dinsdag 6 april 2010

‘De onverschilligheid overwin je door het verschil te maken’

(Gelezen In Tertio Van 24 Maart 2010)
Uit een interview van Lode Aerts en Emmanuel Van Lierde met de toonaangevende katholieke intellectueel, Enzo Bianchi, de prior van de communauteit van Bose in Italië.
Wat kan de specifieke bijdrage van een katholieke minderheid zijn aan een samenleving die niet warm loopt voor religie?
“Wij leven vandaag binnen een horizon die door onverschilligheid wordt getekend. Die onverschilligheid tegenover religie, christendom en geloof kan alleen maar bestreden en overwonnen worden door een verschil. Ik noem dat graag het ‘christelijke verschil’. Ik bedoel het volgende. Jezus vroeg van zijn leerlingen een heel bijzondere levensstijl wanneer Hij zei: ‘Dit mag bij u niet het geval zijn’ (zie Marcus 10,42-43). Anders gezegd: ‘Leef niet op een mondaine manier’.”
Maar waaruit bestaat dan dat christelijke verschil?
“Het is een alternatieve manier om je leven te leiden. Het gaat om een leven dat zich laat tekenen door gemeenschap, door relatie en broederlijke liefde. Op zo’n manier de christelijke communio beleven kan - zelfs in een minderheidspositie - een betekenis hebben. Het is immers niet zeker dat je een numerieke meerderheid of overmacht moet bezitten om relevant te zijn. Integendeel, we weten historisch maar al te goed dat sommige minderheden erg efficiënt waren. Zij slaagden erin de kwaliteit van het menselijke leven en van het maatschappelijke samenleven te veranderen. De christelijke gemeenschap kan zo een alternatief vormen. Zij kan een weg bieden van humanisering aan de burgerlijke samenleving. Zij kan de instantie worden waarvan velen vandaag de nood sterk aanvoelen.”
Is het grootste gevaar voor het christendom de botsing tussen beschavingen en religies, of veeleer het gebrek aan geloof en navolging van Christus?
“Door de huidige zwakheid van het geloof dreigt van binnenuit het risico op een verdamping van het christendom in het Europa van morgen. Om dat risico in te dijken moeten we terugkeren naar een grammatica van het geloof, meer bepaald naar een kennis van Jezus’ menselijkheid waarin het verhaal van God wordt verteld. Zelfs mensen die doorgaans ongevoelig zijn geworden voor een betoog over God, blijven een zekere sympathie koesteren en een bepaalde interesse tonen voor de mens Jezus. Vandaar dat de dringendste opdracht voor christenen erin bestaat kennis te verwerven en praxis te beleven van Jezus’ menselijkheid.”