dinsdag 16 februari 2010

Nederlandse wetenschappers ‘corrigeren’ evolutieleer van Darwin

(Gelezen In Tertio Van 3 Februari 2010)
Uit een artikel van Jos Vranckx
‘Koude rillingen over de rug van Charles Darwin’ is de titel van het boek van Jan-Hendrik van den Berg , zenuwarts, emeritus hoogleraar fenomenologie en psychologie in Leiden. ‘Koude rillingen’ kreeg Darwin volgens de auteur omdat hij voor sommige verschijnselen geen verklaring vond. Het leek hem onmogelijk het ontstaan van het oog met zijn evolutieleer te verzoenen. Het zien van een pauwenveer bezorgde hem een rilling om dezelfde reden. Toeval en nut alleen lijken niet te volstaan om de vindingrijkheid van de natuur in organen en levensvormen helemaal te verklaren.
In een gesprek kort voor zijn dood zou Darwin (1809-1882) hebben toegegeven dat hij soms “overweldigd” werd door het idee dat in de levende natuur méér werkt dan alleen maar materie, dat de vaak wonderlijke fenomenen een gevolg en uitdrukking zijn van geest. “Niet de genetische en moleculaire programmering ligt aan de basis van evolutie en mutaties, maar het is het ‘strevende leven’ dat de veranderingen in moleculaire programmering teweegbrengt”, zegt Van den Berg. Eerst het leven, dan de stof. Eerst de geest, dan de materie.
Dat niet het samengaan van bepaalde moleculen leven voortbrengt, maar omgekeerd, en dat het leven ervoor zorgt dat die moleculen ‘klikken’, is ook de visie van arts en wetenschapsfilosoof Arie Bos. Zijn boek ‘Hoe de stof de geest kreeg’ werd genomineerd voor de Eurekaprijs 2009 van het beste wetenschappelijke boek in Nederland.
“Er is een duidelijke ontwikkeling in de evolutie, de toename van vrijheid, zowel lichamelijk als in het bewustzijn. En die vindt zijn hoogtepunt bij de mens. Egoïsme en altruïsme ontstaan beide in de evolutie, beide neigingen zitten in onze biologie. Maar de vrijheid om daartussen te kiezen, is alleen de mens toevertrouwd. Dat maakt ons tot morele wezens.”
De auteur verwijst ook naar filosofen als Baruch Spinoza (1632-1677), geen atheïst, maar een mysticus. Spinoza zag de natuur als fysiek lichaam van de geest (of God). De Franse jezuïet en paleontoloog Teilhard de Chardin (1881-1955) zat ook op die lijn. “De geest slaapt in het minerale rijk, ademt in het plantenrijk, droomt in het dierenrijk en ontwaakt in de mens.” Bos sluit zich bij deze visie aan. “De stof heeft nooit de geest gekregen. Het is andersom. De geest heeft de stof voortgebracht, het leven en het bewustzijn. Maar de geest verbindt zich op geen enkele manier zó met de materie als bij het wezen dat vrij genoeg is om zichzelf te sturen: de mens. De mens moest er komen. Het zat er allang in.”
En waar zou deze evolutie naartoe leiden? “Het doel ervan zou kunnen zijn dat de mensheid uiteindelijk in vrijheid kiest voor empathie en altruïsme of, anders gezegd, voor de liefde.”
Tot zover Jos Vranckx, Jan-Hendrik van den Berg en Arie Bos.