woensdag 29 september 2010

Uit De Oude Doos - Richtlijnen voor leerkrachten

IN HET JAAR ONZES HEEREN 1872

De leerkrachten moeten iedere dag de lampen bijvullen en de schoorsteen vegen.

Iedere leerkracht moet een emmer water meebrengen en een bak kolen voor de behoeften van de schooldag.

Besteed veel zorg aan het maken van de pennen. Men kan de pennen aanpunten op de manier die het meest gewenst is voor iedere leerling afzonderlijk.

Mannelijke leerkrachten mogen per week één avond besteden aan het werven van een echtgenote, of twee avonden per week indien ze geregeld ter kerke gaan.

Na tien uur aanwezigheid in de school mogen de leerkrachten de resterende tijd besteden aan de lectuur van de Bijbel of andere nuttige boekwerken.

Vrouwelijke leerkrachten die huwen of zich op het slechte pad begeven dienen ontslagen te worden.

Iedere leerkracht zal bij elke uitbetaling een behoorlijk deel van zijn verdiensten opzijleggen om ervan te genieten in de jaren dat hij aftakelt; zo wordt hij geen last voor de gemeenschap.

Iedere leerkracht die rookt, alcohol in enigerlei vorm tot zich neemt, kansspelen bijwoont, herbergen bezoekt of zich laat scheren in een barbierswinkel, zal terecht aanleiding geven tot argwanende bedenkingen over zijn morele opvattingen, over de eerbaarheid van zijn oogmerken, over zijn onkreukbaarheid en rechtschapenheid.

De leerkracht die vijf jaar plichtsgetrouw en zonder fouten zijn taak heeft vervuld, kan een loonsverhoging van 25 cent per week ontvangen, mits akkoord van het Ministerie van Onderwijs.

(*) Deze tekst vond een bediende van het Ministerie van Onderwijs tussen de archieven.