zondag 25 mei 2008

Johan Leys

Ik wou weten of ik Johan Leys, geboren te Linden in 1943, opgegroeid in Blanden, getrouwd met de Korbeekse Maria Vanderwegen (°1946) en sedert vele jaren wonend op de Veeweide in Korbeek-Dijle, kon inpassen in één van de drie stambomen die ik maakte over “Het Midden-Brabantse Geslacht Laes/Leys”: één “met Veltemse Wortels”, één “met Rotselaarse Wortels” en één “met Wezemaalse Wortels”. Hierbij een foto van Johan en Maria op hun achterkoer.



Door bijkomend speurwerk heb ik de Wezemaalse stamboom als een belangrijke tak op de Rotselaarse stamboom kunnen enten. Ik houd dus maar twee stamvaders meer over: een Veltemse en een Rotselaarse. Beiden moeten zij geboren zijn in het begin van de jaren 1600.
Oorspronkelijk waren het allemaal Leys’en. In ons Brabants dialect noemden zij zichzelf waarschijnlijk “Laas”, met als gevolg dat zij dikwijls als “Laes” geregistreerd werden bij een verhuis naar een andere gemeente of als er een nieuwe pastoor in de parochie kwam. Zo zijn sommige takken definitief Laes geworden.

Het Leys-verhaal van Johan begint in Rotselaar.
In de eerste helft van de jaren 1600 leefden daar Petrus Leys en Elisabeth Bols. Zij waren getrouwd in Rotselaar in 1632 en kregen drie kinderen. De jongste was Joannes (°Rotselaar 1641). Kort na zijn geboorte moet moeder Elisabeth overleden zijn, want Petrus hertrouwde te Rotselaar in 1644 met Anna Brugmans, met wie hij nog drie kinderen kreeg.

Zoon Joannes Leys (°Rotselaar 1641) uit Petrus’ eerste huwelijk trouwde een eerste maal te Rotselaar in 1665 met Maria De Wals en hij kreeg met haar een zoon, Henricus, in 1666. Waarschijnlijk is Maria De Wals enige tijd later overleden en is dezelfde Joannes Leys hertrouwd met Adriana Boogaerts (°Wezemaal 1640). Zij vestigden zich in Wezemaal en kregen er begin 1674 een tweeling, Adrianus en Joannes.

Het tweede deel van de tweeling, Joannes Leys (°Wezemaal 1674), trouwde een eerste maal met Anna Gijbels en kreeg met haar te Wezemaal in 1712 een dochter, Elisabeth. Waarschijnlijk is Anna Gijbels kort nadien overleden. Joannes hertrouwde met de Wezemaalse Anna Moons (°Wezemaal 1685). Zij kregen zeven kinderen te Wezemaal tussen 1714 en 1730. De oudste was een zoon, Judocus (°Wezemaal 1714). In zijn doopakte was Judocus een “Laeys”. Bij zijn huwelijk te Holsbeek in 1737 een “Laes”. En bij zijn overlijden te Holsbeek in 1779 een “Leys”.

Judocus Leys (°Wezemaal 1714/Holsbeek 1779) trouwde te Holsbeek in 1737 met Catharina Vanderheyden (+Holsbeek 1785). Zij kregen vijf kinderen, tussen 1737 en 1750. Drie overleden op jonge leeftijd. Een zoon en een dochter bleven over.

Zoon Christiaan Leys (°Holsbeek 1740) trouwde te Leuven-St.Michiel in 1768 met Elisabeth Luyts (°Leuven-St.Michiel 1741). Zij vestigden zich als landbouwers in Leuven. In de registers van Leuven is Christiaan meestal als een Laes vermeld.
Bij mijn vergeefse zoektocht naar plaats en datum van overlijden van Christiaan Leys vond ik het overlijden op 12.9.1816 in het militair hospitaal van Leuven van ene Christiaan Leis, grenadier in het 2de Infanterieregiment Nassau in dienst van de Koning der Nederlanden, 22 jaar oud, en geboren te Slangenroth in Nederland.
Christiaan Leys en Elisabeth Luyts kregen te Leuven zeven kinderen tussen 1769 en 1782. Hun zoon Guilielmus (°1777), de vijfde in de rij, werd brouwer in de Pereboomstraat nr.9 te Leuven. In hun latere leven moeten Christiaan en Elisabeth naar Linden zijn verhuisd.

