dinsdag 27 oktober 2009

Voorbij de dood

(Gelezen In Tertio Van 14 Oktober 2009)

Uit een artikel van Emmanuel Van Lierde
VRAAG NAAR CHRISTELIJKE AFSCHEIDSRITUELEN BLIJFT
Voor het laatste afscheid verkiest de overgrote meerderheid van onze bevolking nog altijd een christelijk ritueel. Statistieken tonen aan dat ruim zestig procent van de overledenen een uitvaart in de kerk krijgt en ook in de crematoria verloopt een kleine veertig procent van alle afscheidsplechtigheden christelijk.
Enkele statistische gegevens:
Kerkelijke begrafenissen 1990-2006
Tot 1990 was er slechts een lichte daling. Vanaf dan ging het steil bergaf.
                        1990           2006
-Vlaanderen      88,8%        70,4%
-Wallonië          76,8%        52,8%
-Brussel            60,4%        29,8%
-België              81,4%        61,0%

Het aantal crematies in België steeg spectaculair van 17,2% in 1989 tot 48,1% in 2008. Hier is Vlaanderen toonaangevend. Wallonië loopt zijn achterstand (procentueel) op Vlaanderen langzaam in. In het Gewest Brussel gaat het aantal crematies zelfs achteruit (maar het was en blijft wel het hoogste percentage van het land).

Klein Belgisch Woordenboek

(Gelezen In Tertio Van 14 Oktober 2009)

Uit een bijdrage van G. D’URNAY
ENKELE VRAGEN TEN DIENSTE VAN INTERVIEWERS:
-Had u voorkennis toen u met haar trouwde?
-Is Darwinfundamentalisme ook verwerpelijk?
-Als de integratie van allochtonen in België lukt, gaat men het dan ook proberen met Vlamingen en Walen?
-Is dat geen Belgische contrarevolutie: een Nationale Ploeg die wordt geleid door een eentalige Hollander?
-Is het vanwege al dat voetbalgeweld dat de Rode Duivels nu een advocaat hebben gekregen?
-Een eerlijk man? Is dat niet iemand die nog niet gesnapt is?
-Mijnheer de chirurg, kan de wonde genezen met een voorlopige hechtenis?
-De vraag is: wie moet er brugpensioen krijgen, de Antwerpse burgemeester of Karel Vinck?

Nobel devalueert zichzelf

(Gelezen In Tertio Van 14 Oktober 2009)

Uit een artikel van Jan De Volder
De totaal onverwachte Nobelprijs voor de vrede 2009 voor de Amerikaanse president Barack Obama deed overal de wenkbrauwen fronsen. Niet in het minst die van de gelauwerde zelf, die toegaf: “Ik verdien dit (nog) niet.” Een erg voorbarige prijs, meer een aanmoediging dan een beloning, en dat is niet de eerste keer dat het Nobelcomité zich daaraan laat vangen. Bovendien devalueert de Nobel steeds meer zichzelf en laat het zien wat het is: een tamelijk links-protestants gezelschap, dat veeleer een eigen ideologische agenda volgt. Hoe kun je anders verklaren dat iemand als Joannes-Paulus II de prijs nooit kreeg? Dat nooit een voorvechter van de Europese eenmaking - toch een van de meest succesvolle vredesstichtende projecten ooit - werd onderscheiden?

De Zusters Annonciaden In Korbeek-Dijle – Deel 6

Philomène Van Kildonck bezorgde mij bijgaande foto en ook alle namen van de meisjes die er op staan. Het is de klas van zuster Armella, het vierde tot het achtste leerjaar in het schooljaar 1936-1937.


Steeds van links naar rechts:
Bovenste rij:
-Maria Beyens
-Maria Vanden Eynde
-Maria Poeckens (later annonciade)
-Marie De Greef
-Philomène Van Kildonck
-Jeanne Ruelens
-Maria Vermeulen
-Josine Vandenplas


Tweede rij:
-zuster Armella (de Moeder)
-Irma Vandermueren
-Julia Vermeulen
-Marie Vandermueren
-Aline Coeckelberghs (van aan de Dijle)
-Maria Beersaerts
-Maria Letellier (later annonciade)
-Julia Darche
-Simonne Van Pee
Voorste rij (rechtstaande):
-Maria Monival
-Josée Vranckx
-Elodie Vandenplas
-Amelie Vandermueren
-Wiske Letellier (later annonciade)
-Julia Meulemans (later annonciade)
-Yvonne Beyens
-Bertha Beersaerts
-Irène De Greef


Zittend :
-Bertha De Greef (van den Tie)
-Aline Coeckelberghs (van Warke)
-Mathilde De Greef (van Torre Paal).

