woensdag 21 januari 2009

Weerspreuk: Sint-Agnes En Sint-Vincentius

21 en 22 januari: Als Agnes en Vincentius komen, Is er nieuw sap in de bomen.
Sint-Agnes
Van de beroemdste bloedgetuigen - Laurentius, Sebastiaan, Cecilia en Agnes - komt Agnes als laatste. Zij verbindt de tijd van het martelaarschap met die waarin de maagdelijkheid dat oude ideaal aflost en draagt daarom zowel een palmtak als een lam, het attribuut der maagden.
Voor onze begrippen was zij met haar dertien jaren nog een kind, maar volgens de Romeinse zede, begin vierde eeuw, naderde zij de huwbare leeftijd. Er daagden ook al kandidaten op, hoewel zij niets van hen wilde weten omdat zij haar jonge leven aan God had gewijd. In hun ijdelheid gekwetst gaven de vrijers haar aan, wat de rechter in verlegenheid bracht - een strafzaak tegen zo’n pril meisje was beschamend. Hij begon daarom met overreden, met vleien, met dreigen, en toen dat zonder uitwerking bleef verkoos hij een vernedering boven een vonnis. Onder de tribunes van een stadion lag een wirwar van bordelen, waar hij Agnes naakt op een kruising van gangen liet zetten. Na twee, drie klanten zou dat kalverachtige kuisheidsgedweep wel voorbij zijn. Maar in een oogwenk groeiden de lokken van Agnes tot op de grond, nog wel met zoveel ooggetuigen erbij, dat heel Rome het te weten zou komen. Dat moest de rechter voor zijn en terstond liet hij haar de brandstapel bestijgen waarvan het vuur echter keer op keer in flauwe vonkjes doofde, zodat zelfs de beulen onzeker werden. Ten einde raad gaf de rechter een teken en daar rende de verbetenste beul de houtmijt op, dolk in de vuist, om met moeite in dat tengere lichaam een plek voor het lemmet te vinden. Een steek in haar hals sneed Agnes’ leven af.
Ook doordat kort daarna de vervolging verflauwde, sprak haar gelofte van kuisheid de mensen sterk aan. Haar tombe, gedeeld met haar gestenigde vriendin Emerentia, trok miljoenen pelgrims en op haar feestdag staat het in de grafkerk nog zwart van de gelovigen. Dan wordt er een groepje pasgeboren lammetjes gewijd, de eerste van het jaar, en vervolgens mogen kloosterzusters de beestjes naar hartenlust verwennen tot het scheren van de eerste wol. Zij is bestemd voor de pallia, wollen stroken die patriarchen en aartsbisschoppen over de schouders worden gelegd als teken van hun waardigheid - en als gedachtenis aan de jonge jaren van de Kerk met Agnes als laatste heldin.
(Uit Alle Heiligen van Wim Zaal; volgende week komt Sint-Vincentius aan de beurt) C.L.