Hun zoon Michaël Leys (°Leuven-St.Michiel 1774/ +Linden 1831), de vierde in de rij, trouwde te Linden in 1814 met de eveneens te Leuven geboren Anna Maria Coosemans (°Leuven-St.Michiel 1783/ +Linden 1859). Michaël en Anna, reeds verblijvend in Linden bij hun huwelijk, bleven als landbouwers in Linden wonen. Zij kregen er drie kinderen tussen 1815 en 1826. De oudste was Franciscus.

Franciscus Leys (°Linden 1815/ +Linden 1884) trouwde te Linden in 1847 met Anna Catharina Geeraerts (°Linden 1825/ +Linden 1890). Franciscus was metser en landbouwer en woonde met zijn gezin op het Plein nr.51 in Linden. Franciscus en Anna Catharina kregen er zeven kinderen tussen 1847 en 1867. De vijfde was Petrus Gerardus.

Zoon Petrus Gerardus Leys (°Linden 1860/ + na 1910) trouwde te Linden in 1883 met Angelina Werner (°Linden 1862/ + na 1910). Zoals zijn vader was Petrus Gerardus metser. Petrus Gerardus en Angelina kregen in Linden zes kinderen tussen 1884 en 1899. Twee overleden er als baby of peuter.

Zoon Louis Leys (°Linden 1896/ +Linden 1967), de vierde in de rij, trouwde met Marie-Louise Verbraeken (°Waanrode 1896/ +Linden 1971). Marie-Louise was een dochter van maalder Edouard Verbraeken (°Langdorp 1870) en van Elisabeth Lemmens (°O.L.Vr.Tielt 1874) die trouwden in Meensel-Kiezegem in 1896. Elisabeth ging dan even bevallen in Waanrode. Dan trokken zij naar Aarschot. Van 1904 tot 1906 woonden zij in Kessel-Lo. Daarna opnieuw in Aarschot. Van een rondtrekkende familie gesproken!
Louis en Marie-Louise hadden twee zonen en één dochter.

De oudste zoon, Jozef Leys (°Kessel-Lo 1917/ +Blanden 1993) trouwde te Kessel-Lo in 1939 met Marie-Jeanne De Beckker (°Tienen 1920/ +Leuven 1984). Marie-Jeanne was een dochter van Victor De Beckker (°Boutersem 1890) en Alphonsine Verbeemen (°Tienen 1888). Zij trouwden te Tienen in 1913.
Jozef Leys en Marie-Jeanne De Beckker hebben drie zonen en één dochter. Zij woonden in de Jan Davidtsstraat in Linden tot september 1946. Johan, hun tweede kind, werd er geboren in 1943. In september 1946 verhuisden zij naar de Millestraat in Blanden. Daar is zoon Johan Leys opgegroeid vooraleer hij trouwde met Maria Vanderwegen en een nestje bouwde in Korbeek-Dijle.

Johan, mijn moeder was een Laes die afstamde van de Veltemse stamvader, zoals de meeste Laes’en in Bertem en omstreken. Ik kan dus geen verwantschap aantonen tussen jou en mij. Enkele Laes’en die ook van jouw Rotselaarse stamvader voortkomen zijn: Christine Laes op de Oude Baan in Bertem, kapster Saskia Laes op de Tervuursesteenweg in Bertem en de afstammelingen van Broeëke in Leefdaal en Sint-Joris-Weert: Angèle en Judith Laes uit de Broekstraat in Leefdaal, Walter(+) en Roland Laes uit Leefdaal – Roland is gemeentewerkman van Bertem – en beenhouwer René Laes (+ zoon Yves en kleinzoon Tom) uit de Beekstraat in Sint-Joris-Weert.
Johan, dat je met je vrouw Maria en met je kinderen en kleinkinderen, in de kennis van je voorvaderen, nog lang gelukkig mag zijn.

Cyriel Letellier

Naamopgave 2008: Samen Op Weg Met Jezus Als Gids!

Op zondag 18 mei 2008 was er in Korbeek-Dijle de naamopgave van de vormelingen van volgend jaar. Met een rugzak met Bijbel erin willen zij op weg gaan met Jezus als Gids. De schelp die pelgrims dragen aan hun rugzak zullen zij straks ontvangen.




Als openingsgebed bad de priester:
Heer, onze God,
Gij kent ieder van ons.
Gij roept ons bij naam.
Gij nodigt ons uit U te volgen.
Laat ons van harte “ja” zeggen op Uw uitnodiging.
Wij bidden U:
geef ons iedere dag opnieuw
een kleine vonk van Uw vuur
om dit “ja” waar te maken en te beleven
vandaag en altijd.