Week 2009-44 - Schoolfoto Philomène

De Vlinder

Ik zoek al dagenlang
het rood
voor deze roos,
maar het rood,
dat Hij gebruikte,
heb ik niet
in mijn doos.

Acteur, schrijver en schilder
Toon Hermans (1916-2000)

De Rode Vlinder – Deel 1

Zaventem, zondag 6 april 2003
Negen schenkers aan Damiaanactie vzw
vertrekken op inleefreis naar Bangladesh.
Gard is één van hen.

Duizenden armen, lijders aan tb of lepra,
genezen in een kliniek met De Rode Vlinder.
Zij leven dankbaar verder,
als een broze vlinder.
Sayyed is één van hen.

Deze jongeman vertelt in het boek ‘DE RODE VLINDER’ door Gard Vermeulen. In vier afleveringen zal KERK & leven passages uit het boek publiceren, die de werking van ‘Damiaanactie’ beschrijven. In het spoor van Pater Damiaan, bestrijdt de organisatie vandaag lepra en tb in verschillende landen, zoals onder meer in Bangladesh. Dat is de plek waarin dit verhaal zich ontrolt.

Dacca, maandag 7 april 2003
‘Kijk, daar, daar is hij. Gard! Gá-ard!
Mijn vriend is er, eindelijk.
Vanuit Haluaghat, een gat in het noorden van Bangladesh, ben ik naar hier gekomen, naar Dacca, de hoofdstad. Te voet, met de fiets, een camion, de trein, een riksja. Om hem te zien en om hem mijn land te tonen. Om samen blij te zijn om mijn nieuwe, gave huid en om hem te danken. Want zijn giften zijn mij wel besteed.
Om achter deze tralies een plaatsje te bemachtigen ben ik deze morgen al om vijf uur naar de luchthaven gekomen. Het was nog donker. Ik heb baksjisj moeten geven aan die bewaker met de dikke stok. En aan die militair met zijn zilveren ster. Hier moet je altijd baksjisj geven om wat te bekomen.
Mijn vriend heeft me al gezien, zwaait en komt naar mij toe. Ik steek mijn hand uit, maar hij aarzelt een moment. Hij heeft mijn halve duim gemerkt en mijn gekromde vingers. Ja, het heeft te lang geduurd voor ik in de vlinderkliniek van Damiaanactie terecht kwam. Genezen ben ik. Allah, de Barm¬hartige, zij dank. Maar lepra heeft te lang aan mijn hand geknaagd. Toch worden mijn vingers volgende maand ge¬opereerd. Insj’Allah.
Een ogenblik later klaart zijn gezicht op en grijpt hij lachend mijn hand. Ik ben er hem dankbaar voor. Zijn eerste afschuw begrijp ik. Maar ik vind het fijn ook dat hij mij neemt zoals ik ben. Wij, genezen melaatsen, worden soms uit het dorp gegooid. “Toch is lepra nauwelijks besmettelijk”, zegt de vlinderdokter. En deze vriend stapt kordaat over zijn schrik voor mijn verminking heen.

Jalchatra, dinsdag 8 april 2003
Een gast kwettert en kakelt doorheen de ontbijtvrede. Zij strooit haar beslissingen over de ontwakende hoofden van de andere eters. Twee uur later luisteren ze allen naar dokter Selim, de medische directeur van alle vlinderklinieken in Bangladesh. ‘Vandaag’, zegt de directeur, ‘vinden wij in dit land maar één van elke drie lepralijders.’
‘Toch hebben zijn mensen mij gevonden en genezen! Ik heb hem zelf nooit eerder gezien. Maar hij is mijn grote beschermer.
Ik woon met mijn ouders in een upazilla. Zo heet een unie van enkele dorpen. Op een dag kwam er een voorlichtingsteam aan. Een assistent heeft mij eerst overal bekeken. Dan heeft hij mij op verschillende plaatsen geprikt. Soms kon ik het voelen. Soms niet. “Sayyed, jij hebt lepra”, zei hij. “Dat is heel ernstig.”
Al stribbelde ik tegen, die man heeft me laten behandelen. Hoe ik ook zei dat ik arm was, hij luisterde niet. Hij vertelde me dat alles gratis was. Hoe hij ook aandrong, achteraf ben ik gestopt met pilletjes slikken.
Toen kwam die vuile ziekte terug. Na een paar maanden was ik weer bij hem. Zo gaat het vaak. Dan heeft hij lang naar mijn gekromde hand en weggezworen duim getuurd. Hij heeft mij niets verweten, mij niet toegebeten. Maar hij heeft mij wel naar de kliniek van Jalchatra gebracht. Daar keek een verpleger elke dag toe of ik de geneesmiddelen innam. Zo ben ik er bovenop geraakt. “Vier van elke vijf patiënten genezen”, zegt de dokter.
Ik popelde om het hospitaal terug te zien waar ik genezen ben. Maar het was al diep donker toen we toekwamen. Het welkom was er warm als altijd. Er was een andere directeur!
Hij vertelde de gasten hoe Damiaanactie hier begonnen is. “De Belgische organisatie was al tien jaar eerder samen¬gesmolten uit verschillende kleine actiegroepen tegen melaatsheid, toen ze in 1972 de leprozerie van Jalchatra overnam, die in 1951 door missionarissen opgericht was. Ze is al maar groter geworden en heeft zich ontpopt tot De Rode Vlinder.” “Dat is ons logo”, legt een medewerker uit. “Sinds negen jaar, vanaf 1994, zorgt de Vlinder ook voor tb-patiënten. Die zijn hier veel talrijker!”


