buitenkant, waarover veel gepraat wordt. Maar achter elke deur woont een warm hart dat soms schreit en soms lacht en elke dag opnieuw het beste wil voor anderen en voor zichzelf. Naast de krantenkoppen van elke dag kunnen we niet kijken. Maar misschien kunnen we in het wit tussen de regels het gelaat van een medemens erkennen. Achter de koude berichten is er nog een warme gloed van mensen die leven uitstralen en waar wij kunnen van genieten. Probeer zo maar eens te luisteren en te lezen en te kijken. Dan maakt nieuws ook nieuw.