zondag 19 augustus 2007

Bijbel en Koran

GELEZEN IN TERTIO van 15.8.2007:
Flarden uit een vraaggesprek van Emmanuel Van Lierde met Martha Frederiks over BIJBEL EN KORAN

Martha Frederiks behoort tot de Nederlandse Hervormde Kerk en is hoogleraar missiologie aan de Universiteit van Utrecht. Haar leeropdracht omvat de interreligieuze en interculturele dialoog.

Aan het woord: Martha Frederiks:
We moeten de Koran in de eerste plaats zien als een gedicht. Hij werd helemaal op rijm geschreven. Hij bevat opvallend minder historische stukken dan de Bijbel. De Koran vertelt geen volledige verhalen. Veeleer moeten we ervan uitgaan dat in het Midden-Oosten verhalencorpussen mondeling werden doorverteld en dat de Koran daarbij aansloot.
Alleen soera (= hoofdstuk) 19,16-22 brengt ongeveer hetzelfde verhaal van de boodschap van de engel aan Maria als Lucas 1,26-38.

Ik citeer beide teksten.

Koran:
En vermeld ook in de Schrift Maryam (= Maria)
toen zij haar huisgenoten ontweek
naar een oostelijke plaats
en een afscheiding plaatste
tussen hen en haar.
Toen zonden Wij tot haar Onze Geest
die voor haar de gelijkenis aannam
van een welgevormd menselijk wezen.
Zij zeide:
Ik neem voor u mijn toevlucht
bij de Erbarmer
indien gij vrezend zijt.
Hij zeide:
Ik ben slechts
de boodschapper van uw Heer
opdat ik u een reine knaap schenke.
Zij zeide:
Hoe zou ik een knaap kunnen verkrijgen
daar toch geen menselijk wezen
mij heeft aangeroerd
en ik geen hoer ben.
Hij zeide:
Zo is het!
Uw Heer heeft gezegd:
Voor Mij is het gemakkelijk.
En het geschiedde
opdat Wij het zouden maken
tot een teken voor de mensen
en een barmhartigheid vanwege Ons.
En het werd een vastgevelde beschikking.
Toen werd zij zwanger van hem
waarop zij zich met hem terugtrok
naar een afgelegen plaats.

Bijbel:
In de zesde maand werd de engel Gabriël door God gezonden naar een stad in Galilea, met de naam Nazaret, naar een jonge vrouw die verloofd was met een man genaamd Jozef, die uit het huis van David stamde; haar naam was Maria. De engel trad bij haar binnen en zei: Ik groet u gezegende, de Heer is met u. Zij raakte geheel in verwarring door wat hij zei en vroeg zich af wat deze begroeting te betekenen had. Maar de engel zei: Schrik niet, Maria, u hebt genade gevonden bij God. U zult zwanger worden en een zoon baren, die u de naam Jezus moet geven. Hij zal een groot man zijn, en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd. God, de Heer, zal Hem de troon van zijn vader David geven. Hij zal eeuwig koning zijn over het huis van Jakob, en aan zijn koningschap zal geen einde komen. Maar hoe moet dat dan? zei Maria tegen de engel. Ik heb geen omgang met een man. De engel antwoordde haar: Heilige Geest zal op u komen en kracht van de Allerhoogste zal u overdekken. Daarom zal het kind heilig genoemd worden, Zoon van God. Bovendien, ook Elisabet, uw verwante, is op haar oude dag zwanger van een zoon; zij werd onvruchtbaar genoemd, maar zij is al in haar zesde maand. Want voor God is niets onmogelijk. Toen zei Maria: Ik ben de dienares van de Heer; laat met mij gebeuren wat u gezegd hebt. Toen ging de engel van haar weg.

En Martha Frederiks gaat verder: In de Koran staan de profeten centraal. Die komen ook in de Bijbel ter sprake, al geeft de Koran een bredere interpretatie aan het begrip “profeet’. Zo zijn ook Abraham, David en Salomo profeten.

Jezus is voor de Koran een profeet die op een bijzondere wijze bij Maria werd verwekt. Vooral de theologische invulling van wie Jezus is, verschilt. Voor de Koran is hij niet de zoon van God.
Koran, soera 9,30:
En de joden zeggen:
“Uzayr” is Gods zoon
en de christenen zeggen:
De Masih (= de Messias) is Gods zoon.
Dat is wat zij zeggen met hun monden
in aanpassing aan de woorden van hen
die in vroeger tijd ongelovig waren.
God moge hen bestrijden!
Hoezeer zijn zij in leugen verstrikt.