Uit het boek ‘De Rode Vlinder
Damiaanactie in Bangladesh’
door Gard Vermeulen.
Dit boek is uitsluitend te koop bij
www.unibook.com
Zoek naar ‘De Rode Vlinder’

dinsdag 20 oktober 2009

Bloedprocessie wordt werelderfgoed

(Gelezen In Tertio Van 7 Oktober 2009)

De bekende Brugse Heilig-Bloedprocessie, die elk jaar uitgaat op Hemelvaartsdag, is geselecteerd voor de zogeheten representatieve lijst van immaterieel cultureel erfgoed van de mensheid van de Unesco. Deze nieuwe lijst is een aanvulling van de Werelderfgoedlijst. De processie lokt telkens meer dan 25.000 toeschouwers. “Materieel of financieel levert zo’n titel niets op, maar het is wel enorm belangrijk voor ons prestige”, zegt Benoit Kervyn, sinds 1988 de coördinator van de processie. (Kerknet)
C.L.

EU-bisschoppen verwelkomen Ierse ‘ja’

(Gelezen In Tertio Van 7 Oktober 2009)

Adriaan Van Luyn, bisschop van Amsterdam, toonde zich als voorzitter van de Raad van bisschoppen van de Europese Unie (Comece) opgetogen over de uitslag van het Ierse referendum. “Wij hopen dat het Verdrag van Lissabon de Europese instellingen efficiënter zal laten werken voor de zaak van de menselijke waardigheid en het algemeen belang.” Volgens de bisschop moeten de garanties die Ierland had gevraagd en gekregen - over het recht op leven, de bescherming van het gezin en het recht van ouders om hun kinderen op te voeden - in alle lidstaten van de Europese Unie worden gevrijwaard.
Van Luyn spreekt nog de wens uit dat de “open, transparante en reguliere dialoog” tussen de EU-instellingen en de kerken, voorzien in het verdrag van Lissabon, de bisschoppen in staat zal stellen om een echte partner te worden van de EU “in alle domeinen waar mensen hopen op rechtvaardigheid en solidariteit”. De Comece organiseert net deze week in het Poolse Gdansk voor het eerst ‘Europese sociale dagen’ die de katholieke visie op de Europese samenleving wil benadrukken.
De Ieren hechtten in het tweede referendum over het Verdrag dan toch hun goedkeuring aan het nieuwe EU-Verdrag, dat de werking van de EU met 27 en meer lidstaten moet vergemakkelijken. Daarmee zijn evenwel nog niet alle moeilijkheden van de baan voor het veelgeplaagde Verdrag. Ook de Tsjechische president Vaclav Klaus en, op termijn, de Britse conservatieven kunnen nog heel wat roet in het EU-eten gooien. (JDV)

De Witloofteelt In Korbeek-Dijle

Willy Criegers bezorgde mij de bijgaande foto’s van de witloofbehandeling bij zijn overgrootouders, Henri en Julie Vermeulen (Haëngke Sik en Jelie), waarschijnlijk kort na de oorlog 1940-45. Op de bovenste foto (het witloof uithalen) herkennen we de man met de hoed, Jules Vermeulen (de Vroei)(zoon van Haëngke en Jelie). Op de middenste foto (het witloof kuisen), van links naar rechts, aan tafel: Yvonne en Maria Beyens (buurmeisjes, dochters van Jet van de Stikker), Julia Vermeulen (kleindochter van Haëngke en Jelie) en waarschijnlijk een meisje van de familie uit Wilsele; achteraan: Julie Vermeulen, Jozef De Greef en Henri Vermeulen. Op de onderste foto (het witloof inpakken): Julia Vermeulen en Jozef De Greef. Op de laatste twee foto’s bemerken we ook nog de toen gebruikte houten witloofbakjes.