Na de geloofsbelijdenis kwam de naamopgave.
Als de catechiste de toekomstige vormelingen bij hun naam noemt, hangt de priester hun de schelp om de hals met de opdracht om verder de weg van Jezus te volgen.
C.L.

EXPO ’58 - Deel 2

zie ook http://korbeek-dijle.blogspot.com/2008/04/expo-58.html

De foto’s in Kerk en Leven van 30 april 2008 hebben meerdere reacties losgeweekt. Sommigen zijn de foto’s met het vergrootglas te lijf gegaan. De volwassenen bleken juist geïdentificeerd. Vooral met de hulp van Willy Criegers kan ik nu een quasi volledige lijst geven van de kinderen. Van links naar rechts: Paul Paeps, Leonard Vranckx, Laurent Michiels (hele grote), Aloïs Vanderstappen, Jean Debontridder, Roger Bruggemans, Etienne Vanderlinden, Jos Dottermans, René Vancampenhout (half verborgen), Willy Criegers, Frans Berthels(+), de jongen vóór Marie Vandezande blijft voorlopig onbekend, Hector Mommaerts (gedeeltelijk verborgen), Jos Letellier(+) (Jos van Witte Staf), Jan Van Neck, Hubert Fagot, Freddy Vandezande, Raoul Bruggemans, Fernand Vanderstappen(+), Jean Fagot (klein manneke vooraan), Sylvain Buekenhout (vóór Louis Vandermueren), Freddy Darin, Willy Verstraeten, René Kriegels, Frans Maginelle (vooraan), Yvan Paeps, Fernand Mommaerts (half verborgen) en Jos Sergeant (vooraan met boekentas). Nog een spitse opmerking van Willy Criegers: de bovenste foto is een spiegelbeeld. Inderdaad, het “stoefferke” van de jongens zit aan hun rechterkant en het logo van Expo ’58 op het gebouw achteraan is verkeerd georiënteerd.
Cyriel Letellier

Eerste Communie 2008

Op zondag 4 mei 2008 was het Eerste Communie in Korbeek-Dijle. Vijf meisjes en drie jongens vlogen als geluksvogeltjes naar een heel fijn feest, waar zij voor ’t eerst aan tafel mochten, met Jezus in Gods Geest.



Na de schuldbelijdenis bad priester Jos de Backere:
Goede Vader, Gij weet hoe wij mensen zijn:
soms groot als een arend of een struisvogel,
soms zwak en bang als een mus of winterkoninkje.Maak ons aandachtig Heer voor alle leven, groot en klein,
zodat iedere mens zijn vleugels kan uitspreiden en mag
groeien in vertrouwen tot de anderen en tot U.
In de eerste lezing bracht catechiste Inge het mooie verhaal van Leonardo, de kleine pinguïn.

Bij de voorbeden bad een ouder:
God, Vader van Jezus en alle mensen.
Deze kinderen zijn aan ons toevertrouwd.Wij zijn de grond waarin ze geplant zijn, de bodem
waaruit zij zullen opgroeien tot volwassen mensen.
Wij danken U voor deze kostbare gaven.
Help ons goede ouders te zijn, die echt zorg
hebben voor de eigen weg van onze kinderen.

De kerk was prachtig versierd. Hans en Boud zorgden voor fijne muziek. Iedereen werkte en vierde mee, en straalde van geluk om dit schitterend kinderfeest. Een echte hoogdag in Korbeek-Dijle!
C.L.

André Berthels en Rita Leys


Toen ik schreef over Josephine Bauwens (Fin Koek) en over de Korbeekse Berthels’en, in Kerk en Leven van 26.5.2004, kondigde ik reeds aan dat ik de Berthelstak van André Berthels (°1961), getrouwd met Rita Leys (°1966), ook eens onder de loep zou nemen. Vandaag gebeurt dat. Maar eerst hun nageslacht: André en Rita hebben drie dochters: de tweeling Ellen en Dorien, en Lori. Hierbij een foto van André en Rita in hun achtertuin.

Andrés voorvaderen Berthels blijken in Heverlee-Terbank verankerd te zijn geweest. Zijn Berthelstak kan ik niet verbinden met de Bertems-Korbeekse Berthelsstam. Terwijl in Bertem in sommige takken alleen maar de h is weggevallen, is er in de tak van André met de spelling van de naam Berthels dikwijls een loopje genomen.

