dinsdag 16 februari 2010

Bolivië, het gastland van Broederlijk Delen 2010 – deel 1

Week 2010-07 - IMG_2404 Week 2010-07 - IMG_2391

Broederlijk Delen stelt dit jaar Bolivië onder de spots.
Armoede, vervuiling van het water, afsmelten van de gletsjers: het zijn evenveel groeiende problemen.
Maar tweede-kansonderwijs, gemeenschapsopbouw, projecten rond water en politieke drukking trachten daaraan te verhelpen.
In juli en in november 2009 gingen groepen Vlamingen ginds op bezoek. Bij hen was Gard Vermeulen van Korbeek-Dijle. Hij geeft enkele impressies in Kerk+Leven tijdens de veertigdagentijd.

Onthaal bij het inleefgezin

Het avondmaal van brood, kaas en honig wordt overgoten door een zachte kruidenthee.
Vader Eulogio en dochter Almira nemen ons mee uit voor een avondwandeling door het dorp en de landerijen. Haar kinderen, Dario en Roberto, stoeien rond de groep als twee dartele jonge honden. Eerst steken we de rivier over. Hij staat bijna droog, smachtend naar de eerste voorjaarsregen. Onze gastheer spreekt vaak en vol verlengen over die langverwachte buien. Er ligt een rij grove keien doorheen het water. Mijn onbeholpen maar suksesvolle evenwichtsoefeningen wekken de lachlust van de guiten.
In de dorpskom lopen we langs de school en de kerk, langs het telefoon- en telegraafkantoor en langs het gezondheidscentrum.
- "Dit is het hele dorp."
Het positieve is een school met even in de dertig leerlingen tussen de zes en twaalf, een gezondheidscentrum, dat dagelijks open is, met een verpleegster en een dokter, de telefonische verbindingen en de electriciteit, de twee perfecte geasfalteerde banen. In de balans ligt het ontbreken van een markt. Dat zou een plus zijn, zowel voor de verkoop van de eigen producten als voor de aanschaf van wat men verder nodig heeft.
Daarvoor moet men nu naar Tarija, drie uur rijden!

Regen

- No viene lluvia! Er komt geen regen!
- La noche va llover. Vannacht gaat het regenen.
De regen beheerst de gesprekken.
Het is al maanden droog.
Het regenseizoen is al weken te laat.
Vannacht, morgen, we hopen.

De rivieren zijn uitgedroogd.
De sinaasappeloogst dreigt te mislukken.
De bomen verdorren.
Vannacht, morgen, misschien.

De milieuruiters zeggen dat
klimaatveranderingen en broeikasgassen
door mensen veroorzaakt worden.
Ik ben geen specialist.
Ik deel de zorgen en angsten van deze boeren.
Ik kijk mee uit naar de regen.
Vannacht, morgen, altijd.