Week 2009-43 - Witloof bij Vermeulen

Hilde Marcelis Uit Korbeek-Dijle Parochie-Assistente

“Ik ben sinds 17 augustus 2009 halftijds werkzaam in de parochie Herent als parochie-assistente.
Op zondag 25 oktober om 11 u wordt mijn aanstelling gevierd met een viering en een receptie in de Onze-Lieve-Vrouweparochie te Herent.
Als er vanuit Korbeek-Dijle, Bertem en Leefdaal mensen zijn die graag willen meevieren, zijn jullie van harte uitgenodigd. Mijn hart ligt immers nog steeds in de parochie van Korbeek-Dijle. Mijn aanstelling is dus zeker geen afscheid.
Tot volgende zondag.”
Hilde Marcelis
Van harte gefeliciteerd, Hilde, en veel dank voor al wat je reeds voor Korbeek-Dijle presteerde!
De Parochieploeg

Eén God, drie religies – deel 3

Vandaag laten we Herman Frijlink vertellen over de Kaäba.
De Kaäba is het Heiligdom met de Zwarte Steen van Mekka. Het ligt in het hart van de Grote Moskee. Voor alle moslims is het de heiligste plek ter wereld, zoals de Tempel in Jeruzalem de heiligste plek is voor alle joden. De christenen kennen niet zo’n soort gebouw. De St.-Pieterskerk in Rome komt het dichtst in de buurt, maar dan alleen voor aanhangers van het rooms-katholieke geloof. De Kaäba en de Zwarte Steen vormen het doel van de hadji, de bedevaart waartoe de Koran elke gelovige verplicht.
De Kaäba is 15 meter hoog en heeft een oppervlakte van 10 bij 14 meter. Het interieur bestaat uit drie pilaren en een aantal zilveren en gouden lampen. In de oosthoek ligt de Zwarte Steen. Deze bestaat uit drie stukken als gevolg van een brand in 683 tijdens het conflict over de opvolging van Mohammed. De delen worden in hun oorspronkelijke vorm bijeengehouden door een ring van steen met daaromheen een zware zilveren band. De overlevering wil dat Adam deze steen meekreeg om vergeving voor zijn zonden te krijgen, toen God, Allah, hem verbande uit het paradijs. Het verhaal gaat dat de steen, oorspronkelijk wit, zwart is geworden door de zonden op te nemen van de talloze pelgrims die de steen hebben gekust en aangeraakt. Deze aanrakingen zijn onderdeel van de rondgang rond de Kaäba, die elke pelgrim zeven keer moet maken.
GESCHIEDENIS
De geschiedenis van de Kaäba sinds het ontstaan van de islam is tot in de puntjes beschreven. Veel minder is bekend over de periode die daaraan voorafging. Zeker is wel dat het gebouw, voordat de islam ontstond, diende als heiligdom voor verschillende goden, precies zoals dat het geval was in Kanaän, toen het volk van Israël er ging wonen en Mozes zijn volk de verering van de enige ware God, Jahweh, bijbracht.
Dat de monotheïstische godsdiensten naast de verschillen veel overeenkomsten vertonen is terug te vinden in de taal. Zo is ‘el’ in bijna alle Semitische talen, dus ook het Arabisch en het Hebreeuws, het oudste woord voor god. Een ander voorbeeld is de Assyrische en Babylonische vruchtbaarheidsgodin Ishtar. Dat is de godin die in de joodse en christelijke Bijbel de naam Astarte draagt, een vloek in de ogen van de Hebreeuwse profeten, omdat ze hoorde bij het gesmade veelgodendom en omdat ze een geduchte concurrente was van de enige ware god Jahweh.
In Arabië was dat niet veel anders. Voordat de profeet Mohammed de islam stichtte kenden de inwoners van heel Arabië Al-Ilat, in het Arabisch de Godin. In sommige streken stond ze bekend als de metgezel van Allah, de God, in andere stond ze te boek als zijn dochter. Al-Ilat vormde een trio met Al-uzza, de machtige, en Manat, het lot. Veel van de toenmalige bewoners van Arabië dachten dat deze goden en godinnen dezelfde waren als die van de Grieken en de Romeinen. Zo verbonden ze de verering van Al-uzza aan die voor de Griekse godin Aphrodite en de Romeinse Venus, de godin van liefde en vruchtbaarheid. En Manat werd dezelfde als Nemesis, een wraakgodin. Ze staan vernoemd in de Koran, soera 53: 19-22. De Koran zegt verder dat Abraham en zijn zoon Ismaël de bouwers van de Kaäba waren.
Toen Mohammed in 630 Mekka veroverde beval hij de verwoesting van alle goden- en godinnenbeelden. Ook maakte hij van de Kaäba de officiële gebedsinrichting, de qibla, in plaats van de Tempel in Jeruzalem. In 692 herbouwde Kalief Abdoel Malik het gebouw. Een van zijn opvolgers voorzag het van de Kiswa, een zwart kleed bestaande uit acht gordijnen met daarop in gouden letters de bekende eed van de moslim, ‘Er is geen God dan Allah en Mohammed is Zijn Profeet’. Sultan Moerad IV herbouwde de Kaäba in 1629 omdat het in 1611 beschadigd was door een overstroming. Het gebouw kreeg toen ook twee Kiswas, een rode bedekt door een zwarte. Deze worden elk jaar vervangen. De laatste versieringen met gouden motieven en inscripties van Korancitaten dateren van 1976.
Tot zover Herman Frijlink.
C.L.