Zes generaties vóór André was er: Petrus Berthels (meestal staat hij als Bettens vermeld) (°ca 1750) die trouwde te Heverlee in 1775 met de Korbeekse Anna Maria Peeters (°Korb.D.1748/+Heverlee 1823). Zij kregen zeven kinderen, waarvan de naam op vijf verschillende wijzen werd gespeld: Bettens, Betels, Bertels, Berthels en Bettels.

Hun oudste was: Petrus Bettens (°Heverlee 1776/+Heverlee 1838). Hij trouwde in 1823, te Heverlee voor de wet en te Sint-Joris-Weert voor de kerk, met de ruim 25 jaar jongere Weertse Maria Anna Peeters (°Sint-Joris-Weert 1802/+Heverlee 1858).
Bij de volkstelling van 1827 woonden zij in de Heverlese Wijk A, in huis nr. 2. Petrus’ broer Jan woonde met zijn gezin in huis nr. 1. (Wijk A was het huidige Terbank, Wijk B Egenhoven, Wijk C de Naamsesteenweg en Wijk D Park.) Petrus en Maria Anna waren landbouwers en hadden een “dienstbode”. Petrus staat hier vermeld als Peeter Berthels.

Bij de volkstelling van 1830 wordt Wijk A “de Oude Brusselsche Poort” genoemd. Peeter Berthels woont nog in huis nr. 2, en is nog steeds landbouwer. Er wordt ook nog vermeld dat hij en zijn gezin “Roomsch” zijn. Ik herinner mij nog uit mijn jeugdjaren dat de oudere mensen toen niet spraken van “Terbank”, maar van “aan de Poort” (oon de Paut). “Terbank” was de naam van de voormalige priorij, het huidige Medisch-Pedagogisch Centrum voor buitengewoon onderwijs. Tegenover de priorij stond een Mariabeeld, geflankeerd door twee engelen. De stenen bank ervoor, in de loop der tijden erg afgesleten door de vereerders, lag mogelijk aan de basis van de plaatsnaam Terbank (uit het boek “Heverlee 1846-1976” van Rik Uytterhoeven en Chris Morias). In 1790 noteert de pastoor van Heverlee het overlijden “propé Terbanc” (nabij Terbank) van Elisabetha Sottias, weduwe van Petrus Berthels. Deze Petrus en Elisabetha waren mogelijk voorouders van André uit de zevende of achtste generatie vóór hem. Maar dat heb ik niet met zekerheid kunnen achterhalen.

In het bevolkingsregister van 1844 is er een nieuw gezinshoofd: Jean Smets. Peeter Berthels overleed in 1838 en Maria Anna Peeters was hertrouwd in 1839 met Jean Smets uit Leefdaal (°1814). Dit maal was haar man ruim twaalf jaar jonger dan zij. Hij zou nog hertrouwen na haar overlijden.
Jean Smets, landbouwer, had de zorg over de vijf kinderen van Maria Anna met Peeter Berthels en over één dochtertje van hemzelf met Maria Anna. Waarschijnlijk hetzelfde huis was nu huis nr. 42. Het huis van schoonbroer Jan was nu huis nr. 43.

Eén van de zonen van Peeter Berthels en Maria Anna Peeters was:
Jean Berthels (°Heverlee 1834/+Heverlee 1886). Hij vertrok naar Baisy Thy (bij Villers-la-Ville) in Waals-Brabant in april 1866 maar kwam na drie maanden reeds terug. Misschien heeft hij daar een boerderij willen overnemen maar is dat niet gelukt.
Na zijn huwelijk in 1869 met de Terbankse landbouwersdochter Anne Marie Mathieu (°Leuven 1842/+Heverlee 1908) verhuisden zij naar een boerderij Tervuursche steenweg nr. 49. De ouderlijke boerderij, in die periode Tervuursche steenweg nr. 58, was overgenomen door één van Jean’s broers.
Jean en Anne Marie kregen in nr. 49 zeven kinderen. De tweede jongste was Pierre Joseph. Na het overlijden van vader Jean zijn moeder Anne Marie (Mieke) en haar kinderen verhuisd naar een boerderij in Egenhoven, Termunckstraat nr. 4.

