woensdag 27 augustus 2008

Weerspreuk: Sint-Augustinus

28 augustus: Op Sint Augustijn
Zullen de onweers over zijn.

Hij werd beschenen door de laatste gloed van het Romeinse wereldrijk, beleefde de val en de plundering van Rome in het jaar 410 en was daarna getuige van de volksverhuizing. Hij stierf in een stad belegerd door de Vandalen (Germaans volk dat oorspronkelijk woonde in het Midden-Odergebied). Die dramatiek komt geconcentreerd terug in zijn innerlijk leven. Aurelius Augustinus, in 354 ter wereld gekomen in Romeins Noord-Afrika dat stapsgewijs tot het christendom overging, was de onrust, zo niet de anarchie, in persoon: een briljante student, een gevierde redenaar, een vlijmende denker en tegelijk onvoldaan, eerzuchtig, heet van bloed, begerig om te schitteren. Zijn christelijke moeder Monica kon hem onmogelijk vasthouden in haar wereld van godsvrucht en zielsvrede. De plompe taal van de bijbel deed de sublieme orator pijn. Hij verkoos de flonkerende hersenspinsels van het manicheïsme, een sekte, geheimzinnig en exotisch. Daarin kon de behaagzucht van zijn geest zich ontplooien. Voor het lichaam vond hij vrouwen en voor de roem trok hij naar Rome en Milaan als leraar wijsbegeerte en retorica. Alles zat hem mee, zelfs zijn buitenechtelijke zoontje deed al aan filosofie.
Desondanks bleef hem een vraag achtervolgen: is mijn geluk het ware, is dit nu alles, dit comfort van woordenrijk genot? Als wijsgeer moest hij die vraag onder ogen zien en moest hij daarachter de leegte vermoeden. Hij beluisterde preken van bisschop Ambrosius, alleen om diens mooie Latijn, en nam in zijn tuin het Nieuwe Testament ter hand, maar was te beschaamd om het te lezen. Hij zat ermee in zijn handen toen hij een kinderstem hoorde die leek te roepen ‘Tolle, lege’, neem en lees! Hij opende het boek, las de brieven van Paulus en verloor het geloof in zijn geleerde woordenkraam. Hier was de waarheid!
Tweeëndertig was Augustinus toen hij zich liet dopen – Monica maakte het nog mee – waarna hij zich in zijn geboorteland terugtrok om er een religieuze gemeenschap te stichten. De christenen van de stad Hippo lieten hem tot priester wijden en later werd hij bisschop van die gemeente, wat hij tot zijn dood op 28 augustus 430 bleef. Een paar dagen later volgde de overrompeling van Hippo door de Vandalen, maar de geschriften van Augustinus deden in vele afschriften toen al enkele jaren de ronde. Hij verbond daarin het erfdeel van de wegzinkende filosofie met het ‘geloof, hoop en liefde’ van het christendom, gaf abstracte denkbeelden een concrete religieuze inhoud en vond een onaantastbare formulering voor de leer van de universele Kerk. Hij bezit daardoor in zowel katholieke als reformatorische kring hoog gezag. Zijn bekendste boek, Belijdenissen, beschrijft zijn leven tot en met zijn bekering en geldt als meest persoonlijke autobiografie uit de oudheid. Wereldomvattend is De stad van God, een historisch en religieus weefsel van zijn denkbeelden over Kerk, politiek, ideaal en verderf. Daarnaast worden vooral zijn preken en brieven gelezen. Zijn werk hoort niet alleen tot de basis van de geloofsleer, maar blijkt ook duizenden mensen die de georganiseerde Kerk hebben verlaten, te kunnen uitdagen doordat er behalve de leer zoveel leven in zit.
(Uit Alle Heiligen van Wim Zaal)
C.L.

woensdag 20 augustus 2008

Klein Belgisch Woordenboek - Deel 1

Gaston d’Urnay
Anglicanen: De echte erkent men nu aan hun roomsgezindheid.
Corridor: Vroeger had de baron toch ook een dreef van zijn kasteel naar de kerk.
Kindervraag: Vader, een francofoon, is dat een telefoon voor Franstaligen?
Spreuken: De kruik gaat zo lang te water, tot de put leeg is.
Wie het schoentje past, loopt niet barrevoets.
Als de wijn is in de man, is de kan leeg.
Vakantiewoning: Kleine oncomfortabele ruimte waarin men gaat uitrusten van verblijf in een ruim comfortabel huis.
C.L.