dinsdag 13 oktober 2009

De Zusters Annonciaden In Korbeek-Dijle – Deel 5

Bijgaande foto is de kleuterklas van zuster Richarda tijdens het schooljaar 1944-45.
Op de foto, steeds van links naar rechts:
Bovenste rij:
-Jules Verstraeten
-Leonard D’Hondt
-Edgard Pelgrims
-Edgard Vermeulen
-Willy Coopmans
-Felix Vanderveken
Tweede rij:
-Jan Kriegels
-Emiel Kriegels
-Maria Berthels
-Fienke Dekelver
-Elisa Darche
-Mathilde Winnepenninckx
-Hilda Van Caudenberg
-Lisette Van Pee
Derde rij:
-Lea De Bontridder
-Odette Mommaerts
-Christiane Van Geel
-Jeannine Berthels
-Sieke Vanderwegen
-Jeannine Kriegels
-Jean Letellier
-Frans Letellier
Voorste rij:
-Theo Van Geel
-Sylvain Lava
-Mariette Beersaerts
-Victor Harlophe
-Victor Devan.

 

Week 2009-42 - Schoolfoto Kleuterklas 1944-45

Godsdienstvrijheid nog geen feest waard

(Gelezen In Tertio Van 30 September 2009)

Uit een artikel van Jeroom Heyndrickx
Scheutist Jeroom Heyndrickx zag de kerk in China de jongste decennia evolueren. Het klimaat voor religies is verbeterd, maar ideaal is de situatie nog lang niet.
Op 1 oktober herdenkt China dat Mao Zedong zestig jaar geleden op het Tienanmenplein voor een massa juichende Chinezen de oprichting van de volksrepubliek afkondigde. Alle Chinezen stonden toen achter Mao, eenvoudigweg omdat ze de corruptie beu waren en in hem de redder zagen die een einde zou maken aan 150 jaar uitbuiting door Japan en de westerse koloniale machten. Maar Mao maakte zijn rol van redder niet waar. De echte ‘sprong voorwaarts’ kwam er pas na zijn dood in 1976 door het ‘open beleid’ van Deng Xiaoping. Dat leidde tot de snelle economische vooruitgang van China die heel de wereld verbaasde en zijn toppunt bereikte met de Olympische Spelen vorig jaar. In zestig jaar tijd ontwikkelde het land van een miserabele gesloten cocon tot een wereldmacht die relatieve welstand kent en samenwerkt met alle continenten. Dat viert China terecht op 1 oktober. Maar kan de kerk in China meevieren?
Wat mensenrechten betreft, staat China ver achter, vooral dan in godsdienstvrijheid: christelijke gemeenschappen, bisschoppen of priesters worden mishandeld en gevangen gezet zonder enige vorm van proces. Tijdens de Olympische Spelen kregen tientallen ‘ondergrondse’, dus niet erkende bisschoppen en priesters huisarrest om alle contact met buitenlanders te beletten. Ook tijdens de voorbereiding voor de viering van zestig jaar volksrepubliek werd honderden hun identiteitskaart ontnomen zodat ze onmogelijk naar de stad konden reizen. Honderden anderen werden gewoon gearresteerd.
Toch moeten we in alle objectiviteit toegeven dat China, zelfs in godsdienstvrijheid, merkwaardige vooruitgang maakte. Maar buiten China is het nauwelijks geweten. De spanning is vandaag weg. Er zijn nu zesduizend kerken open in China, naast twaalf grootseminaries en zestig noviciaten waar priesters en religieuzen worden opgeleid. Ik geef daar al jaren pastorale theologie en doceer vrijmoedig, ook over de paus. In elk bisdom worden met Pasen en Kerstmis honderden volwassenen gedoopt. Elke zondag zitten de kerken in Peking bomvol. ’s Namiddags komen honderden jonge mensen bidden en enthousiast hun geloof uitzingen. Je hoort van hen de meest oprechte en indrukwekkende geloofsgetuigenissen. Dat bevestigt dat veel Chinezen openstaan voor het christelijk geloof en dat ook de overheid, niettegenstaande de bestaande tekorten, vooruitgang boekt. Maar de ondergrondse kerkgemeenschap blijft geconfronteerd met mishandeling door gebrek aan dialoog. Dat maakt dat de kerk niet echt kan meevieren.
Tot zover pater Jeroom Heyndrickx.
C.L.