Zoon Pierre Joseph Berthels (Jef van Mieke) (°Heverlee 1881/ +Heverlee 1971) trouwde te Heverlee in 1902 met Julienne Amandine Beersaerts (Dinne) (°Heverlee 1877/+Heverlee 1949). Zij was een nicht van Victor Beersaerts (de Kwint) in Korbeek-Dijle. Haar vader, Joseph Beersaerts (°1834), was een broer van de vader van de Kwint, Joannes Beersaerts (°1837). De vader van Joseph en Joannes was Jan Baptist Beersaerts, zager van beroep wonende in Heverlee. Dinne was een buurmeisje van Jef van Mieke want zij woonde met haar ouders in Egenhoven, in de Termunckstraat nr. 5. Eens getrouwd ging zij inwonen op de boerderij bij haar man en zijn moeder. Pierre Joseph en Julienne Amandine kregen drie kinderen: eerst twee dochters en dan een zoon, Louis.

Louis Berthels (Pieter van Jef van Mieke) (°Heverlee 1908/+Leuven 1997) trouwde te Korbeek-Dijle in 1933 met zijn achternicht Louise Beersaerts (Wis van de Kwint) (°Korb.D.1913/+Heverlee 1997). Louis en Wis kregen vier kinderen: twee zonen en twee dochters. De derde in de rij was Albert.

Albert Berthels trouwde met Agnes Leus (later gescheiden). Zij kregen vijf kinderen. André is de tweede in de rij.

André Berthels trouwde met Rita Leys. En zo is de cirkel rond.
Ook André en Rita zijn familie van mekaar, in de achtste graad. Zij zijn achterachternicht en achterachterkozijn langs de Creffier’s. De overgrootmoeder van André, Josepha Creffier (Fin Kwint) was een zus van de overgrootmoeder van Rita, Maria Creffier (Merie Koe).
André, ik heb dus niet kunnen aantonen dat je familie bent van de Bertems-Korbeekse Berthels’en, maar Bertem en Terbank liggen zo dicht bij mekaar dat het bijna niet anders kan dan dat de twee takken op één stam zijn geënt. De gemeenschappelijke voorvader blijft niettemin verborgen in de blijvende nevelen van de jaren 1500 of de (nog) niet opgetrokken nevelen van de jaren 1600.
Cyriel Letellier

maandag 19 mei 2008

Lente-Eetmaal

De parochiale verenigingen van Korbeek-Dijle danken iedereen die zijn steentje heeft bijgedragen – door te eten of te geven – tot het groot succes van het lente-eetmaal van 20 april 2008 in de Parochiale Gebouwen.

Amadeus

Op vrijdag 25 april 2008 gaf het strijkersensemble Amadeus, onder leiding van Wim Meuris, zijn tweede vioolconcert in de kerk van Korbeek-Dijle. De hoofdbrok waren “De vier seizoenen” van Antonio Vivaldi. Het was genieten van het begin tot het einde.






Proficiat, Amadeus!
C.L.

Lenteconcert Harmonie Sint-Cecilia 2008

Op zaterdag 26 april 2008 gaf de Koninklijke Harmonie Sint-Cecilia van Korbeek-Dijle haar jaarlijks lenteconcert in Ter Dijle.
De leerling-muzikanten, onder leiding van Hans Dewit, beten de spits af met vier mooie stukjes, waaronder Celtic Dance van D. Court, een zeer bekoorlijk maar moeilijk stuk. Hans is apetrots dat zijn jeugdmuzikanten ook dát stuk perfect hebben gebracht.



Dan was het de beurt aan de grote Harmonie onder leiding van Herman Steeno. Zij speelden zeer verschillende stukken, maar met één constante, hun handelsmerk: zacht en beheerst spel, afwisseling van instrumenten en nu en dan korte en felle climaxen.
Antarctica van Carl Wittrock uit Overijse heeft mij bijzonder bekoord. De stilte en de eenzaamheid van het enige stukje nog ongerepte natuur op aarde werden uitstekend vertolkt, met schitterende muzikale opflakkeringen die de grootsheid van het landschap beklemtoonden.


Proficiat, Sint-Cecilia!
C.L.

