woensdag 22 juli 2009

Cafe “In ’T Oud Huis”

Op de Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden van graaf de Ferraris, opgemaakt van 1771 tot 1778, de eerste stafkaart van onze gewesten, bevindt zich reeds een huis aan de kerk van Korbeek-Dijle op de plaats waar nu het café “In ’t Oud Huis” staat.

Volgens de Atlas van de Buurtwegen (1845) was dat bebouwd domein van 27a50ca in 1845 eigendom van de erfgenamen van Engelbertus Coeckelberghs, geboren te Egenhoven in 1739 en te Korbeek-Dijle getrouwd in 1768 met Maria Theresia Van Kildonck (°Korb.D.1742/ +Korb.D.1816).

Volgens de kadasterkaart van Popp (1854) was het domein in 1854 eigendom van Franciscus (1799-1871) en Victoria (1806-1874) Van Cleynenbreugel. Waarschijnlijk hebben de erfgenamen van Engelbertus Coeckelberghs het domein verkocht aan die twee telgen (broer en zus) van het geslacht Van Cleynenbreugel. Meer over het geslacht Van Cleynenbreugel kun je lezen in het artikel “Wie was Julienne?” in mijn boek “Een Geschiedenis van Korbeek-Dijle” op blz.153.
Victoria Van Cleynenbreugel trouwde in 1855, op 49-jarige leeftijd, met Jan Baptist Neige (°Leuven 1808), een vondeling, die koetsier was bij Remy Prosper Honnorez. Zij installeerden zich op het domein aan de kerk en hielden er café.

Na het overlijden van Victoria in 1874 en van haar man in 1875 kwamen Joannes Vanden Plas en zijn vrouw Maria Theresia Sevenants met twee kinderen wonen in het huis.

Alfred Honnorez (1849-1906) heeft dan waarschijnlijk het domein gekocht en hij is er met zijn vrouw Josephine Fagot (1853-1911),  hun kinderen en zijn schoonmoeder, Elisabeth Morris, begin van de jaren 1880 gaan wonen.

Rond 1890 is de schoonbroer van Alfred Honnorez, Désiré Fagot (Reike Mandus) (1858-1900) en zijn vrouw Marie Vermeulen (Merie van Reike) (1863-1924) er dan ingetrokken. Zij hielden er opnieuw café. Men sprak toen van “baë Merie va Reike”. Désiré Fagot en Marie Vermeulen hadden vijf kinderen: Justine, van wie het huwelijk met Fei Toik op de klippen is gelopen tijdens de oorlog 14-18, Leon, die tolbeambte werd, Jules (de Parre), Hubert (den Bekker va Merie va Reike) en Edmond (de Moik), die trouwde met de Leefdaalse Victorine Van Beethoven. Nadat zij weduwe was geworden nam Marie Vermeulen nog een kind aan van haar overleden zus, Engelbert De Greef (den Tie). In 1914 verhuisde Marie Vermeulen, landbouwster, winkelierster en herbergierster, met haar gezin naar de Sint-Jansbergstraat nr.64 in Heverlee.

Hun plaats in het huis met winkel en café aan de kerk werd ingenomen door een zoon van Alfred Honnorez, Clement Honnorez (°Korb.D.1884), handelsbediende, en Antonette Rondou (Netteke Rondoe) (°Oud-Heverlee 1881) met hun drie kinderen geboren in Oud-Heverlee: Margriet (°1909), René (°1910) en Angèle (°1912) en met de vader van Netteke (°1853). Zij kwamen van de Bogaerdstraat nr.5 in Oud-Heverlee. In maart 1914 werd in Korbeek-Dijle hun vierde kind, Yvonne, geboren. In augustus brak de Eerste Wereldoorlog uit. Clement werd gemobiliseerd en is “voor België gestorven” te Amersfoort in Nederland op 3.12.1914. Antonette Rondou moest het nu alleen rooien, gelukkig geholpen door haar vader. Winkel en café werden “baë Netteke Rondoe”.
In 1934 vertrok Antonette Rondou met haar jongste twee dochters, in het voetspoor van haar zoon René - sergeant tijdens zijn legerdienst - naar Machelen. De oudste dochter, Margriet, had reeds eerder het ouderlijk nest verlaten richting Heverlee. Zij werd later de exploitante van de schoenwinkel Eddy in de Diestsestraat te Leuven.