Weerspreuk: Sint-Bartholomeus

24 augustus: Is Sint-Bartel schoon,
Dan draagt de herfst een gouden kroon.
Sint-Bartholomeus (patroonheilige van Korbeek-Dijle)
Hij werd bij zijn marteldood levend gevild. In de Sixtijnse kapel schilderde Michelangelo hem met zijn huid neerhangend als een handdoek. In de dom van Milaan verrijst hij als een anatomisch model, de afgestroopte huid om de heupen gezwierd. Later is alleen nog een onderarm ontveld, en sedert de neogotiek loopt hij geheel gekleed met een vildersmes tussen de vingers. De kerkgangers verdragen steeds minder. Als patroon van alle beroepen in het huidenvak (looier, leerbewerker, schoenmaker, bonthandelaar) heeft de naamgever van Bartje een reputatie op te houden, maar een solide historische basis ontbreekt daaraan. Hij was een van de twaalf apostelen, vermoedelijk degene over wie Christus zei: ‘Waarlijk een Israëliet in wie geen bedrog is.’ Hij volgde zijn meester trouw zonder zelf op de voorgrond te treden. Volgens de traditie verkondigde Bartholomeus het geloof in Perzië, Indië en Armenië, waarna hij de marteldood onderging in een stadje aan de westkust van de Kaspische Zee. Meer weten wij niet. Misschien omdat zijn werkterrein zó ver van de eerste christelijke centra af lag, dat tijdingen maar te hooi en te gras binnenkwamen.Zijn relieken belandden op het eilandje Lipari voor de Italiaanse kust. Na een overval van Arabische zeerovers moesten ze in de negende eeuw worden overgebracht naar een stad in het binnenland, Benevento. Rond het jaar 1000 echter bouwde de Duitse keizer Otto III in Rome een kerk voor de nieuwe heilige Adalbert, met wie hij bevriend was geweest, en in de gerechtvaardigde vrees dat de Romeinen niet hard voor Adalbert zouden lopen, wilde hij die kerk met een extra attractie verrijken: het gebeente van Bartholomeus. Hij dwong de domheren van Benevento, hun kostbare bezit aan hem over te dragen. Sindsdien ligt de apostel dus in Rome … dat is te zeggen: zodra keizer Otto dood was, riepen de domheren triomfantelijk dat zij hem een valse set botten in handen hadden gestopt. De echte bezaten ze nog. Het conflict sleepte eeuwenlang voort, tot de paus in 1740 ten einde raad verklaarde dat beide steden de relieken van Bartholomeus deelden. Sindsdien is iedereen tevreden.
(Uit Alle Heiligen van Wim Zaal)
C.L.

Lambethconferentie schuift moeilijkheden op lange baan

De Lambethconferentie, het tienjaarlijkse overleg van anglicaanse bisschoppen, eindigde op 3 augustus. Vooral de laatste dagen kwam de grote verdeeldheid aan het licht over de heikele punten van homoseksualiteit en vrouwenwijding. De vergadering besloot te streven naar een moratorium op nieuwe wijdingen van homoseksuele bisschoppen, terwijl de homoseksuele bisschoppen in de Verenigde Staten en Canada wel op hun post kunnen blijven. Er komt ook een forum dat als buffer moet dienen wanneer zich moeilijkheden aandienen.Toch lijkt een schisma op langere termijn onafwendbaar. Dr. Rowan Williams, de geestelijke leider van 77 miljoen anglicanen wereldwijd, deed deze week een oproep tot eensgezindheid. De enige weg uit de impasse is volgens hem een houding van “wederzijdse ruimhartigheid” en “bereidheid tot compromissen”. Williams toonde zich opnieuw voorstander van een internationale commissie voor doctrinaire zaken, een soort Congregatie voor de geloofsleer.
Een belangrijke nieuwigheid tijdens de Lambethconferentie was de inbreng van afgevaardigden van de andere christelijke kerken als waarnemer en als spreker. Vooral tijdens de toespraak van kardinaal Walter Kasper, de voorzitter van de pauselijke Raad voor de eenheid van de christenen, werd pijnlijk duidelijk dat de anglicaanse en de katholieke kerk steeds verder uiteen groeien. Toch onderstreepten waarnemers ook dat andere christenen kunnen leren van de manier waarop de anglicaanse kerk met de Schrift, met theologie en ethiek omgaat.
Ondanks de vriendelijke debatten werd de Lambethconferentie overschaduwd door de afwezigheid van de bisschoppen uit derde wereldlanden als Nigeria, Kenia, Rwanda en Uganda. Die zijn goed voor een vierde van de anglicaanse wereldkerk. De Nigerianen vertegenwoordigen ruim 17 van de 77 miljoen anglicanen wereldwijd. (Kerknet)

