dinsdag 22 januari 2008

Sint-Stefanus, Tweede Patroonheilige Van Korbeek-Dijle

In LICHTER, het driemaandelijks tijdschrift van WERELD-MISSIEHULP, van okt.nov.dec. 2007 vond ik een bijdrage van Frans Martens getiteld: ST. STEFANUS, MAN VAN OECUMENE, GERECHTIGHEID EN VREDE. Vermits wij maar pas de feestdag van Sint-Stefanus hebben gevierd, nl. op 26 december, citeer ik graag uit de vermelde bijdrage:

Stefaan is een griekstalige, joodse jongeman, leerling van Gamaliël de Oude, een van de beroemdste wetgeleerden uit de joodse traditie. Evenals zijn grootvader Hillel staat Gamaliël bekend als een relatief liberaal uitlegger van de Tora (de joodse Wet). Hij is het die bemiddelt in het conflict tussen de apostelen en het Sanhedrin (de Raad van de Oudsten van het volk). Naar het voorbeeld van zijn leermeester is St.Stefaan breeddenkend en openminded. Hij laat zich dopen door de apostelen die hem aanstellen als één van de eerste zeven diakens.
Zijn taak is het de zorg voor de armen en behoeftigen op zich te nemen en na te gaan of de materiële middelen in de jonge kerk doelmatig en nuttig worden besteed. Niet het joodse volk laat Stefanus stenigen. Het volk draagt hem zoals Jezus van Nazareth op handen. Sint-Stefanus wordt gestenigd op bevel van de toenmalige machthebbers in Jeruzalem, het Sanhedrin, die maar al te graag gehoor geven aan enkele valse getuigen. “Die man houdt niet op te spreken tegen de Tempel en tegen de joodse Wet”, verklaren die voor de Raad van Oudsten. “Is dat werkelijk zo?”, vraagt een hogepriester. Lucas (Hand.7) beklemtoont de aanklacht door de lange toespraak die Stefanus voor zijn rechters houdt.
“De Allerhoogste woont niet in wat door mensenhanden is gemaakt”, zegt Stefanus, “de hemel is zijn troon en de aarde zijn voetbank. Wat voor huis zouden jullie voor mij moeten bouwen, zegt de Heer. Heeft mijn hand dat alles niet gemaakt? Zoals uw vaderen verzet u zich tegen de heilige geest. Welke profeet hebben uw vaderen niet vervolgd, u die door tussenkomst van engelen de Wet hebt ontvangen, maar die niet onderhoudt?” Wanneer het Sanhedrin dit hoort, wordt het woedend, sleurt Stefanus de stad uit en stenigt hem. Saulus, de latere Sint-Paulus, stemt in met de moord.

Tot daar het fragment uit het artikel van Frans Martens.

C.L.