woensdag 18 juni 2008

Weerspreuk: Sint-Jan De Doper

24 juni:
Sint Jans regen
Voor de oogst geen zegen.
Joannes de Doper
In Joannes loopt het Oude Testament ten einde en begint het Nieuwe. Zijn geboortedag, zes maanden vóór Christus, valt nog onder de wet van Mozes, zijn dood komt in het evangelie na de uitzending der apostelen. Zijn dubbele positie is al vervat in zijn ouders: Zacharias als joodse priester en Elisabeth als nicht van de maagd Maria. Elisabeth gold als onvruchtbaar en toen een engel in de tempel verscheen om Zacharias te zeggen dat hij vader zou worden geloofde hij dat niet, waarna hem als straf het spraakvermogen werd ontnomen tot de besnijdenis van zijn zoontje, een week na de geboorte. Over diens kinderjaren is niets bekend (de schilderijen van Joannes die met zijn achterneefje Jezus speelt berusten op vertederde verbeelding), maar wel deelt het evangelie mee dat hij zich al vroeg als eenzaat in de woestijn terugtrok. Hij voedde zich daar met sprinkhanen en wilde honing, zodat hij in de kunsten te herkennen is aan zijn magere lijf, omfladderd door een haren pij.
Nog vóór het optreden van Christus reisde Joannes als profeet het land door om de Messias aan te kondigen: ‘Na mij komt, die groter is dan ik’, galmde zijn stem, ‘wiens schoenriem ik niet waardig ben te ontbinden’, en hij doopte de mensen in de Jordaan, wat we moeten opvatten als een geestelijke reiniging door onderdompeling. En opeens staat Christus voor hem, die zijn leven-in-de-wereld begint met een verzoek om de doop. Joannes herkent in hem de Zaligmaker – ‘ziet het Lam Gods dat de zonden van de wereld wegneemt’ – durft hem niet te zegenen, maar doopt hem uiteindelijk toch. En een hemelse stem roept Christus tot de Zoon van God uit. Dan treedt de ene zijn openbare leven binnen en trekt de andere zich terug: zijn werk als voorloper is volbracht.
Maar nog eenmaal verheft Joannes zijn stem. Viervorst Herodes heeft Herodias, de vrouw van zijn broer, tot echtgenote genomen, wat de profeet hem in het openbaar verwijt. De vorst laat hem in de boeien slaan, maar durft die godsman echter niet te doden. Herodias daarentegen zint op wraak. Haar kans komt op het verjaardagsfeest van Herodes, als haar dochter Salome een zo verleidelijke dans uitvoert, dat zij van de viervorst alles mag vragen wat zij begeert. Herodias fluistert haar in wat zij moet verlangen, een schotel met daarop het hoofd van Joannes. Herodes schrikt, maar zwicht. Joannes wordt onthoofd.
Maria uitgezonderd, is hij de enige heilige van wie geboorte en dood (29 augustus) worden gevierd, een teken van uitzonderlijk sterke verering. De patroonschappen van Joannes de Doper, alias Sint-Jan Baptist, zijn niet te tellen. Veel broederschappen voor hulp aan gevangenen dragen zijn naam. Op zijn feest brandt men sint-jansvuren, uit heidense zonnewenderiten overgenomen. Men vereert zijn hoofd op meer plaatsen dan de geloofwaardigheid toelaat. En hij vormt het spiegelbeeld van Joannes de apostel: de ene doopte Jezus, de andere stond onder zijn kruis; de ene wijst naar de Messias, de andere naar de mens.
(Uit Alle Heiligen van Wim Zaal)

C.L.