Het Korbeekse Ormendaal Viert Feest

Op zondag 20 juli 2008 was er openluchtbuurtfeest op Ormendaal. Het is een bruisende straat met veel jonge, enthousiaste gezinnen en met heel veel kinderen. De straat was feestelijk versierd en op verschillende plaatsen waren vergrote foto’s van oude straattaferelen opgehangen. De kinderen konden zich laten schminken en de mooi versierde gocarts werden buiten gehaald, aaneengehaakt, bemand en door een tractor als een trein voortgetrokken. Er was touwtrekken tegen een tractor, met het minst aantal slagen een nagel in een blok hout kunnen kloppen, zakkenlopen, verkleed voetbal en kasteelspringen. Een topmoment voor jong en oud was de barbecue, en aan drank ontbrak het uiteraard niet. Zelfs de ijsman kwam ter plaatse. Het feest werd al dansend afgesloten. In de nachtelijke uren werd door de voortrekkers nog druk nagepraat en werden al nieuwe plannen gesmeed. Hierbij enkele sfeerfoto’s.





woensdag 13 augustus 2008

Freddy Staelens

Op 10 december 2007 berichtte het Nieuwsblad: Freddy Staelens (60) is benoemd tot pastoor van de federatie Zuienkerke. Hij volgt Alexander Rodenbach op, die tot pastoor in Gistel werd benoemd. Staelens, pater Salesiaan van Don Bosco, woont nu nog in Boortmeerbeek (missieprocuur van de salesianen) en neemt begin volgend jaar zijn functie op. Hij neemt zijn intrek in de leegstaande pastorie van Meetkerke.
Freddy Staelens is vooral in Bertem goed gekend. Hij was er verschillende jaren proost van de Chiro in de jaren 1970. Freddy werd leraar aan de Don-Boscoschool in Haacht en vertrok later als missionaris naar Congo.
Als collega-leraar van ons dochter Inge heeft hij twee van haar kinderen gedoopt in de kerk van Korbeek-Dijle. Hierbij een foto van toen (1996).




Nu heeft Freddy een nieuwe taak gekregen als parochiepriester. Op 17 februari 2008 werd Freddy door de deken van Blankenberge officieel aangesteld tot pastoor in de federatie Zuienkerke (gelegen tussen Blankenberge en Brugge). De fusiegemeente Zuienkerke omvat de deelgemeenten en parochies Houtave, Meetkerke, Nieuwmunster en Zuienkerke. Een erg landelijke poldergemeente met slechts 2.800 inwoners. Freddy woont nu in de pastorie van Meetkerke (380 inwoners en gelegen langs de oude baan van Oostende naar Brugge).
Op 9 juli 2008 lazen wij in het Nieuwsblad: Zuienkerke is de meest katholieke parochie van België. Alle baby’s worden er gedoopt, en voor huwelijken en begrafenissen scoort de parochie respectievelijk 160 en 118 procent. Wat betekent dat velen van buiten de eigen parochie naar deze kerk komen.
Tijdens ons vakantieverblijf in Middelkerke wilden wij Freddy even gaan groeten en feliciteren in Meetkerke. Wij hebben hem niet thuis gevonden, maar de zuster die voor hem zorgt heeft ons vriendelijk ontvangen en rondgeleid op het pastoriedomein. Hierbij foto’s van de kerk van Meetkerke, de pastorie, het uithangbordje aan de ingang van de kerk en het miraculeus Lieve-Vrouwebeeldje in de kerk.