Danken voor pater Damiaan in Koekelberg

Op zondag 18 oktober vindt in de Nationale Heilig Hartbasiliek in Koekelberg een feestelijke eucharistieviering plaats waarin kardinaal Danneels voorgaat in concelebratie met alle Belgische bisschoppen. Het wordt een dankviering voor de man die velen blijft aanspreken, ook honderdtwintig jaar na zijn dood. Pater Damiaan leefde in de tweede helft van de negentiende eeuw en toch blijven mensen naar hem opkijken in bewondering en waardering. Honderdtwintig jaar na zijn overlijden is hij heilig verklaard door paus Benedictus. Zijn heiligverklaring op 11 oktober in Rome is de officiële bevestiging van wat veel mensen in hun hart al dachten.
De eucharistieviering op 18 oktober begint om 15 uur in de basiliek van het Heilig Hart in Koekelberg. In die viering wordt dieper ingegaan op de vraag naar de bron van Damiaans heldhaftigheid. Tegelijk zal men de Heer danken voor Damiaan. Het wordt een hulde van velen aan pater Damiaan, die mensen blijft oproepen om zich in te zetten voor de armen. Het wordt een dankviering voor zijn diep vertrouwen in God, die zijn kracht was om solidair te blijven met de melaatsen.
Iedereen is welkom in deze plechtige viering in de basiliek. (kerknet)

Eén God, drie religies – deel 2

Vandaag laten we Herman Frijlink verder vertellen over Abraham en zijn zonen.
ABRAHAM IN DE KORAN
De Koran verwijst herhaaldelijk naar de geschiedenis van het offer van Abraham evenals naar vele andere gebeurtenissen in de christelijke en joodse heilige boeken. Abraham heet voor moslims Ibrahim. Hij komt in maar liefst vijfendertig hoofdstukken aan de orde. De Koran noemt hem Al Chalil, de Vriend van God. Hij is de eerste van de gelovigen in de Enige ware God. In die zin was hij de eerste moslim. Letterlijk betekent dat: ‘iemand die zich overgeeft’. Het is afgeleid van islam dat ‘oveergave’ betekent. Ook staat hij bekend als ‘hanif’. Dat is te vertalen als iemand die niet bij de afgodendienaars hoort, dus monotheïst is. En zo werd Abraham, de stamvader van Israël, de aartsvader van de drie grote monotheïstische religies.
ISAÄK
De tweede aartsvader, de enige zoon van Abraham en Sara, vader van Jacob en Esau. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat hij geleefd moet hebben tussen de 18de en de 16de eeuw v.C. De naam Isaäk is een verbastering van het Hebreeuwse Yitzchak en betekent ‘hij lachte’. In het Arabisch luidt de naam Ishaq.
Zijn naam is een zinspeling op het Bijbelverhaal dat ‘Sara lachte’ toen Abraham haar op gezag van God vertelde dat ze een kind zou krijgen. Ze was toen als 90-jarige immers ver voorbij de leeftijd waarop ze kinderen kon baren. Later zou het leven van haar zoon Isaäk op het spel staan omdat Jahweh Abraham gelastte zijn zoon te offeren. Pas toen deze op het punt stond dit te doen greep Jahweh in en vroeg Abraham een ram te offeren in plaats van zijn enige zoon.
Het christendom ziet in dit verhaal vooral een teken van Abrahams geloof en gehoorzaamheid. Het jodendom ziet het verhaal als een bewijs van Gods genade. De islam ziet Isaäk als een belangrijke profeet. De Koran vermeldt hem 15 keer. Dit heilige boek kent wel het verhaal dat Abraham het bevel van God kreeg om zijn zoon te offeren, maar noemt geen naam. Vlak na het ontstaan van de islam waren de geleerden het niet eens over de vraag of de zoon in het verhaal nu Isaäk heette dan wel Ismaël. Tegenwoordig zijn de moslims er van overtuigd dat het Ismaël moet zijn geweest.
ISMAËL
Zoon van Abraham en Hagar, de Egyptische slavin van Abrahams vrouw Sara. Hij moet hebben geleefd ergens tussen de 18de en 16de eeuw v.C. Zijn naam betekent in het Hebreeuws ‘God hoort’. Dat is een zinspeling op het verhaal dat God Hagars gebed verhoorde door een bron in de woestijn te laten ontspringen omdat Ismaël door watergebrek dreigde om te komen.
Ismaël komt twaalf keer voor in de Koran. De islam ziet hem als een belangrijke profeet. Net als de Bijbel en de Tenach kent de Koran ook het verhaal van Gods opdracht aan Ibrahim, Abraham, om zijn zoon te offeren. De Koran vertelt weinig details maar verhaalt wel dat Ibrahim droomde dat hij zijn zoon moest offeren, ook al wordt niet duidelijk of het om Ismaël dan wel Isaäk gaat. Tegenwoordig zijn de moslims er van overtuigd dat het Ismaël moet zijn geweest.
De joodse overlevering en die van de islam zien Ismaël als de stamvader van de Arabieren. Hij trouwde een Egyptische vrouw en kreeg twaalf zonen. Volgens de islam stamt Mohammed af van Ismaël. Deze, zo gaat het verhaal, herbouwde samen met zijn vader Abraham de Kaäba op de fundamenten van de eerste Kaäba, gebouwd door Adam.
Tot zover Herman Frijlink.
Volgende week meer over de KAÄBA.
C.L.