Pol Van Laer En Gust Heyse

Deze Oud-Chiroproosten en missionarissen gingen op zondag 27 april voor in de Eucharistieviering in onze Kerk. Achteraf kregen wij deze email van Pol:
“Hartelijke dank nog voor het gulle onthaal van zondag.
Gust is er nog enthousiast over en vond het ook zo aangenaam.
Dus dank aan u, maar ook aan de anderen die bijgedragen hebben voor die deugddoende zondag.
Al was het maar met voor het goede weer te zorgen.
Echt fijn en tot genoegen.”De omhaling verzamelde een milde 180 € ten voordele van hun missiewerk. Ook daarvoor zijn zij zeer dankbaar.

Kruisdagen 2008

Voor de derde maal ging de kruisprocessie in Groot-Bertem achtereenvolgens uit in Korbeek-Dijle (op maandag 28 april), in Bertem (op dinsdag 29 april) en in Leefdaal (op woensdag 30 april), op de drie dagen vóór O.H.Hemelvaart.




Dit jaar, 2008, trokken wij in Korbeek-Dijle biddend van de kerk naar het verre Ormendaal waar aan het huis Rongé een gebedsdienst met communie werd gehouden met Gard Vermeulen als voorganger.




In Bertem ging de bedetocht vanaf de Oude Baan langs de Weygenstraat en de Armenlosweg, door Bertembos. Daarna werd het meegedragen kruis geplant en keerden wij terug langs de Nieuwstraat naar de hoeve van Victor Putseys, waar in de schuur een H. Mis werd opgedragen door Rudi Borremans. KVLV zorgde er nadien, naar goede gewoonte, voor wafels, koffie en chocomelk.





In Leefdaal trok het biddend godsvolk in processie van aan de kerk langs de Neerijsesteenweg, de Zonnebloem- en de Veldbloemenlaan naar de Vlieguit, waar het meegedragen kruis werd geplant. Langs de Dorpstraat keerden wij terug naar de kerk. Daar werd een H. Mis opgedragen door Jos Geyskens.
C.L.

dinsdag 6 mei 2008

WEERSPREUK – SINT-PANCRATIUS, SINT-SERVATIUS En SINT-BONIFATIUS, De Ijsheiligen

12, 13 en 14 mei: Pancraas, Servaas en Bonifaas,
Zij geven vorst en ijs, helaas!
In Duitsland rekent men ook Sinte-Sophia van 15 mei tot de ijsheiligen en hoewel haar feest niet meer gevierd wordt, noemt men die dag nog ‘die kalte Sophie’.

Pancratius
De gedachtenis van Pancras of Pancratius gaat heel ver in de tijd terug en als er weinig over hem bekend is, moet zijn jeugdige leeftijd de oorzaak zijn, want hij werd niet ouder dan veertien. Rond 290 geboren in Klein-Azië als zoon van een hoogwaardigheidsbekleder, verloor hij zijn ouders al jong en reisde toen met zijn oom naar Rome, waar hij de beste scholing kon krijgen en het dichtst bij het vuur zat. In de straat waar zij woonden verbleef ook, ondergedoken voor de heersende vervolging, de bisschop van Rome, Marcellinus. Oom en neefje volgden zijn lessen, waarna zij zich in de kerk lieten opnemen. De oom schijnt spoedig daarna te zijn gestorven en het is denkbaar dat Pancratius toen als beschermeling of page aan het hof van keizer Diocletianus een plaats vond. In ieder geval bestonden er verbindingen met het paleis, want toen uitlekte dat hij christen was verdween hij niet in een kerker, maar riep de keizer hem bij zich. ‘Ik heb je vader gekend,’ zei Diocletianus, ‘en wil niet dat zijn zoon wordt meegesleept door de waan van geestdrijvers. Wees verstandig en houd je aan de goden die het Rijk altijd in stand hebben gehouden.’ Pancratius antwoordde: ‘De goden die u vereert zouden als misdadigers en echtbrekers al lang terechtgesteld zijn, als de wet op hen was toegepast. Die troep verdient niet het minste respect – ik stel mijn vertrouwen in Christus.’ Bedroefd gaf de keizer hem toen aan de rechters over, die hem vanwege zijn leeftijd en connecties een lange foltering bespaarden. Hij werd in stilte aan de Via Aurelia onthoofd. Christenen brachten zijn lichaam naar een kleine nabijgelegen catacombe, op de plek waar nu de San-Pancrazio verrijst.
Zijn verering verbreidde zich door heel Europa, vooral dank zij een dubbel patronaatschap: hij beschermt zijn vereerders tegen vals getuigenis en meineed, en wordt aangeroepen bij kinderziekten. In Hoogeloon (ten Z.W. van Eindhoven) wijdt de pastoor op zijn feestdag Pancratiusbroodjes die gretig aftrek vinden. En kleine relieken bewaart men ondermeer in Gent. Maar het grootste deel van zijn gebeente ging verloren toen Franse troepen, die in 1798 Rome belegerden, zijn kerk buiten de stad als bivak gebruikten. De Sint-Jan van Lateranen stond toen uit haar schatkamer zijn schedel af, zodat de bedevaart naar de San-Pancrazio en de daaronder liggende catacombe zich tot heden toe handhaaft.