Hoe klein Meetkerke ook is, zijn kerktoren is even stoer als deze van het grote Middelkerke.
Zie zijn treffende gelijkenis, op onderstaande foto, met de toren van de monumentale hoofdkerk van Middelkerke.

Cyriel Letellier

Gouden Bruiloft Van Clemence Vander Hulst En Gilbert Vandezande

Op 7 mei 2008 waren ze vijftig jaar getrouwd en op 6 juli 2008 hebben ze dat uitgebreid gevierd met familie en vrienden.



Tijdens hun goudenbruiloftsfeest trad een balletgroep op met hun kleindochter Sarah als prima ballerina.

Geboeid en gelukkig slaan Clemence en Gilbert dit schouwspel gade.

Clemence is lid van de Parochiale Ploeg van Korbeek-Dijle sedert haar oprichting in de eerste helft van de jaren 1980. Zij is ook vele jaren catechiste geweest van de vormelingen. Zij heeft de taken van koster in de kerk overgenomen van Jozef Maginelle in 1986, bij de komst van pastoor Marcel Struyf. Bijna 22 jaar vervult ze dit werk met veel inzet en bewonderenswaardige stiptheid.
Clemence is in Korbeek-Dijle het aanspreekpunt voor iedereen met een doopsel-, huwelijks- of begrafenisprobleem. Zij is ook de boekhoudster van de misintenties, en samen met Gilbert houdt zij de bezettingskalender van de Parochiale Gebouwen bij.

Gilbert is een veelzijdig technicus met gouden handen. Hij heeft de elektrische installaties in kerk en Parochiale Gebouwen op een professionele wijze en pro deo aangelegd. En bij een defect kunnen we altijd bij hem terecht. Hij is ook zeer bedreven in het maken van allerlei rekken. Mobiele of vaste, voor hem geen probleem. Voor het maken van doopselwiegjes en begrafeniskruisjes is Gilbert steeds paraat.
Daarnaast beheert Gilbert ook de kas van de Parochiale Werken en de Transitrekening van de parochie. Dit laatste betekent: hij verzamelt het geld van omhalingen, offergangen en misintenties, en verdeelt het, volgens de regels van het bisdom, aan wie het toekomt. Gilbert is lid van de Kerkraad (Kerkfabriek) sinds 1983. Hij was ook verschillende jaren lid van de Parochiale Ploeg. Hij is portier van de kerk en alarmverantwoordelijke. Daarenboven is hij een gedegen kenner van het Sint-Stefanusretabel waardoor hij geregeld optreedt als gids voor bezoekers van kerk en retabel.

Misschien vergeet ik nog wel iets waarvoor Clemence en Gilbert zich met hart en ziel inzetten. Voor al die inzet verdienen zij onze oprechte dank en ondersteuning. Zij betekenen enorm veel voor de parochie.

Ook hun kinderen, kleinkinderen en achterkleindochtertje boffen met zulke intens meelevende ouders, groot- en overgrootouders.

Dat zij nog vele lange jaren gelukkig en gezond mogen leven te midden van hun verder aangroeiend nageslacht.

Namens de Parochie,

Cyriel Letellier

Nieuwe Liturgische Bijdragen

In een schrijven van het Aartsbisdom Mechelen-Brussel werd ons medegedeeld dat vanaf 1 september 2008 op het volledige grondgebied van het Aartsbisdom volgende liturgische bijdragen van toepassing zijn:
- Gelezen mis: 10,00 euro
- Gezongen mis: 14,00 euro
- Huwelijk: 200,00 euro
- Begrafenis: 230,00 euro
- Gregoriaans dertigste: 250,00 euro

Karel De Gucht over Congo

“Als ik in Congo zie hoe sommige paters hun leven in dienst van hun medemens stellen, dan vind ik dat indrukwekkend. Ik vind Christus op zich ook wel een aantrekkelijke figuur. Ik zou heel graag eens met hem gediscussieerd hebben.”
-Minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht in Knack van 2 juli.
C.L.