Als uitbaters van café en winkel werd Netteke Rondoe onmiddellijk opgevolgd door Henri Verstraeten (1906-1992) en Jeannette Vandezande (1907-1987). Het café werd dan “baë Rik Verstrote” of “baë Jeannette” en de winkel “baë Jeannette”. Het café was toen veel kleiner dan nu. Een deel van het huidige café was kruidenierswinkel en een ander deeltje vergaderlokaal.
Week 2009-30 - Prentkaart café bij Jeannette zuiver
Op de oude prentkaart staat Jeannette in de deur van haar winkel. De man met de fiets is een van de broers Van Kildonck die in het Brouwershuis woonden (waarschijnlijk Frans). En aan het enige venster langs de zijde van de Kerkstraat van het toenmalige café leunt Armand Vancampenhout tegen de muur.
Rik en Jeannette hadden geen kinderen. Rond Nieuwjaar 1970 verhuisden zij naar de Kerkweg nr.4 (nu Kostersberg).
Week 2009-30 - Café In 't Oud Huis foto 002
In 1970 werden Roger Vanderzeypen en Lisette Letellier de uitbaters van het café. Vader Charel Letellier heeft als bekwaam vakman het huis sterk verbouwd en mooi gerestaureerd. Het café werd zeker tweemaal zo groot als voordien. De naam “In ’t Oud Huis” is door Charel, Roger en Lisette aan ’t café gegeven en op de voorgevel en op de gevel langs de kant van het kerkplein aangebracht. In de omgang is het café niettemin “baë Lisette”, sedert vele jaren het enige café in Korbeek-Dijle.

Cyriel Letellier

GELEZEN IN TERTIO Van 24 Juni 2009

1.QUOTE VAN DE WEEK
“De islam op zich stoort me niet. Net zoals het katholieke geloof me niet stoort. Ik ben vrijzinnig maar geen antikatholiek. Vrijheid blijheid. Ik heb geen enkel probleem met vroomheid. Integendeel. Ik vind dat religie in sommige samenlevingen een stabiliserende invloed kan hebben.”
(Radiojournalist en Midden-Oostencorrespondent Jef Lambrechts in De Morgen van 20 juni)
2.MEER DAN 400.000 PRIESTERS
In tegenstelling tot de trend in Europa neemt wereldwijd het aantal priesterroepingen toe. In 2006 waren er 407.262 priesters, onder wie 33.478 Afrikanen, 121.119 uit Noord-, Zuid- en Midden-Amerika, 51.281 uit Azië, 196.653 uit Europa en 4.731 uit Oceanië. Het persagentschap Fides publiceerde de cijfers bij het ‘Jaar van het priesterschap’, dat vorige week van start ging. Uit het cijfermateriaal blijkt dat de groei te danken is aan Afrika (van 25.279 in 1997 naar 33.478 in 2006) en Azië (van 40.441 naar 51.281 in dezelfde periode). Het Amerikaanse continent kende een status-quo, terwijl het aantal priesters in Europa afnam. Een priester is gemiddeld verantwoordelijk voor 12.739 gelovigen, al zijn er daarin grote verschillen tussen bisdommen en regio’s. In Nederland lanceerde aartsbisschop Wim Eyk een ‘twittercampagne’ en de website www.jaarvandepriester.nl om voor nieuwe roepingen te bidden. (Kerknet)
C.L.

Oogst

Een OPKIKKERTJE van Hedwig Van Peteghem
Terwijl wij genieten van het mooie, maar ook van het minder mooie weer, maakt de natuur er grondig werk van om de vruchten te laten rijpen. De landbouwers zetten zich klaar om aan de oogst te beginnen. De verwachtingen zijn vanzelfsprekend groot want hoe meer hoe liever.
Toch leert de oogst mij ook om te relativeren. De inspanning van de landbouwer beperkt zich tot het zaaien en het bestrijden van onkruid. Meer kan hij niet doen, tenzij hopen en gespannen afwachten. Al de rest gebeurt buiten zijn toedoen.
Zou mijn eigen moeite, mijn inspanning en bezorgdheid niet volgens dezelfde wetmatigheid verlopen? Wat ik doe voor mijn kinderen, voor de mensen rondom mij, in mijn vrije tijd of op mijn werk is een kleine bijdrage in vergelijking met het resultaat dat ik verwacht of krijg. Al de rest gebeurt als vanzelf. Met andere woorden, ik ben niet in staat iets te doen groeien. Ik zaai wat en wied een beetje en geef wat voeding. Dat zou voldoende moeten zijn.
Zo neem ik deel aan het grote gebeuren van het Leven. Mijn aandeel is noodzakelijk, maar niet het grootste. Anders gezegd, in alles wat ik doe ben ik niet de schepper of de producent. Mijn klein deeltje maakt het geheel alleen maar mogelijk.
Zou dat niet de rustgevende kracht van het geloof zijn? We moeten niet veel doen. Tegen alle economische wetmatigheden in, zal mijn gave, mijn zorg, mijn luisteren en mijn gebed vruchtbaar zijn. Hoe klein mijn inspanningen ook zijn, de oogst is er omgekeerd evenredig mee. Het grootste wat een mens kan geven is zijn eigen leven. En zoals het verhaal van Jezus ons duidelijk maakt: daar kan je de wereld mee redden. De spreuk ‘Ik doe mijn best, en God de rest’ mag je dus ernstig nemen.
Tot zover Hedwig Van Peteghem.
C.L.