Servatius
Dat hij een achterneef van Jezus was, is een bedenksel uit de tijd dat hij een ereplaats onder de heiligen innam. Over een sukkelaar verzint men zoiets niet. Waarom stokte die brede verering en belandde Servaas op het tweede plan? Omdat de mensen honderd kilometer boven Maastricht niet meer om Roomse santen gaven? Uit bedeesdheid? Lidwina kreeg pas toegang tot Europa via een opgewonden Frans boek over haar, en van Servatius bestaat zelfs geen biografie in het Nederlands. Toch is hij er boeiend genoeg voor, als je de legenden, ook een stuk cultuurgeschiedenis, erbij betrekt. Hij kwam uit Armenië en deed na 350 veel van zich spreken. Hij nam diplomatieke missies tussen vorstenhoven op zich, sprak op twee concilies tijdens het arianisme en zou goede vrienden zijn geweest met Athanasius, het levenslange slachtoffer van de Arianen. Waar of niet, het tekent zijn echte relaties met de orthodoxie, met Rome. Toen de paus een uitgesproken moeilijk bisdom moest vrijgeven, Tongeren namelijk, als noordelijkste voorpost van Gallië, viel zijn keuze op Servatius voor wie dat uitverkiezing en uitdaging tegelijk was.
De keuze had niet beter gekund. Energiek en betrouwbaar, zo kende men hem, maar hij kon ook met mensen omgaan, kon met hen lachen en huilen, was nooit bits of week en hield de blik steeds op de uitbreiding van het godsrijk gericht. Zodra het gunstig gelegen Maastricht belangrijker leek te worden dan Tongeren verplaatste hij zijn zetel daarheen. Hij maakte missiereizen door Limburg en het Rijnland, werkte aan de vorming van inheemse priesters en gunde zich evengoed de tijd voor twee reizen naar de paus. Zijn bisdom was blijkbaar goed genoeg georganiseerd om het ter wille van de banden met Rome alleen te laten. Hoogbejaard sloot hij, naar verluidt op 13 mei 384, de ogen. Zo hoog in aanzien stond zijn zetel dat al zijn twintig opvolgers als heiligen werden vereerd. Men koos dus de waardigsten. En zo diep was de indruk die hijzelf had gemaakt, dat zijn roem van land tot land ging. Eeuwen achtereen bezocht iedere vorst die in de buurt kwam zijn graf en legenden rankten zich om zijn persoonlijkheid. Het eerste Middel-Nederlandse dichtstuk was een geromantiseerd verhaal over Servaas uit dezelfde tijd van zijn rijk bewerkte reliekschrijn, de doodkist, van ca 1165, en de enige Nederlandse grafkerk voor een heilige staat boven zijn tombe.
Volgens één van de legenden was hij scheel. Daarom staat hij soms met een bril in zijn hand. Vaker heeft hij een draak – het arianisme – onder zijn kromstaf en bijna steeds toont hij een fraaie sleutel, hem door Sint-Petrus geschonken om voor de Limburgers de hemel te ontsluiten. Die sleutel, nog bewaard, is middeleeuws en bevat waarschijnlijk slijpsel uit Petrus’ boeien, maar de combinatie van voorwerp en legende bevestigt opnieuw hoe sterk Servatius op de volksverbeelding werkte. Rome vergeet hem niet, want ter ere van zijn zestiende eeuwfeest in 1984 wilde de paus Nederland bezoeken, wat wegens ziekte een jaar werd vertraagd. Dat gedwongen uitstel past volmaakt in de terugval van de Servaasverering. De paus en de Maastrichtenaren kennen hem nog, maar voor de anderen is hij slechts een naam.

Bonifatius
Hij was een martelaar uit de Romeinse tijd. Maar omdat betrouwbare gegevens ontbreken gaan we hem met een terloopse groet voorbij.
(Uit Alle Heiligen van Wim Zaal)
C.L.