Vrouwelijke Bisschoppen

Gelezen in TERTIO van 16 juli 2008:

De ‘Church of England and Wales’ gaat voortaan ook vrouwen tot bisschop wijden. Dat besliste de algemene synode in York na een emotioneel debat. Voor voorstanders gaat het om een logische stap, nadat de kerk in 1994 het priesterambt openstelde voor vrouwen. Sindsdien werden zo’n tweeduizend vrouwelijke priesters gewijd. Tegenstanders vinden het niet wijs te breken met een eeuwenoude traditie. Ze verwijzen naar de ecclesiologische functie van bisschoppen, die de – mannelijke – apostelen van Christus representeren.Het Vaticaan betreurt de beslissing, die het anglicanisme verder van de rooms-katholieke traditie verwijdert. Er zijn ook geruchten dat veel tegenstanders de overstap naar het katholicisme zouden maken en daarover al contact hadden met Rome. De Lambeth-conferentie, de tienjaarlijkse internationale anglicaanse kerkvergadering die vandaag begint, heeft er hoe dan ook een probleem bij. Hoe voorzitter Rowan Williams de eenheid kan bewaren tussen conservatieve zuiderlingen en progressieve westerlingen is zeer de vraag.

Kerkraad Sint-Bartholomeus Korbeek-Dijle

De Kerkraad (het bestuur van de Kerkfabriek) telt vijf leden + de vertegenwoordiger aangesteld door de bisschop (de parochiepriester of –administrator). In de loop van 2008 moest “de grote helft” (drie leden) van de kerkraden herkozen worden en moesten de bijzondere mandaten (voorzitter, secretaris en penningmeester) eveneens opnieuw worden verkozen.Voor Korbeek-Dijle heeft de hele procedure de oude toestand gewoon bevestigd.
Hierbij een foto van de vijf basisleden van de Kerkraad.


Van links naar rechts: rechtstaande: Stef Van Wambeke (grote helft, secretaris) en Johan D’Hondt (kleine helft, penningmeester); zittend: Gilbert Vandezande (kleine helft, lid), Ovide Standaert (grote helft, lid) en Cyriel Letellier (grote helft, voorzitter).

woensdag 6 augustus 2008

Merkel Verdedigt Godsdienstonderwijs

Gelezen in TERTIO van 25 juni 2008:
De Duitse Bondskanselier, Angela Merkel, verdedigde tijdens de 45ste nationale bijeenkomst van de evangelische werkgroep van de CDU/CSU in Berlijn het christelijke godsdienstonderwijs. “Dit onderwijs verschaft een kennis en een basis voor het leven die thuis of in de vrije tijd maar moeilijk worden doorgegeven.” Merkel onderstreepte dat het geloof de noodzakelijke samenhang van de samenleving bevordert. Ze noemde het vertrouwen in God ook “geen teken van naïviteit, maar een basis voor politiek handelen”. (Kerknet)
C.L.

Weerspreuk: Sint-Laurentius

10 augustus: Laurentius’ zonneschijn
Beduidt een jaar vol wijn.
Voor het bestuur van zijn christengemeente beschikte de bisschop van Rome over enkele diakens, en in de tijd van Sixtus II was Laurentius daar één van. Hij beheerde het geld. Veel kan dat in de derde eeuw niet zijn geweest, maar nu keizer Valerianus de Kerk vervolgde waren ook geringe bezittingen in gevaar, zodat Sixtus al besloten had alles aan de armen te geven. Dat maakt duidelijk wat er gebeurde toen hij in de catacomben werd overvallen. De diakens wilden met hun bisschop de marteldood sterven, wat hij toeliet op één uitzondering na: Laurentius moest vluchten om schikkingen voor een nieuwe pauskeuze te treffen en het laatste geld uit te delen. Amper had hij dat gedaan of de politie rekende hem in. Van de stadsprefect kreeg hij te horen dat de keizer alle rijkdommen van de Kerk opeiste. ‘Ik zal gehoorzamen’, zei Laurentius, ‘maar gun mij twee dagen de tijd’. Dat werd hem toegestaan, en na die termijn verscheen hij met alle armen en invaliden aan wie hij het geld had geschonken. ‘Zij zijn de rijkdom van de Kerk’, lichtte hij toe.
Woedend liet de prefect hem naakt op een rooster binden, waaronder de beulen een vuur stookten tot Laurentius huid verschroeide, opzwol en verbrandde. Maar zelfs toen hij al blind was door de vlammen, kwam geen kreet van pijn over zijn lippen. Volgens de overlevering zou hij zelfs gezegd hebben: ‘U kunt me omdraaien, deze kant is al gaar.’ Na een foltering van een uur overleed hij. Het was 10 augustus 258.
Het opzienbarende van Laurentius’ dood had een sensationeel gevolg: een explosieve, sprongsgewijze aanwas van de christengemeente.
Men moet de situatie kennen. Al was Rome het middelpunt van de wereld, toch leefden er honderdduizenden mensen – te beginnen bij de slaven – zonder rechten en zonder voldoende inkomen. Zij zagen hoe de rijken een decadent bestaan leidden, hoe liederlijke en onbekwame keizers door corruptie en moord de macht veroverden, het volk terroriseerden en dan in hun eigen bloed ten onder gingen. Zij zagen hoe eerlijkheid, deugd en mensenlevens niet meer telden, hoe de kasten van hovelingen, militairen en ambtenaren zich schaamteloos verrijkten van andermans arbeid. En in die constellatie wekte de zinloos wrede openbare executie van een milddadige man allerlei sluimerende emoties op. Bij de een slechts haat, bij de ander het verlangen naar verlossing, licht en zekerheid. Het bloed der martelaren is het zaad van het geloof, leert ons de overlevering. Bij het rooster van Laurentius kreeg het geloof in Rome vaste voet. Van 10 augustus 258 af werd het een massabeweging van armen, ‘de rijkdom van de Kerk’.
(Uit Alle Heiligen van Wim Zaal)
C.L.