dinsdag 6 oktober 2009

Bloemen

Dat ik de bloemen zie zo blij en bont
komt door de kleuren op de achtergrond,
daar staan verdriet en armoe,
al de sores van mijn leven,
zij hebben aan de bloemen kleur en glans gegeven.

Acteur, schrijver en schilder
Toon Hermans (1916-2000)

Kinderviering 11 oktober 2009

Week 2009-41 - Affiche Kinderonthaal 11.10.2009

‘CDH is christelijker dan PSC destijds’

(Gelezen In Tertio Van 23 September 2009)
Uit een vraaggesprek van Jan De Volder met Joëlle Milquet, vice-eerste minister en voorzitter van de Franstalige christendemocraten.
Joëlle Milquet is wellicht de machtigste vrouw van het land, maar alleen haar naam al doet menig Vlaming knarsetanden. Toch moeten vriend en vijand toegeven dat zij, ondanks een soms chaotische aanpak, haar slagen thuishaalt. Tien jaar geleden werd onder haar impuls de vermolmde PSC omgevormd tot CDH - Centre démocrate humaniste. Ze bestuurt die partij nog altijd als een ‘one woman’s party’ en een eventuele opvolger verandert daar wellicht weinig aan. Haar partij, nochtans pas de vierde grootste in Franstalig België, neemt deel aan de macht op federaal, gewestelijk en gemeenschapsniveau en vaak met zwaarwegende ministerportefeuilles.
Tien jaar geleden veranderde u de PSC in CDH. De ‘C’ staat niet langer voor ‘chrétien’ maar voor ‘centre’. Hoe kijkt u er op terug?
“Ik heb er allesbehalve spijt van. De PSC was totaal gescleroseerd. Ik ben er trouwens van overtuigd dat het CDH de christelijke waarden meer uitdraagt en beleeft dan de PSC destijds. De ‘c’ stond in de titel, maar het was vaak een bourgeoispartij, van de weldenkende rechterzijde. Wij hebben een veel socialer programma en is dat niet christelijk?”
Kwatongen zeggen: de CDH staat zelfs links van Ecolo.
“Ach, aan die etiketten links of rechts heb ik lak. Ja, wij willen een sociale partij zijn, het behoud van de sociale zekerheid is voor ons belangrijk. Maar als het op werk aankomt, de activering van werklozen of de verplichte minimumdienst bij stakingen in de openbare sector, staan wij dichter bij de MR dan bij de PS. Ook in de ethische debatten zijn we helemaal niet laks. We zijn tegen de legalisering van cannabis. In het debat over ‘homoparentalité’ - adoptierecht door homoseksuele paren - waren wij de partij die misschien het meest bezorgd was over de rechten van het kind. Ook in het jeugdrecht: natuurlijk zijn we voor preventie, maar je moet ook durven sancties te nemen. Wie denkt dat wij laks zijn, vergist zich. Ikzelf ben veeleer normatief.”
Tot daar het vraaggesprek.