Wat de kruisiging betreft is de Koran onduidelijk.
Koran, soera 4, 157:
En omdat zij zeiden:
Wij (= de joden) hebben gedood de Masih (= de Messias),
Isa (= Jezus), de zoon van Maryam (= Maria),
boodschapper van God.
Maar niet hebben zij hem gedood
en niet hebben zij hem gekruisigd,
doch voor hen
werd een schijnbeeld van hem gemaakt.

Tien jaar geleden kreeg ik een mooi uitgegeven Koran als geschenk. Ik heb daarin naar verhalen gezocht die ook in de Bijbel aan bod komen. Maar ik vond slechts flarden van verhalen. Bovenstaand artikel bevestigt dat dit helemaal eigen is aan de Koran.
Wie de Islam beter wil leren kennen heeft meer nodig dan de lezing van de Koran.
C.L.

woensdag 8 augustus 2007

Spanning tussen politiek en geloof is heilzaam

Fragment uit een vraaggesprek van Jan De Volder met Steven Vanackere, nieuw Vlaams minister van welzijn, volksgezondheid en gezin.


Op uw website verwijst u naar uw gelovig engagement in uw parochie, maar in een interview met De Standaard zaterdag hield u toch een laag profiel aan. Wat betekent uw geloof voor uw politiek engagement?

“Ik ben actief in een kleine parochiegemeenschap van Neder-over-Heembeek. Ik ben geen aanhanger van het “ietsisme”. Ik geloof in een persoonlijke God, die zich in de geschiedenis manifesteert, en ik sta in een bepaalde traditie. Ik wil dat niet wegstoppen, omdat mensen recht hebben om te weten waar een politicus voor staat en waar hij zijn inspiratie haalt.
Tegelijkertijd wil ik er niet mee te koop lopen. In onze gelaïciseerde samenleving wil ik diegenen die deze inspiratie niet delen, niet voor het hoofd stoten. Als minister wil ik vooral worden beoordeeld op mijn beleidsdaden. Toch merk ik dat het taboe over geloof en politiek vermindert. Iemand als Herman Van Rompuy, die nederig over zijn gelovige zoektocht getuigt, heeft daar zeker toe bijgedragen.”


Op het congres Brussel-Allerheiligen hield u een getuigenis over de link tussen geloof en politiek.
“Ik reflecteerde daar over de stelling van de protestantse socioloog Max Weber, die zegt dat je geen man van Christus kunt zijn én politicus. Het evangelische radicalisme van de Bergrede – niet oordelen, je andere wang aanbieden – zou niet te verzoenen zijn met politiek. Als politicus ben je inderdaad bezig met te oordelen, en mensen op de een of andere manier te dwingen, via belastingen en reglementen. Ik denk dat een politicus de scheiding tussen kerk en staat ook een beetje in zijn hoofd moet maken.”


Hoe lost u die spanning op?
“Niet. Ik vind ze juist heilzaam. De radicale boodschap van het evangelie geeft me het bestendige ongemakkelijke gevoel dat ik nog niet genoeg doe. Is het geen schande dat zes procent van de mensen onder de armoedegrens leeft? Dat de armoede in Brussel nog toeneemt? Ook niet evangelisch bewogen politici zijn daar mee bezig, maar zeker christenen moeten dat een schande blijven vinden. Voor mij is het evangelie een bron van ongedurigheid.
Aan de andere kant is het ook een bron van rust en troost. Als je het evangelie leest, besef je dat niet alles van jezelf afhangt. Dat er iemand met een vaderlijke blik naar je kijkt, dat er vergeving is waar je tekortschiet.”


Wat is uw favoriete Bijbelpassage?
“`Degene die in tranen op weg gaat, de zaaizak om de schouder, zal blij zingend naar huis gaan, de schoven op zijn rug´, zegt psalm 126. Het leven, zeker het politieke, bestaat uit hoogtes en laagtes, uit vreugde en verdriet. Je mag gelukkig zijn, na een zware tegenslag mag je ook weer thuiskomen. Geluk hangt niet alleen van jezelf af, het is ook gegevenheid, genade. Daar put ik veel troost uit.”

C.L.