Opnieuw Een Eeuwelinge In Het Geslacht Cappuyns! (deel 2)

Zie ook deel 1


Hierbij enkele foto’s van de viering in RVT St.Bernardus op zaterdag 5 juli 2008 van de honderdste verjaardag van Maria Cappuyns.






De derde generatie vóór Maria en koster-onderwijzer Gillam Cappuyns den Jongen
Het derde kind van Guilielmus Cappuyns en Anna Catharina Panny was
Guilielmus Antonius Cappuyns (°Korb.D.1785/ +Korb.D.1843). Deze trouwde te Neerijse in 1815 met Anna Catharina De Coster (°Neerijse 1788/ +Korb.D.1883). Zij zijn de overgrootouders van Maria Cappuyns. Guilielmus Antonius wordt vermeld als winkelier, herbergier en landbouwer, en eenmalig (in 1815) als onderwijzer. Onderwijs verstrekken aan de kinderen behoorde in die tijd nog tot de taken van de koster. Maar vader Guilielmus was koster, burgemeester en gemeentesecretaris en had waarschijnlijk niet veel tijd meer over om zich met het onderwijs bezig te houden. Vandaar dat de zoon werd ingeschakeld. Dezes onderwijstaak werd later overgenomen door de terloops reeds vermelde zoon van de Leefdaalse broer van Guilielmus Antonius, eveneens een Guilielmus Antonius (Gillam Cappuyns den Jongen) (°Meerbeek 1810/ +Korb.D.1849), die rond 1830 ook de taak van koster overnam van zijn grootvader. Koster Gillam Cappuyns den Jongen trouwde met Coleta Mommaerts, een dochter van de boer van het Hof van Overbist aan de Veeweide. Hij bouwde een huis op een perceel van 30 aren grond uit het ruim 5 ha grote blok van zijn schoonvader, pal op het Voetwegje naar Leefdaal. Het is het huidige huis van Dirk Van Laer, nr.160 op de Nijvelsebaan. Het deel van het Voetwegje naar Leefdaal aan de benedenzijde van de Nijvelsebaan langswaar de koster dagelijks heen en weer stapte naar de kerk kreeg daardoor de naam “Kostersberg”. Gillam Cappuyns den Jongen was de laatste koster die tegelijk ook nog onderwijs gaf aan de kinderen. Hij werd opgevolgd door een gediplomeerd onderwijzer, speciaal opgeleid voor die taak. Koster Gillam overleed kinderloos op 39-jarige leeftijd, in 1849.