Eén God, drie religies – deel 1

Vandaag laten we Herman Frijlink vertellen over Abraham.
Abraham is de eerste van de aartsvaders. Hij is voor de gelovigen van jodendom, christendom en islam zo belangrijk dat deze drie godsdiensten samen ook bekend staan als de Abrahamitische religies. De meeste geleerden zijn het er over eens dat hij geleefd moet hebben tussen de 18de en de 16de eeuw v.C. Zijn naam betekent in het Hebreeuws ‘Vader is verheven’. In het Arabisch heet hij Ibrahim. Abraham, aanvankelijk Abram geheten, was afkomstig uit de toenmalige stad Ur. Dat lag in Mesopotamië, tegenwoordig Irak, in het dal van de Eufraat, ten zuiden van het huidige Nasriya, dicht bij de Perzische Golf. Abraham hoorde bij een volk dat bekend is gebleven als de Hebreeën.
ABRAHAM IN DE BIJBEL
Volgens het verhaal van de Bijbel trok hij met zijn familie langs de Eufraat naar het noorden tot hij arriveerde in Haran, een handelscentrum in het noorden van Aram, het huidige Syrië. Op aanwijzen van God reisden hij en zijn familie naar Kanaän, nu Palestina, tot Sichem, nu Nabloes. Omdat er hongersnood in het land was trokken ze verder naar Egypte. Maar daar raakte Abraham in moeilijkheden omdat de farao, de koning van Egypte, Abrams vrouw Sara zo mooi vond dat hij met haar wilde trouwen. Daarop reisde hij met zijn familie terug naar Kanaän. Hij vestigde zich in de buurt van Hebron. Abram en Sara konden aanvankelijk geen kinderen krijgen. Daarom kreeg Abram op aansporen van Sara een kind bij haar Egyptische slavin Hagar. Dat was zijn zoon Ismaël. Toen Abram 99 jaar oud was en Sara 90 zei God dat Abram voortaan Abraham zou heten. Hij beloofde hem dat hij de vader van vele volkeren zou worden, mits hij in God zou geloven als de enige ware god en hem onvoorwaardelijk zou vertrouwen. Ongeveer een jaar later kregen Abraham en Sara hun zoon Isaäk. Het verbond van God met Abraham is te zien als symbool voor het ontstaan van het monotheïsme, het geloof in één god, als reactie op het polytheïsme, het geloof in meer goden.
Voortaan bestond er dus een verbond tussen God en Abraham. Als zichtbaar teken van dat verbond gebood God Abraham dat hij zichzelf en alle mannelijke leden van zijn huishouden moest besnijden en dat hij en zijn nakomelingen voortaan alle mannelijke baby’s moesten besnijden zodra ze acht dagen oud waren.
Niet lang nadat Abraham Hagar en Ismaël had weggestuurd stelde God Abrahams geloof op de proef. Hij eiste van hem dat hij Isaäk , zijn enige zoon, zou offeren aan God. Abrahams geloof in God was zo groot dat hij de daad bij het woord wilde voegen. Maar net had hij zijn zoon op het altaar vastgebonden en het mes geheven om hem te slachten, toen God ingreep en zei dat hij zijn geloof in God nu afdoende had bewezen en dat hij in plaats van zijn zoon een ram moest offeren. Het jodendom gebruikt het woord ‘binden’ in plaats van ‘offeren’.
Veel geleerden menen dat dit verhaal laat zien hoe dierenoffers de plaats moesten innemen van mensenoffers, die toentertijd niet ongebruikelijk waren bij godsdiensten van naburige volken.
Tot zover Herman Frijlink.
Volgende week meer over: ABRAHAM IN DE KORAN, over ISAAK en over ISMAEL.
C.L.

Vlaanderen telt vijf nieuwe seminaristen

(Gelezen In Tertio Van 23 September 2009)
Uit een artikel van Jos Vranckx en Emmanuel Van Lierde
Drie seminaristen beginnen de opleiding tot priester aan het interdiocesane Johannes XXIII-seminarie in Leuven. Het grootseminarie van Brugge verwelkomt twee nieuwe kandidaten. De Vlaamse kerk heeft met die vijf evenveel nieuwe seminaristen als vorig jaar. De kandidaten zijn afkomstig uit het vicariaat Vlaams-Brabant (een) en de bisdommen Gent (een), Hasselt (een) en Brugge (twee). Vorig jaar waren ze afkomstig uit Brugge (drie), Hasselt (een) en Antwerpen (een). In Franstalig België zijn er acht of negen nieuwkomers: drie in het bisdom Luik, twee in het diocesaan seminarie van Namen en drie of vier in het Redemptoris Materseminarie van het neocatechumenaat, eveneens in Namen. In Mechelen-Brussel en Doornik zijn er geen. In Nederland met nauwelijks meer ‘sociologische’ katholieken dan Vlaanderen, zijn 29 kandidaten aan hun priesteropleiding begonnen, evenveel als de piek van 2006. Daar zijn acht buitenlanders bij en twee monniken.
Tot zover de overname uit het artikel.