De tweede generatie vóór Maria
Guilielmus Antonius Cappuyns en Anna Catharina De Coster, de overgrootouders van Maria Cappuyns, kregen acht kinderen te Korbeek-Dijle. Twee kinderen overleden op jonge leeftijd. Van de zes anderen onthouden we:
- Guilielmus Cappuyns (°Korb.D.1815) trouwde in 1840 met de Korbeekse Joanna Van Cleynenbreugel (zie mijn artikel “Wie was Julienne?” in Kerk en Leven van 17.5.2006).
- Englebert Cappuyns (°Korb.D.1820/ +Brussel 1886). Englebert werd priester en was pastoor van de Miniemenkerk in Brussel (tussen de Grote Zavel en het Justitiepaleis). Hij werd begraven te Korbeek-Dijle.
- Maria Ludovica (Wiske) Cappuyns (°Korb.D.1823/ +Korb.D.1908). Zij trouwde met Henricus De Greef (Rik de smed). Wiske en Rik zijn de ouders van “den Ingel”.
- Augustinus Josephus (Jef) Cappuyns), de grootvader van Maria Cappuyns (zie verder).
- Guilielmus Franciscus (Frans) Cappuyns (°Korb.D.1827/ +Leuven 1920), de koster-gemeentesecretaris.

Koster-gemeentesecretaris Frans Cappuyns
Frans Cappuyns werd koster van Korbeek-Dijle benoemd op 3.6.1849, na het overlijden van zijn kozijn-koster Gillam. Hij trouwde met Maria Elisabeth Coeckelberghs, een kleindochter van boer Mommaerts van het Hof van Overbist, een nichtje dus van de vrouw van de vorige koster. Frans en Maria Elisabeth werden ook eigenaar van het huis van de vorige koster en gingen er in wonen. Zij kregen zeven kinderen. Van hen onthouden we:
- Joannes Josephus Victor Cappuyns (°Korb.D.1855/ +Leuven 1938). Victor werd priester. Hij was eerst professor aan het College van Boom, nadien inspecteur van het lager onderwijs. Hij was ook peter van de nieuwe klok die in 1911 werd ingewijd.
- Josephus Maria Francis Xaverius Cappuyns (°Korb.D.1867/ +Aarschot 1936). Joseph werd notaris met studie in Aarschot. Zijn enige zoon, naast vijf dochters, Frederic Cappuyns, volgde hem daar later op als notaris. Joseph Cappuyns was medestichter van de Fanfare Sint-Cecilia in 1890 en haar eerste voorzitter. In de fanfare werd hij met veel egards aangesproken als “meneer de president”. Misschien een smetje op zijn blazoen: In de Korbeekse roddels werd hij genoemd als de natuurlijke vader van Bertha Vranckx, later Bertha Fierens.
- Eudore Maria Josephus Honoré Cappuyns (°Korb.D.1875/ +Scherpenheuvel 1960). Eudore werd advocaat. Meester Eudore Cappuyns was verbonden aan de Leuvense balie.
Frans Cappuyns was ook gemeentesecretaris van Korbeek-Dijle. In 1861 werd hij lid van de Kerkraad. In 1864 werd hij er de secretaris van en in 1870 daarenboven de penningmeester in het Bureel der Kerkmeesters. Deze beide kerkfuncties behield hij tot 1910. Toen bood hij zijn ontslag aan “ter oorzake van zijnen hoogen ouderdom”. Koster bleef hij echter tot 1919. Hij overleed te Leuven in 1920, kreeg een plechtige uitvaartdienst om 11 uur in de Sint-Michielskerk, en werd begraven te Korbeek-Dijle.

Landbouwer-schepen en ouwe snoeper Jef Cappuyns
De zesde van de acht kinderen van Guilielmus Antonius Cappuyns en Anna Catharina De Coster was Augustinus Josephus (Jef) Cappuyns (°Korb.D.1825/ +Korb.D.1905). In een akte van januari 1851 en in een van mei 1851 wordt Jef Cappuyns vermeld als koster. Vermoedelijk verving hij tijdelijk zijn broer Frans. Beiden waren toen nog vrijgezel. Jef trouwde te Korbeek-Dijle in 1853 met Maria Ludovica Vermeulen (°Korb.D.1828/ +Korb.D.1881). Josephus en Maria Ludovica zijn de grootouders van Maria Cappuyns. Zij kregen tien kinderen te Korbeek-Dijle. Twee overleden er als baby of peuter. Van de andere acht onthouden we:
- Maria Ludowina Cappuyns (°Korb.D.1853/ +Bertem 1957), de eerste honderdjarige in het geslacht Cappuyns
- Joseph Emile Cappuyns, de vader van Maria Cappuyns (zie verder).
- Victor Englebert Joseph Cappuyns (°Korb.D.1871/ +Neerijse 1970). Victor werd geneesheer, trouwde met Bertha Frans en vestigde zich als huisarts in Neerijse. Victor en Bertha hebben één zoon, José (°1919), en één kleindochter, Patricia (°1966). Victor was burgemeester van Neerijse van 1923 tot 1940 en van 1946 tot 1953.

Toen zijn vrouw, Maria Ludovica Vermeulen, overleed in 1881 had Jef Cappuyns reeds verschillende volwassen kinderen. Die zullen de jongste, Victor, die nog geen tien jaar was, wel mee hebben opgevangen. Jef Cappuyns had dan ook tijd voor een verzetje: de lokale politiek. Hij was tweemaal schepen tussen 1884 en 1900. In die laatste jaren - zijn kinderen waren hun eigen weg gegaan - moet Jef zich wat eenzaam hebben gevoeld. Hij had zijn zinnen gezet op een jonge vrouw, Felicie Letellier (Masoeur Lat), een nicht van mijn vader, Jozef Letellier. Het deel van haar bijnaam “Masoeur” dankte zij aan het feit dat ze was ingetreden bij de Zusters van Liefde in Mater Dei op het Sint-Jacobsplein te Leuven. En “Lat” kwam van haar grote slanke gestalte. Een fotomodel avant la lettre! Geen wonder dat de oude bok, weduwnaar Jef Cappuyns uit de “betere stand” van Korbeek-Dijle, verliefd werd op dit groene blaadje. Hij ging haar bezoeken in Mater Dei en diende zich aan als haar vader. Daar heeft hij haar het hoofd op hol gebracht. Zij heeft haar kap over de haag gegooid en is met Jef Cappuyns getrouwd op 7.2.1900, zeer tegen de zin van zijn kinderen. Zij was toen 24 jaar en hij 74. Zij hebben samen nog drie kinderen gehad. Jef Cappuyns overleed in 1905 op 80-jarige leeftijd. Zes maanden later, in 1906, overleed zijn jongste zoontje op de leeftijd van twee jaar. De oudste twee kinderen, Gabrielle (°1900) en Clement (°1901) Cappuyns, zijn altijd vreemde eenden in de Cappuynsbijt gebleven.

De eerste generatie vóór Maria
De tweede jongste zoon van Josephus Cappuyns en Maria Ludovica Vermeulen was Joseph Emile Cappuyns (°Korb.D.1867/ +Neerijse 1965). Hij trouwde in 1907 met Marie Josephine Artois (°Leuven 1882/ +Leuven 1955). Zij zijn de ouders van Maria Cappuyns. Emile Cappuyns speelde een rol bij de heropstart van de Fanfare Sint-Cecilia na de Eerste Wereldoorlog. Hij werd tot voorzitter verkozen en bleef dit tot in 1945. Emile werd een eerste maal burgemeester van Korbeek-Dijle van 1921 tot 1926. En daarna van 1933 tot 1946, met een oorlogsonderbreking van september 1941 tot september 1944.
Buiten zijn politieke loopbaan was Emile Cappuyns bediende en verzekeringsagent. Hij overleed bij zijn dochter in Neerijse in zijn 98ste levensjaar.

Maria, 200 jaar lang hebben eminente leden van het geslacht Cappuyns een onuitwisbare stempel gedrukt op het politieke, sociale en kerkelijke leven in Korbeek-Dijle. De naam Cappuyns was onafscheidelijk verbonden met de Koninklijke Fanfare (nu Harmonie) Sint-Cecilia. Jij bent nog steeds lid, het oudste lid uiteraard, van deze Harmonie. De muzikale hulde die zij je hebben gebracht op je honderdste verjaardag was dan ook terecht.
Ook buiten Korbeek-Dijle hebben leden van de stam Cappuyns naam en faam gemaakt. Het is een sterk geslacht, en daar ben jij met je 100 lentes het ultieme bewijs van.

Cyriel Letellier